Een leuk kaartspel: Liegen

Kaartspel
De geschiedenis van speelkaarten is al oud, de precieze herkomst is in de nevelen der tijden verborgen. Voor de hedendaagse speler maakt dat allemaal niet zoveel uit, er zijn met de speelkaarten allerlei verschillende en leuke spelletjes te spelen. Sommige kaartspelen doen een beroep op je geheugen, op je tactische vaardigheden en je vermogen om je gezicht zo goed en zo strak mogelijk in de plooi te houden. Andere spelletjes zijn een stuk eenvoudiger, waardoor ze voor alle leeftijden goed speelbaar zijn. En, ook niet onbelangrijk: leuk!Het kaartspel

- Klaveren (zwart)
- Ruiten (Rood)
- Schoppen (Zwart)
- Harten (Rood)
Elk type heeft kaarten met de waarde 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10, boer, vrouw, koning, aas. Een aas kan in veel spellen gebruikt worden als hoogste waarde, soms ook als laagste waarde, de één. In sommige kaartspelen worden aan de totale set enkele jokers toegevoegd. Deze kunnen in principe elke waarde aannemen, afhankelijk van de plek in het spel waar je ze wil gebruiken. In het spel dat in dit artikel wordt besproken spelen jokers geen rol.
Als je goed hebt geteld dan weet je nu dat in elke stok kaarten 4 x 13 = 52 kaarten zitten, waar al of niet een paar jokers aan worden toegevoegd.

Liegen
Het kaartspel liegen is een betrekkelijk eenvoudig spel, dat je meestal met één stok kaarten kunt spelen. Je speelt het met minimaal twee spelers, een maximum is er eigenlijk niet. Hoewel, met héle grote groepen duurt het soms te lang voor je weer aan de beurt bent. Alleen als je met een grotere groep spelers bent kun je beter twee stokken kaarten gebruiken. De jokers heb je niet nodig.Doel van het spel 'Liegen'
In het spel liegen is het de bedoeling dat je al je kaarten weg speelt. Je maakt daarbij gebruik van bijzondere eigenschappen: hoe goed kun je liegen, en kun je de leugens van anderen doorgronden?Begin van het spel
De gever deelt aan alle spelers in de richting van de wijzers van de klok de kaarten uit, twee per keer. Alle kaarten worden opgedeeld. De speler die aan de linkerhand van de gever zit mag beginnen, zoals in de meeste kaartspelen.De eerste spelactie
De speler die aan de beurt is kiest een kaart uit zijn hand, legt deze gedekt op tafel. Gedekt wil zeggen: met het plaatje naar beneden. Niemand kan dus zien om welke kaart het gaat. De speler zegt vervolgens welke kaart het volgens hem is, bijvoorbeeld: Hier ligt klaveren-zeven. Er zijn twee mogelijkheden: het is waar of het is niet waar. De speler heeft gelogen, of hij heeft de waarheid gesproken.De volgende speler
De volgende speler heeft gehoord wat er is gezegd. Klaveren-zeven. Hij heeft twee opties:- Hij kan zeggen: je liegt! De kaart wordt nu omgedraaid. Was het inderdaad gelogen? De vorige speler moet de kaart terugnemen, mét de andere kaarten op het stapeltje. Was het niet gelogen en lag er werkelijk een klaveren-zeven? De huidige speler moet de kaart opnemen en tussen de eigen kaarten steken.
- Hij kan niets zeggen. Hij accepteert dus de mededeling ‘klaveren-zeven’.
Nu moet de huidige speler zelf een kaart boven op de vorige leggen, zodat er een stapeltje kan ontstaan. Ook hij doet nu een mededeling over zijn kaart: ‘Dit is harten-aas’. Dat kan waar zijn, maar misschien is het wel gelogen…