Een leuk kaartspel: eenendertigen (31'en)
Eenendertigen, ook wel geschreven als 31'en, is een kaartspel dat afkomstig is uit Frankrijk. Het is de bedoeling met drie speelkaarten zo dicht mogelijk bij 31 te komen door elke beurt een kaart te ruilen. De spelregels van eenendertigen liggen niet 100% vast en er bestaan dan ook verschillende varianten, deze verschillen meestal per streek of land.
Eenendertigen
Aantal spelers en kaarten
Eenendertigen kan worden gespeeld met twee tot en met acht spelers. Bij eenendertigen worden alleen de kaarten zeven tot en met aas gebruikt, ook wel bekend als de piketkaarten.
Puntentelling
Waarde van de kaarten
De aas heeft een waarde van 11, de plaatjes hebben allemaal een waarde van 10 en de overige kaarten (zeven tot en met tien) hebben eigen waarde.
Puntentelling van de kaarten
De score van de kaarten wordt berekend per kleur en de behaalde punten zijn gelijk aan het maximum aantal punten hiervan, meestal in de meest voorkomende kleur. Wanneer u een Harten Aas, een Harten Vrouw en een Ruiten 7 in uw bezit hebt, heeft u dus een totaalscore van 21. Wanneer u drie verschillende kleuren kaarten heeft, bijvoorbeeld een Schoppen Aas, een Ruiten 10 en een Klaver Heer, wordt er gekeken naar de kaart met de hoogste waarde (dit is immers de maximum score) en dan is in dit geval de totaalscore dus 11. Wanneer u drie kaarten van dezelfde waarde heeft, maar in een verschillende kleur, dan is dit 30,5 punten waard (na 31 de hoogst mogelijke score).
Doel van het spel
In deze variant is het doel van het spel om niet te verliezen. De winnaar van het spel is alleen belangrijk om het volgende potje te mogen delen. Als twee mensen met dezelfde waarde verliezen/winnen, moet er een kaart worden getrokken uit de stapel. Degene met de hoogste kaart (aas is het hoogste, zeven het laagste, de heer staat hoger dan de vrouw, de vrouw is op haar beurt weer hoger dan de boer en de plaatjes staan allemaal hoger dan de 10) wint. Na elk potje komt er een streepje achter de naam van degene die verliest. Degene die als eerste een bepaald aantal streepjes heeft (kan zelf worden bepaald hoeveel streepjes, hangt er ook vanaf hoe lang u wilt spelen) verliest het spel.
Tijdens het spel
Ruilen
Elke beurt mag iemand ruilen. Eén kaart uit de hand kan worden geruild met een van de drie open kaarten of met de gesloten kaart. Er wordt zo geruild dat na het ruilen de opstelling precies hetzelfde is, dus bij het ruilen met een gesloten kaart legt u uw kaart ook gesloten neer, zonder dat iemand de kaart gezien heeft; ruilt u met een open kaart, dan legt u uw kaart ook open op tafel. Ook kan ervoor worden gekozen dat de drie handkaarten worden geruild voor de drie open kaarten.
Einde van het spel
Als iemand 'pas' roept, heeft iedereen behalve degene die als eerste gepast heeft nog één beurt. In deze beurt kan nog worden geruild of kan 'pas' worden gezegd als u tevreden bent met uw kaarten. In een beurt ruilt u dus één of drie kaarten of past u.
Vuile was
Wanneer de kaarten 7, 8 en 9 in het midden liggen, is dit 'vuile was'. Deze drie kaarten worden dan weggehaald en er komen drie nieuwe, willekeurige kaarten uit de pot in het midden te liggen.
Drie azen
Als een speler drie azen heeft (normaal gesproken 30,5) is de ronde direct klaar. Dit is de hoogste mogelijke score (ook hoger dan 31). De betreffende speler moet deze kaarten direct op tafel leggen. Het potje eindigt gelijk en er mag dus niet meer geruild worden. De kaarten worden vergeleken. De winnaar is degene met de drie azen, de verliezer is degene die de laagste score heeft op het moment dat de drie azen op tafel worden gelegd.
Het spel
- Bij het begin van het spel schudt de deler (de winnaar van het vorige potje, anders de jongste deelnemer) de kaarten en geeft hij iedere speler drie willekeurige kaarten, alleen voor zichzelf maakt hij twee stapeltjes van drie willekeurige kaarten. Daarnaast zorgt hij ervoor dat er in het midden één gesloten kaart ligt, de overgebleven kaarten vormen de pot.
