De sensors van Canon spiegelreflex- en systeemcamera's
De digitale spiegelreflex- en systeemcamera’s van Canon beschikken over verschillende sensors met verschillende afmetingen. In camera's van het beginners- en middensegment zijn veelal zogeheten APS-C-sensors aanwezig. In de duurste camera’s van het topsegment zitten full-frame-sensors of in een enkel geval de iets kleinere APS-H-sensors. Sensors kleiner dan het APS-C-formaat worden alleen gebouwd in compactcamera's. Een grotere sensor betekent veelal een betere beeldkwaliteit en minder ruis op de foto.
De functie van de sensor
Een sensor is een elektronisch element dat uit zeer veel lichtgevoelige pixels bestaat, die elk afzonderlijk lichtinval kunnen registreren en kunnen omzetten naar een digitale kleurcode. De meest gebruikte sensors zijn CCD- en CMOS-chips. CCD staat voor 'charged coupled device' en CMOS staat voor 'complementary metal-oxide-semiconductor'. Een CMOS-sensor is goedkoper om te maken dan een CCD-chip en verbruikt tevens minder stroom. CCD-sensors worden vooral voor professionele video- en filmcamera’s gebruikt en daarnaast als klein formaat sensor veel in goedkopere compactcamera’s. De voortschrijdende ontwikkelingen in combinatie met ruisonderdrukkende technologie heeft de CMOS-sensor begin deze eeuw steeds verder in kwaliteit doen toenemen, vandaar dat deze sensor vrijwel in alle spiegelreflex- en systeemcamera’s (dit zijn camera's met verwisselbare lens zónder spiegel) en in vrijwel alle compactcamera's van Canon worden aangetroffen.
Formaat van de sensor
Het formaat van de sensor is van belang voor de kwaliteit van de foto’s. Een groot formaat sensor van bijvoorbeeld 18 megapixels (18MP) zal een betere beeldkwaliteit opleveren dan een kleinere sensor met hetzelfde aantal megapixels. Bij kleinere sensors met een groot aantal megapixels zijn de pixels namelijk veel kleiner en bestaat de kans dat er (vooral in donkere omstandigheden) meer ruis op de foto terecht zal komen. De kwaliteit van kleine sensors en de technieken om ruis te onderdrukken zijn echter, zoals gezegd, steeds beter geworden vandaar dat ook met goede compactcamera's goede foto's gemaakt kunnen worden. Het voordeel van kleine sensors is dat de camera klein gehouden kan worden, de lenselementen hoeven niet groot te zijn en zijn dus minder duur.
Drie typen sensors
De sensors van Canon spiegelreflex- en systeemcamera’s kunnen worden opgedeeld in drie typen. Allereerst de allerkleinste APS-C sensors van ongeveer 22 x 15mm groot, deze zitten vanaf 2000 in de meeste camera's. Dan de APS-H sensors, deze zijn vanaf 2001 tot en met 2011 in een aantal topsegment spiegelflexcamera’s gebouwd en zijn ongeveer 28 x 19mm groot. Tot slot full-frame sensors, deze zijn net zo groot zijn als het kleinbeeld fotorolletje van analoge fototoestellen van de vorige eeuw, en meten 36 x 24mm, zijn te vinden in camera’s gemaakt vanaf 2002.
APS-C-sensors
In verreweg de meeste Canon spiegelreflex- en systeemcamera’s bevindt zich een APS-C-sensor. APS-C staat oorspronkelijk voor het analoge 'Advanced Photo System type-C' en werd in 1996 ingevoerd als alternatief voor het meest gebruikte populaire kleinbeeldformaat dat we kennen als het 'normale' fotorolletje. APS bood de mogelijkheid om in verschillende formaten analoge foto’s te maken, zowel op 3 x 2, 16 x 9 als op panoramaformaat van 3 x 1. APS type C betrof de standaard beeldverhoudingen van 3 x 2, de letter 'C' stond uiteraard voor 'Classic'. De digitale sensors die in de meeste spiegelreflexcamera’s worden gebouwd bevatten ongeveer hetzelfde formaat als het analoge APS-C-formaat en wordt derhalve eveneens APS-C genoemd. APS betekent bij deze digitale sensors echter 'Active Pixel Sensor', waarbij de C staat voor CMOS. De afmetingen van het analoge APS-C-formaat bedragen 25,1 x 16,7mm, een digitale APS-C-sensor van een Canon-spiegelreflexcamera bedraagt ongeveer 22 x 15mm (330 vierkante millimeter), maar dit formaat kan iets verschillen per type camera. Een sensor in een canon EOS-M-systeemcamera kan 22,3 x 14,8mm meten, maar een APS-C-sensor in de spiegelreflexcamera EOS 1100D bedraagt 22,2 x 14,7mm. Vermeld moet worden dat er sinds 2017 ook zelfs een Canon compactcamera met een APS-C sensor bestaat, dit is de Canon PowerShot G1 X Mark III, het vlaggenschip onder de Canon compactcamera's.
