Schildertechniek: olieverf
Olieverf is al sinds de 15e eeuw een belangrijk medium in de schilderkunst. Olieverf is een soort verf met als bindmiddel plantaardige olie. Met olieverf is bijna alles mogelijk. De verf droogt traag, hecht bijna overal op en is dekkend tenzij de verf verdund wordt. Je schilderij kan eigenlijk nooit mislukken: als iets fout is kan je er altijd weer overheen met andere verf. Schilderen met olieverf is een leuke bezigheid, maar de spullen zijn in aanschaf wel duur. Welke spullen heb je nodig als beginnende schilder, op welke dingen moet je letten en met welke technieken kun je schilderen?
Wat heb je nodig?
- Olieverf
- Penselen (Alle maten en soorten, bijvoorbeeld zachte, harde, dikke, dunne, waaierpenselen, scherpe en stompe. Goedkope penselen bijvoorbeeld van de plaatselijke boekhandel zijn zeker voor beginners van voldoende kwaliteit.)
- Palet (Er bestaan afscheur-paletten, oftewel wegwerp-paletten. Deze zijn heel handig, want dan hoef je het palet niet steeds schoon te maken.)
- Ondergrond: hout, karton of schildersdoek op spieraam (= houten raster waarop het doek wordt gespannen)
- Schildersezel (= schuine standaard waarop het schilderij staat) met eventueel een tekenbord
- Schildersmessen / paletmessen
- Schildersstok (om je hand op te laten rusten tijdens het schilderen)
- Terpentine
- Eventueel medium
- Potlood, houtskool of zwarte viltstift
Olieverf opzetten
Als je graag moeilijk wil doen, kun je zelf een olieverfdoek op een spieraam of spanraam spannen. Er zijn ook kant-en-klare canvassen te koop, bijvoorbeeld bij de V&D.
Als je op doek werkt, is het belangrijk dat je eerst een ondergrond aanbrengt. Dit voorkomt dat de verf onmiddellijk in het doek trekt. Je kunt dit doen met olieverf, maar goedkoper en handiger is acrylverf. (Acrylverf droogt veel sneller.) Soms wordt een ondergrond ook gebruikt om te voorkomen dat het wit van de ondergrond doorschijnt als je een stukje vergeet te schilderen.
Als de ondergrond droog is kun je de schets gaan doen. De schets maak je met houtskool, potlood of viltstift. Als je tijdens het schilderen merkt dat een lijn toch niet helemaal goed is kun je era ltijd nog overheen schilderen, want de verf is dekkend.
Leg van tevoren alle verf die je nodig hebt op het palet. De verf droogt heel traag, dus je hoeft niet bang te zijn dat de verf te snel uitdroogt.
Technieken
Ook voor olieverf zijn er verschillende technieken. Je kunt het schilderij met penselen en/of messen maken.
Kwasten bewaren
Zet tijdens het schilderen de kwasten die je niet gebruikt, maar wel onder de verf zitten, in een potje terpentine. Zo voorkom je dat de verf indroogt. Terpentine werkt als een verdunningsmiddel.
Maak na gebruik je kwasten altijd goed schoon met water en zeep. (Afwasmiddel werkt erg effectief.)
Van donker naar licht of andersom?
De meeste schilders werken van donker naar licht. Dit is geen regel, en zeker als je begint is het soms makkelijker om van licht naar donker te werken. De verf is volledig dekkend dus in principe zou je dit gewoon op je eigen manier kunnen aanpakken.
Waar beginnen?
Aangezien olieverf heel traag droogt, is het verstandig om te beginnen in een hoek waar je arm of handpalm niet direct in de verf komt. Als je dus linkshandig bent is het verstandig om rechts bovenin te beginnen en als je rechtshandig bent is het verstandig om links bovenin te beginnen. Als je dit niet fijn vindt werken zou je ook een schildersstok kunnen gebruiken, om te voorkomen dat je in de verf hangt. Een schildersstok is een lange, platte stok met aan beide kanten een ophoging die je dan neer kunt zetten op een plekje op het doek wat nog niet beschilderd is.
Mengen
Mengen kan met olieverf zowel op je palet maar ook op je schilderij!
Verf verwijderen
Olieverf kun je makkelijk verwijderen met een schildersmes (krassen), als de verf nog nat is. Als het schilderij al een deel is opgedroogd kun je scherpere messen proberen, bijvoorbeeld een plamuurmes.
Glaceren
Glaceren is met verdunde verf over een andere (gedroogde) kleur heengaan. Door de verf te verdunnen wordt de verf doorschijnend. Je kunt de verf verdunnen met medium. Met deze techniek kun je schaduwen maken, maar maak schaduwen altijd als laatst!
Droge kwast
De 'droge kwast methode' is dat je met een harde kwast verf aanbrengt op een droge ondergrond. Als je weinig verf op je kwast doet, kun je zo een waaier-effect krijgen. (Bijvoorbeeld handig voor het maken van blaadjes aan bomen.) De ondergrond mag onder de verf zitten maar moet wel kurkdroog zijn.
Scraffitty
Scraffitty is een krasmethode waarbij je op een droge ondergrond verf aanbrengt en daarin krast met een mes.
Doppen
Een leuke techniek is 'doppen'. Doppen geeft een leuk effect op je schilderij, maar gebruik de techniek overal want dan wordt het saai. Je hebt een kurkdroge penseel nodig die rond van vorm is. De haren moeten licht uit elkaar op de verf worden gedrukt, waarna je de penseel, met de haren nog steeds uit elkaar, een paar keer op het schilderij drukt. Doppen kan leuk zijn om struikjes en plantjes aan te geven. Je moet oppassen voor te grote klodders verf.
Alles kan, alles mag
Olieverf kent weinig grenzen, omdat de verf langzaam droogt en dekt. Technieken bestaan, maar dit wil niet zeggen dat je deze perse moet toepassen om tot een goed eindresultaat te komen. Wees niet bang om zelf iets uit te proberen, want als iets niet goed is kun je er altijd nog met andere verf overheen.
Lees verder