- De deler heeft nu twee stapeltjes voor zich liggen. Een van de twee stapeltjes mag worden ingezien, de andere niet. De deler kiest dus welke van de twee stapeltjes hij in wil zien. Als hij deze kaarten wil houden om mee verder te spelen, legt hij de andere drie kaarten (zonder ze gezien te hebben) open; als hij deze kaarten niet wil houden, legt hij deze kaarten open op tafel (zonder de andere kaarten gezien te hebben) en pakt hij de andere kaarten. Nu kan het spel beginnen.
- De eerste die aan de beurt is en dus mag ruilen of 'pas' mag zeggen, is degene die met de klok mee als eerste na de deler zit.
- Per beurt mag elke speler dus één of drie kaarten wisselen en zo een zo hoog mogelijke waarde proberen te krijgen, als een speler denkt niet de laagste waarde te hebben en dus niet te verliezen, past diegene en heeft elke andere speler nog één beurt.
- Als alle beurten geweest zijn worden de kaarten vergeleken en worden de winnaar en de verliezer bepaald. De winnaar krijgt alle kaarten en de verliezer krijgt een streepje. Hierna start het volgende spel.
Voorbeeld
In dit voorbeeld wordt er met drie spelers gespeeld.
Stel, u bent de deler en nadat u alle andere drie willekeurige kaarten heeft gegeven, en voor uzelf twee stapeltjes met drie willekeurige kaarten heeft gemaakt, kiest u het rechterstapeltje. Dit stapeltje bevat een Harten 7, een Klaver 8 en een Schoppen 9 (dit is geen vuile was en mag dus niet geruild worden (vuile was kan alleen midden opende tafel, niet in de hand)). Deze kaarten hebben een totaalscore van 9, dus u besluit deze kaarten in het midden te leggen en de andere kaarten te pakken.
Het blijkt dat u een goede keuze heeft gemaakt, want u heeft nu een Schoppen Aas, een Harten Vrouw en een Schoppen 10 met een totaalscore van 21. Als u uw 7, 8 en 9 in het midden gelegd heeft, ligt er dus vuile was en worden deze drie kaarten gewisseld tegen drie willekeurige kaarten uit de pot. De drie nieuwe kaarten in het midden zijn een Ruiten Heer, een Ruiten Boer en een Ruiten 9.
De tweede speler besluit zijn drie kaarten te wisselen tegen de drie kaarten in de pot (29 is de hoogste score na 30, 30,5 en 31) en er liggen nu een Klaver Boer, een Harten Aas en een Ruiten 8 (dit zijn de oude kaarten van speler twee). De derde speler heeft kennelijk goede kaarten gekregen en kiest ervoor te passen: u en de tweede speler hebben nu allebei nog één beurt.
U heeft nu 21 in uw hand en u besluit een risico te nemen door de gesloten kaart te pakken, want door met één van de drie kaarten uit het midden te ruilen krijgt u geen hogere totaalscore en de Harten Vrouw zal u niet missen. Nadat u uw Harten Vrouw gesloten over de tafel heeft geschoven en de kaarten heeft gewisseld, ziet u dat u een Schoppen Vrouw gepakt heeft. De beurt gaat naar de tweede speler en die kiest ervoor te passen.
Nu worden de totaalscores vergeleken. U heeft een totaalscore van 31, speler twee een totaalscore van 29 en speler 3 een totaalscore van 30. U heeft dus gewonnen en speler twee heeft dus verloren. Speler twee krijgt een streepje en u mag het volgende potje delen, tenzij speler twee met dit streepje het gehele spel verloren heeft.
Varianten
Zoals gezegd bestaan er dus verschillende varianten van eenendertigen. Een paar voorbeelden:
- Het spel kan ook gespeeld worden dat het gaat om het winnen en niet om het verliezen. Bij een gelijke eindstand, wordt wederom een kaart getrokken.
- Bij deze variant gaat het ook om het winnen: als een speler denkt de hoogste waarde te hebben dan zegt diegene 'pas'. Een speler die dan een waarde van 31 in zijn/haar hand heeft, zegt 'verbied'. Dat mag pas na één ronde, maar dan mag er niet meer gewisseld worden.
- In een andere variant mag alleen de speler die als eerste aan de beurt is (na de deler) zijn/haar drie kaarten omwisselen met de kaarten in het midden. Dit is niet verplicht, de kaarten mogen ook worden behouden.
Lees verder