Fotografie van camera obscura tot digitale spiegelreflex
Fotografie bestaat in een zekere vorm al vanaf 1816 toen de Fransman Joseph Nicéphore Niépce een beeld wist vast te leggen door een plaat met een lichtgevoelig materiaal aan licht bloot te stellen in een camera obscura. Maar daarna heeft zich een aantal ontwikkelingen voltrokken. Jarenlang werd gefotografeerd met een analoge camera met daarin een fotorolletje. Daarna verdrong de digitale camera de analoge vrijwel geheel hoewel er nog steeds door sommigen de voorkeur wordt gegeven aan een camera met fotorolletje.
Nog steeds principe van camera obscura
Een camera obscura is eigenlijk gewoon een doos met een heel klein gaatje er in. De camera obscura werd al in de zestiende eeuw gebruikt door schilders. Met het apparaat projecteerden ze onderwerpen op een wand die daarna werden nageschilderd. Het principe van de camera obscura is feitelijk nooit veranderd. De doos werd een body en het gaatje werd een lens. De lichtgevoelige achterwand werd bij de analoge camera een film en later bij de digitale camera een elektronische sensorchip.
Fixeren vanaf 1826
Het beeld dat Niépce maakte was niet gefixeerd waardoor het verloren ging. Tien jaar na dat eerste beeld werden door Niépce de eerste beelden gemaakt die wél werden gefixeerd. Hij gebruikte daarvoor een plaat die bedekt was met bitumen. De belichtingstijd voor die foto´s bedroeg maar liefst acht uur. Het fixeren was belangrijk omdat lichtgevoelig materiaal zijn gevoeligheid behoudt waardoor het beeld na enige tijd geheel zwart wordt. De lichtgevoeligheid moet daarom worden gestopt waardoor het beeld blijft zoals het op dat moment is.
Experimenten met lichtgevoelig papier
In 1831 experimenteerde de Franse kunstenaar Louis Daguerre verder op de bevindingen van Niépce en gebruikte platen met zilverjodide. Drie jaar later ontwikkelde William Henry Fox Talbot een methode om papier lichtgevoelig te maken. Hij dompelde het papier eerst in een zwakke zoutoplossing en vervolgens in een zilvernitraat oplossing. Het fixeren lukte Talbot door het papier met de beelden onder te dompelen in een sterke zoutoplossing. Ook ontdekte Talbot het procedé van negatief naar positief.
Daguerreotypie met verzilverde koperplaat
In 1837 ontdekte Daguerre mogelijkheden waarbij hij gebruik maakte van een gejodeerde verzilverde koperplaat die kort werd belicht en daarna blootgesteld werd aan kwikdamp. Dit proces werd door hem Daguerreotypie genoemd. Hij legde volgens dit procedé onder meer een straattafereel van Parijs vast.
Glasplaten als eerste soort negatieven
Van de eerste foto´s bestond maar één exemplaar omdat met een plaat of papier werd gewerkt. Er was pas sprake van een soort negatieven toen rond 1850 glasplaten werden gebruikt. Op dat glas werd zilverhalogeniden gehecht met behulp een collodiumlaag. De glasplaten moesten worden belicht terwijl ze nat waren en onmiddellijk worden afgewerkt.
Verdere ontwikkelingen
Eerste kleurenfoto
Het duurde tot 1861 voordat door James Maxwell met drie kleurfilters de eerste kleurenfoto werd gemaakt.
Droge methode
Weer tien jaar later werd door de Engelse arts Richard Maddox een droge methode uitgevonden waarvoor hij een glasplaat gebruikte waarop zilverbromide in een gelatine laag werd ingebed. Eigenlijk was dat de oervorm van de latere fotografische films.
Eenvoudige camera
In 1888 werd door George Eastman de eerste eenvoudige camera op de markt gebracht met de slagzin “U drukt op de knop, wij doen de rest”. Dat was het begin van de productie van veel modellen van de Eastman Kodak Company met steeds weer vernieuwende elementen.
Fotorolletje
Pas rond 1930 werden de eerste 35 mm negatieven ontwikkeld die nog steeds in analoge camera´s worden gebuikt. Die fotorolletjes werden (en worden voor zover niet verdrongen door het digitale systeem) ontwikkeld in een donkere kamer.
Kleurenfoto’s
De eerste kleurenfoto werd weliswaar al gemaakt in 1860 maar het zou tot 1960 duren voordat kleurenfoto’s in grote getale voor consumenten werden afgedrukt. De belangrijkste reden voor die lange duur was dat het niet lukte om de kleur rood goed vast te leggen.
Spiegelreflexcamera
De eerste spiegelreflex camera’s kwamen rond 1940 voor de consument op de markt.
Digitale camera
De eerste digitale camera verscheen al in 1981. Maar de kwaliteit van de afgedrukte foto’s was zeer laag en de prijs van de camera zeer hoog. Dat bleef zo tot begin 2000 met onder meer de Mavica. In 2001 kwam Canon met een betere camera en volgden ook andere merken.
Pixels
Het aantal pixels van die camera’s verhoogde per jaar waardoor nu ook grote afdrukken kunnen worden gemaakt met voor consumenten geschikte en betaalbare camera’s.
Lenzen
Lenzen zijn steeds lichtgevoeliger geworden met als meest lichtgevoelige een lens met een waarde van F 1.8 of de duurdere F 1.4. Eigenlijk komt in die lichtgevoeligheid al vele tientallen jaren geen verandering meer in. Wel is er uiteraard verschil in lenskwaliteit tussen goedkopere en duurdere lezen met ook verschil in scherpte.
Lees verder