Spiegelreflexcamera's die een APS-C-sensor bevatten
- D30 en de D60
- 10D tot en met 80D (een reeks genummerd met telkens 10 erbij)
- 300D tot en met 800D (een reeks genummerd met telkens 50 erbij)
- 100D en de 200D
- 1000D, 1100D, 1200D en de 1300D
- 2000D en de 4000D
- 7D en de 7D Mark II
Systeemcamera's die een APS-C-sensor bevatten
- M, M2, M3, M5 en de M6
- M10
- M50
- M100
APS-H-sensors
Een APS-H-sensor is een soort tussenformaat-sensor, het is iets groter dan een APS-C-sensor maar kleiner dan full-frame. Het formaat bedraagt ongeveer 28 x 19mm (dit verschilt iets per type camera) en heeft derhalve een oppervlakte van 532 vierkante millimeter. Voor het eerst werd deze sensor in 2001 gebouwd in de spiegelreflexcamera EOS 1D, echter in 2011 werd de verkoop van camera's met een APS-H-sensor beëindigd omdat nieuwere camera’s uit de 1D-serie vanaf 2012 full-frame-sensors kregen. De APS-H sensor komt dan ook niet voor in systeemcamera's. De APS-H sensor heeft vergeleken met een full-frame-sensor ongeveer een cropfactor van 1,3, dat betekent dat het beeld dat deze sensor registreert 1,3 keer kleiner is (in lengte en in breedte) dan een foto gemaakt met een full-frame-camera. Echter als naar de oppervlakte wordt gekeken dan is de factor 1,62: 864 vierkante millimeter / 532 vierkante millimeter = 1,62.
Spiegelreflexcamera's die een APS-H-sensor bevatten
1D, 1D Mark II, 1D Mark II N, 1D Mark III en de 1D Mark IV.
Full-frame-sensors
Full-frame-sensors van Canon hebben met 36 x 24mm een oppervlakte van 864 vierkante millimeter. Het full-frame-formaat komt ongeveer overeen met het kleinbeeld-fotorolletje van voormalige analoge (spiegelreflex-)camera’s uit eind vorige eeuw. Aangezien de relatief grote full-frame-sensors duur zijn om te fabriceren worden ze alleen in topsegment spiegelreflexcamera’s gebouwd, én sinds september 2018 ook in de eerste full-frame-systeemcamera, de EOS-R. De eerste full-frame-spiegelreflexcamera werd in 2002 uitgebracht, dit was de EOS 1Ds.
Spiegelreflexcamera's die een full-frame-sensor bevatten
- 1Ds, 1Ds Mark II en de 1Ds Mark III
- 1D C
- 1D X en de 1D X Mark II
- 5DS, 5DS R
- 5D, 5D Mark II, 5D Mark III en de 5D Mark IV
- 6D en de 6D Mark II
Systeemcamera's die een full-frame sensor bevatten
Canon EOS-R.
Kleinere sensors
In spiegelreflex- en systeemcamera’s van Canon worden geen kleinere sensors gebouwd dan het APS-C-formaat, kleinere sensors zijn dan ook ontworpen voor compactcamera’s. Compactcamera's zijn camera’s waarbij de lens niet verwisseld kan worden en het formaat meestal klein is. Sensors kunnen in dit soort camera’s afmetingen hebben van 1 inch, 1/2,3 inch, 1/1,8 inch of 1/1,5 inch. De allereerste modellen, eind jaren 90, hadden een kleine sensor van 1/3,2 inch en moesten het met 1 megapixel doen. Het allereerste model was de Canon Powershot A600 welke in 1996 uitkwam en een 0,5 MP CCD-sensor bevatte.