Een leuk familiespel: Skip-Bo (evt. ook als kaartspel)
Skip-Bo is een kaartspel waarbij je moet proberen je eigen kaarten zo snel mogelijk kwijt te raken en ervoor moet zorgen dat andere spelers hun kaarten niet kwijt kunnen. Kaarten kan je wegspelen door ze in de volgorde 1 tot en met 12 weg te leggen. Het spel kan lang duren, maar het kan ook snel afgelopen zijn. Dit is afhankelijk van je kaarten en het aantal kaarten op je stok. Skip-Bo kan eventueel ook met een kaartspel gespeeld worden.
Skip-Bo
Het kaartspel
Het kaartspel bestaat uit 162 speelkaarten, waarbij de kaarten 1 tot en met 12 elk 12 keer voorkomen. De Skip-Bo-kaart, een soort joker, komt 18 keer voor.
Aantal deelnemers en duur van het spel
Aantal deelnemers
Iedereen vanaf zeven jaar kan Skip-Bo spelen en daarom is het ook een leuk gezin- of familiespel. In de regels van het spel staat dat Skip-Bo met twee tot en met zes spelers gespeeld kan worden. Echter, hier gaan ze ervan uit dat je een stok van tussen de tien en dertig kaarten hebt, afhankelijk van het aantal spelers. Skip-Bo kan ook gespeeld worden met meer dan zes spelers, maar dan is de stok kleiner (ongeveer tien kaarten) en zullen de kaarten die niet meer meedoen gedurende het spel sneller geschud moeten worden en onderaan de trekstapel worden gelegd.
Duur van het spel
Er is geen vaste tijd hoe lang één spel duurt, deze tijd is mede afhankelijk van je kaarten en van het aantal kaarten op je stok. De tijd is dus deels te beïnvloeden door juist meer of minder kaarten op je stok te doen.
Doel van het spel
Iedere speler krijgt een hoeveelheid kaarten, zelf te bepalen, die hij/zij weg moet spelen. Dit wegspelen gaat op numerieke volgorde. Wie als eerste zijn/haar stok weg heeft gespeeld, is de winnaar van het spel.
Winnaar van het spel
Er kan ervoor worden gekozen om per spel naar de winnaar te kijken, maar er kan ook een winnaar zijn over meerdere spellen. Zo kan je voor elke kaart die je tegenstander nog in zijn/haar stok heeft vijf punten krijgen, of als je wint krijg je bijvoorbeeld twintig punten en wie als eerste een bepaald aantal punten bereikt heeft, is de winnaar. Dit is dus naar vrije invulling!
Het begin van Skip-Bo en de verschillende kaartstapels
Stok
Aan het begin van het spel worden alle kaarten geschud. Gebruikelijk is dat iedereen 30 kaarten krijgt als je met 2-4 spelers bent en dat iedereen 20 kaarten krijgt als je met 4-6 spelers bent (dit kan echter ook zelf worden bepaald). Deze kaarten vormen de stok. Deze kaarten liggen allemaal met de afbeelding naar beneden, behalve de bovenste kaart, deze ligt altijd met de afbeelding naar boven.
Trekstapel
Nadat iedereen zijn/haar stok gekregen heeft, worden de overige kaarten met de afbeeldingen naar beneden in het midden neergelegd. Deze stapel wordt de trekstapel genoemd. Voordat het spel begint krijgt iedere speler nog vijf kaarten van de kaartstapel, de handkaarten.
Bouwstapel
Tijdens het spel worden er naast de trekstapel, in het midden, vier bouwstapels gemaakt, deze hoeven gedurende het spel niet allemaal gebruikt te worden. De bouwstapels worden door alle spelers gedurende het spel gebruikt en aan het begin van het spel zijn deze bouwstapels leeg. Het opbouwen gebeurt met de afbeeldingen naar boven.
Weggooistapel
Naast een stok heeft iedereen vier weggooistapels, deze hoeven echter niet allemaal gebruikt te worden. Ook deze stapel wordt, net zoals de bouwstapel, tijdens het spel opgebouwd en is aan het begin van het spel dus leeg. De kaarten worden hier met de afbeelding naar boven neergelegd.
Tijdens het spel
Skip-Bo-kaart
De Skip-Bo-kaart is een keuzekaart, een soort joker, en deze kaart kan voor elke kaart (1 tot en met 12) worden ingezet.
Een beurt
De eerste beurt bestaat eventueel uit het opbouwen van kaarten op de bouwstapels en eindigt met het wegleggen van een kaart op de weggooistapel. Vanaf de tweede beurt begint de beurt met het aanvullen van de handkaarten tot vijf kaarten (kaarten worden gepakt vanaf de trekstapel), daarna kan er eventueel worden opgebouwd (op de bouwstapels) en de beurt eindigt altijd met het wegleggen van een kaart uit de hand (op de weggooistapel).
Opleggen
Een kaartstapel (met een maximum van vier gedurende het gehele spel) wordt numeriek opgebouwd, dus eerst een 1, dan een 2, dan een 3, enz. tot en met 12. Als de twaalfde kaart is opgelegd, wordt de gehele stapel verwijderd uit het midden en is er weer een bouwstapel vrij. Als de speler een bepaalde kaart niet heeft, kan hij/zij ervoor kiezen de Skip-Bo-kaart te gebruiken.
