Tips voor digitale fotografie: Belichting
Sinds de digitale fotografie opgekomen is, heeft iedereen zich wel een digitale camera aangeschaft. Maar kunnen we deze digitale camera wel goed gebruiken en halen we eruit wat we kunnen? Hierbij enkele tips in verband met belichting en hoe men, door goed gebruik, het beste uit een digitale camera kan halen.
Belichting, de basis van iedere foto
Belichting is de hoeveelheid licht die op de CCD opgevangen wordt. Het is belangrijk een evenwichtig belichte foto te kunnen nemen waar zowel in het donkere als het lichte gedeelte nog details te zien zijn. Indien men teveel licht toelaat, zal de foto overbelicht zijn waardoor men hele felle vlakken krijgt waar geen details meer in te onderscheiden zijn. Hetzelfde kan met een foto waar te weinig licht is en daar donkere vlakken zonder details verscheinen. Het is dus belangrijk te weten hoeveel licht er is en hoeveel men nodig heeft voor een goede foto. De benodigde verlichtingswaarde, die als EV (Exposure Value) aangegeven wordt, is afhankelijk van de lichtgevoeligheid (ISO), de lensopening of
diafragma en de sluitertijd.
Belichtingswaarde EV
De belichtingswaarde of EV, wordt uitgedrukt in een getal dat de hoeveelheid licht bij een bepaalde belichting weergeeft. Hiermee kan de camera, op automatische stand, een bijhorende ISO-waarde, sluitertijd en diafragma berekenen. Iedere EV-waarde zorgt voor een combinatie met een bepaalde sluitertijd en
diafragma waardoor de foto op de gewenste manier belicht wordt. Vb EV-0 komt overeen met een sluitertijd van 1 seconde en een f-waarde van 1 (f/1). De combinatie van deze factoren heeft niet alleen invloed op de belichting van de foto, maar ook op de scherptedieptie die aan het
diafragma gelieerd is. De sluitertijd aan de andere kant heeft ook weer invloed op bewegingsonscherpte. Het is dus belangrijk vooraf steeds te weten welk effect belangrijk is en welke parameters invloed hebben op dit effect.
De ISO-waarden en de werking
Lichtgevoeligheid wordt sinds de filmrolletjes uitgedrukt in ISO-waarden. Als men een filmrolletje kocht, moest men specifiëren welke ISO-waarde men wilde afhankelijk van de hoeveelheid licht die aanwezig zou zijn bij het nemen van de foto. Hetzelfde principe van ISO-waarden wordt ook in de digitale fotografie nog toegepast. Bij digitale fotografie geeft de ISO-waarde niet de lichtgevoeligheid van de film maar wel van de beeldsensor aan. Ook bij het instellen van de lichtgevoeligheid is het diafragma en de sluitertijd een belangrijke factor. Bij minder licht zal men een hogere ISO-waarde instellen wat dus wil zeggen dat de beeldsensor lichtgevoeliger wordt. Dit zal samengaan met een groter diafragma en een langere sluitertijd. Het bereik van de ISO-waarde hangt af van de camera; bij een ‘hobby-camera’ ligt het bereik vaak tussen de 100 en de 400 terwijl dit bij meer professionele camera’s zelfs tot 3200 kan oplopen. Hoewel men in minder belichte situaties vaak geholpen is met het hoger zetten van de ISO-waarde, verhoogt men op die manier ook de ruis op de foto.
Belichting beïnvloeden door sluitertijd en diafragma
Er zijn voldoende situaties in te denken waar belichting een probleem vormt.
Te weinig licht
Vaak heeft men een onderbelichte foto als men bij weinig licht wil trekken of gaat men compenseren door de ISO waarde te verhogen en hierdoor een korrelige foto krijgen. In situaties waar weinig licht is, is het ook belangrijk het diafragma groter te maken en de sluitertijd langer te maken. Op die manier wordt al het licht dat aanwezig is optimaal gebruikt. Meestal kan men op een camera ook handmatig gaan onder of overbelichten. Het is wel belangrijk te beseffen dat een groter diafragma zorgt voor minder scherptediepte en dat een lange sluitertijd een bewegingsonscherpte met zich kan meebrengen. Het is daarom raadzaam om, bij weinig licht, gebruik te maken van een statief.
Te veel licht
Bij heel veel licht, is het risico op overbelichting groot. Men krijgt dan een foto met witte helle vlakken waar geen detail meer in te zien is. Hier is het belangrijk een klein diafragma te gebruiken en een korte sluitertijd. Men stelt best ook de ISO-waarde lager in waardoor ook het risico op ruis kleiner wordt. Een kleiner diafragma heeft dan wel weer een grotere scherptediepte als gevolg.
Tegenlicht
Een voorwerp of persoon bij tegenlicht tekken is helemaal moeilijk. Hoewel het soms een schitterend resultaat kan opleveren om een silouet van iemand te zien tegen een heel felle achtergrond, is het niet steeds de bedoeling. Daarom zal men verplicht zijn de belichting te verhogen om zo ook het onderwerp beter in beeld te krijgen. Ook het werken met een flits is hier vaak aan te raden en geeft meestal ook een mooi effect.
Samengevat
Het is belangrijk te kunnen spelen met de parameters die de belichting van een foto regelen en de mogelijkheden en beperkingen te kennen. Het is daarnaast ook cruciaal te beseffen dat deze parameters niet enkel hun effect hebben op de belichting van de foto, maar ook op scherptediepte en beweging. Bekijk daarom ook het artikel over
diafragma en de werking ervan Tenslotte is de compositie en de sfeer die een foto uitstraalt toch nog het meest doorslaggevend dus dat is het begin. Experimenteren leidt vaak tot verbluffende foto’s dat is meteen ook het grootste voordeel van digitale fotografie.
Lees verder