Scherptediepte in de fotografie: vier bepalende factoren
Scherptediepte is een veelgehoord begrip in de fotografie. Door te spelen en variëren met scherptediepte kun je prachtige creatieve opnamen maken. Maar wat is scherptediepte precies en welke factoren bepalen de mate van scherptediepte in een foto? Een uitleg.
Wat is scherptediepte?
Mate van scherpte
In de fotografie is scherptediepte een veelbesproken onderwerp. De scherptediepte in een foto is het gebied dat scherp wordt afgebeeld. Het is precies de afstand tussen de dichtstbijzijnde en verste punten in een foto die scherp zijn.
Kleine en grote scherptediepte
In de fotografie wordt vaak gesproken over een kleine of een grote scherptediepte. Een kleine scherptediepte houdt in dat er weinig scherpte in de diepte van de foto te zien is. Een grote scherptediepte houdt in dat er veel scherpte in de diepte te zien is.
Spelen met scherptediepte
Scherp en onscherp gebied
Veel fotografen kiezen er bewust voor om te spelen met scherptediepte. Soms kan het immers gewenst zijn om vrijwel heel de afbeelding scherp (grote scherptediepte) te krijgen. Denk hierbij aan groothoekopnames waarbij je alles van een landschap scherp wilt afbeelden. In andere gevallen is het juist mooi om maar een beperkt deel van de foto scherp af te beelden (kleine scherptediepte), bijvoorbeeld bij
portretfotografie waarbij je alleen het model scherp in beeld wilt brengen. Alles wat op de achtergrond te zien is, leidt alleen maar af.
Oefenen
Om de mogelijkheden van scherptediepte te leren kennen is het raadzaam om veel te oefenen met scherptediepte. Varieer eens met het type lenzen, de grootte van je diafragma of wissel zelfs eens van camera. Persoonlijke voorkeur speelt uiteraard een rol bij het bepalen van de hoeveelheid scherptediepte in je foto. Maar ook kennis van en belangrijke vuistregels over scherptediepte helpen bij het maken van de perfecte foto.
Scherptediepte: vier bepalende factoren
In de fotografie zijn grofweg vier factoren die bepalen hoe je zo veel of juist zo weinig mogelijk scherptediepte in je foto krijgt. Deze factoren hebben uiteraard allemaal weer invloed op elkaar. Het is dus een kwestie van oefenen en uitproberen totdat je precies in de vingers hebt hoe je met scherptediepte kunt spelen. De belangrijkste factoren die van invloed zijn op de mate van scherptediepte zijn:
Diafragma-instelling
De diafragma-instelling van je camera is één van de belangrijkste factoren bij het bepalen van de mate van scherptediepte in je foto. Hoe kleiner je diafragma (groot getal, bijvoorbeeld f20) hoe kleiner de scherptediepte. Hoe groter je diafragma (klein getal, bijvoorbeeld f2,8), hoe minder scherpte in de diepte. In het laatste geval zal een deel van je foto zeer onscherp zijn. Let er overigens bij het maken van je foto altijd op dat je goed scherp hebt gesteld op je hoofdonderwerp!
Afstand tussen camera en hoofdonderwerp
De tweede factor die bepalend is voor de mate van scherptediepte in je foto is de afstand tussen de lens en je hoofdonderwerp. Hoe kleiner de afstand tussen je camera en het onderwerp, hoe minder scherptediepte. Fotografeer je juist vanaf een grote afstand dan krijg je meer scherptediepte. Meer delen in je foto zullen dan scherp afgebeeld worden, uiteraard ook afhankelijk van het type lens dat je gebruikt.
Brandpuntsafstand
Ook de brandpuntsafstand is een belangrijke factor. Hoe langer je brandpuntsafstand hoe minder scherptediepte. Maak je juist gebruik van een korte brandpuntsafstand dan krijg je al snel meer scherpte in de diepte oftewel een grote scherptediepte. Zo zullen de meeste groothoeklenzen (die een korte brandpuntsafstand hebben) vaak foto's produceren die grote delen van de foto scherp afbeelden. Telelenzen geven juist minder scherptediepte waardoor je extra goed moet bepalen welk onderwerp je in de foto scherp wilt hebben.
Verstrooiingscirkel
Omdat de mate van scherpte in een foto ook een subjectief begrip is, is er een referentie -zoals een oog- nodig om te bepalen wat als scherp wordt gezien. Simpel uitgelegd is de verstrooiingscirkel een gebied in de foto dat een indicatie vormt van wat we wel en niet accepteren als scherp. Fotografen hebben met elkaar een standaard opgesteld om dat te bepalen. Gemiddeld genomen is een dot van 0,25 mm de overgang van wat een menselijk oog nog als scherp kan waarnemen. Wordt een afbeelding sterk vergroot of werk je met een ander type sensor dan zijn er berekeningen om de 'maximaal toegestane verstrooiingscirkel' te bepalen.
Spiegelreflexcamera en scherptediepte
Variëren met scherptediepte is een leerzaam en creatief proces. Wie hier veel mee wil oefenen, is het beste af met een digitale spiegelreflexcamera met verwisselbare
lenzen (objectieven) omdat je hier meer mogelijkheden hebt om te spelen met diafragma-instelling, focusafstand en brandpuntsafstand. Ook hebben deze camera's grotere sensoren en dus meer lichtinval waardoor een maximaal resultaat bereikt kan worden.