Handkaarten
Als je gedurende één beurt al je kaarten kwijt kan op de bouwstapels, mag je je handkaarten weer aanvullen tot vijf kaarten. Nog belangrijk: dit geldt niet als je al je kaarten kwijtraakt door de laatste handkaart op de weggooistapel te leggen.
Stokkaarten
Om het spel te winnen moet je alle stokkaarten wegspelen. Als er bijvoorbeeld een 6 bovenop je stokstapel ligt en je ook een 6 in je handkaarten hebt, is het dus handig om eerst de 6 van je stokstapel weg te spelen. Aangezien het waarschijnlijk is dat je eerst de 6 van je stokstapel weg gaat spelen in een volgende beurt, kun je ervoor kiezen om aan het einde van je beurt een 6 weg te leggen op de weggooistapel, deze kaart ga je immers niet snel kwijtraken. Want, als je de volgende beurt je vijf kaarten hebt weggespeeld, mag je weer vijf nieuwe kaarten pakken. Als je een stokkaart weg hebt gespeeld, is het handig allereerst de nieuwe stokkaart om te draaien voordat iets anders wordt neergelegd. Als je namelijk al eerder verder gaat bouwen, bestaat de kans dat je je nieuwe stokkaart niet meer kwijt kan, aangezien je al verder gebouwd hebt. Nog belangrijk: de kaarten op de weggooistapel mogen (als je aan de beurt bent) altijd gespeeld worden. Wel mag je op je weggooistapel opbouwen (dus bijvoorbeeld een 7 op een 8 leggen), maar dan moet eerst de bovenste kaart worden weggespeeld en daarna kan pas de kaart daaronder worden gebruikt. Opbouwen op je weggooistapel kan handig zijn, aangezien je maximaal vier weggooistapels mag gebruiken. Als je in je handkaarten dezelfde kaart hebt als in je weggooistapel, is het handig eerst de kaart uit je handkaarten te spelen.
Strategie
Een strategie kan zijn om te voorkomen dat andere spelers hun stokkaarten (deze kan je van de andere spelers zien) weg kunnen spelen, zo heb jij immers meer kans om te winnen. Een andere strategie kan zijn om zo veel mogelijk kaarten in een beurt weg te spelen, zodat je de volgende beurt meer kaarten bij kan pakken (en is de kans op een goede kaart groter) en dat je weer meer ruimte op je weggooistapels hebt.
Het spel
Afhankelijk van de kaarten die de eerste speler op kan leggen, zijn er verschillende mogelijkheden:
- Als de speler een 1 of Skip-Bo-kaart tussen zijn/haar handkaarten heeft zitten of bovenop zijn/haar stok heeft liggen, kan deze speler ervoor kiezen om een bouwstapel te beginnen. Als de speler meerdere 1'en bezit, kan hij/zij er ook voor kiezen om meerdere bouwstapels te beginnen. De beurt eindigt door een kaart weg te leggen op de weggooistapel.
- Als de speler geen 1 of Skip-Bo kaart heeft, legt hij/zij een kaart weg op een weggooistapel.
De tweede speler gaat op dezelfde manier te werk als hierboven beschreven. Hij/zij kan verder bouwen op een bouwstapel, maar kan er ook voor kiezen om een nieuwe bouwstapel te beginnen.
In de volgende beurten pakt elke speler genoeg kaarten om weer een totaal van vijf handkaarten te hebben, bouwt hij/zij eventueel verder aan een bouwstapel (door eventueel de kaarten uit de weggooistapel te gebruiken) en eindigt de beurt door een kaart weg te leggen op de weggooistapel. Zo gaat het spel door totdat één van de spelers alle kaarten uit zijn/haar stok opgelegd heeft. Deze speler wint het spel (of krijgt punten als er met een puntensysteem wordt gespeeld).
Samenwerken
Veel regels blijven hetzelfde als je ervoor kiest om met partners te spelen. Echter, een paar regels veranderen. Als je aan de beurt bent kan je zowel de kaarten van de stok en van de weggooistapels van jezelf als van je partner wegspelen, alleen je eigen handkaarten mag je gebruiken. De partner moet wel stil zijn tijdens de beurt. Als de partner wel praat tijdens je beurt, moeten twee kaarten uit de trekstapel toe worden gevoegd aan de stok van de partner. De speler die aan de beurt is kan alleen vragen aan de partner om een bepaalde kaart te spelen. Het spel is klaar wanneer beide stokstapels van allebei de partners weggespeeld zijn.
Skip-Bo spelen met set kaarten
Een kaartspel bestaat uit 52 kaarten en daarnaast een paar jokers. Skip-Bo kan eventueel gespeeld worden met een spel kaarten. Als je dat wilt doen, zijn de regels precies hetzelfde, alleen zijn de kaarten anders:
- Er wordt gespeeld met drie setjes kaarten en alle kaarten worden gebruikt.
- De Aas heeft als waarde 1, de kaarten 2 tot en met 10 hebben eigenwaarde, de boer heeft waarde 11 en de vrouw heeft waarde 12. Daarnaast nemen de jokers en de Heren de plek van de Skip-Bo-kaart in.
- Het opbouwen gaat dus als volgt: Aas - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - Boer - Vrouw.
Lees verder