Jungle Speed - een verrassend kaartspel

Basisinformatie

- Ingrediënten: 80 speelkaarten (74 symboolkaarten en 8 speciale kaarten), een totem en een kleurig zakje.
- Spelers: Je kunt het spel met z’n tweeën spelen, maar dat is lastig. Een groep tussen drie en acht personen werkt het beste. Kinderen vanaf 7 jaar kunnen meedoen.
- Verkrijgbaarheid: Jungle Speed is in Nederland niet te koop in speelgoedwinkels, alleen in speciale spellenwinkels. In Frankrijk is het spel wel redelijk eenvoudig te koop, omdat het daar vandaan komt. In België schijnt het ook makkeljk te vinden te zijn.
- Kosten: ca. 20 euro.
- Doel van het spel: Al je kaarten kwijtraken.
Het spel
Jungle Speed is in essentie een volwassen variant van Handje-Klap. Bij Jungle Speed heb je andere kaarten en een totem. Zodra twee spelers een gelijke vorm hebben, is er een duel tussen hen om wie als eerste de totem grijpt. Wie het snelst is, raakt zijn kaarten kwijt aan de verliezer.Spelregels
De totem wordt in het midden van de groep gezet, zodat iedereen er goed bij kan. Alle 80 kaarten worden zo gelijk mogelijk verdeeld onder de spelers. Niemand mag zijn kaarten zien. Om de beurt (kloksgewijs) draaien de spelers een kaart om totdat er een duel plaatsvindt. De kaarten worden per speler gestapeld, dus de nieuwste kaart wordt bovenop de vorige gelegd. De stapeltjes moeten voor iedereen goed zichtbaar zijn.
Een duel vindt plaats als twee (of meer) spelers exact dezelfde vorm op hun meest recente kaart hebben. Zie de foto voor voorbeelden van vier verschillende symboolkaarten. De winnaar van een duel geeft al zijn omgedraaide kaarten aan de verliezer(s), samen met eventuele kaarten in de pot. De verliezer legt deze kaarten onderaan zijn stapeltje om te draaien kaarten. Als het duel tussen meer dan twee spelers gaat, bepaalt de winnaar hoe de kaarten verdeeld worden onder de verliezers. Na het duel mag de verliezer verder spelen.
Verkeerd duel
Als een speler meent dat hij dezelfde kaart heeft als een ander, of als de speler zich in een duel van anderen mengt, begaat hij een fout. Dit heeft tot gevolg dat hij alle omgedraaide kaarten krijgt die op dat moment op tafel liggen, dus alle omgedraaide kaarten van elke speler en eventuele kaarten in de pot. Dit geldt ook als de speler de totem omstoot of oppakt en weer snel terugzet. Als troost mag de verliezer beginnen.
Speciale kaarten
Behalve de normale symboolkaarten, zijn er ook drie verschillende speciale kaarten in het spel (zie foto).

Alle spelers draaien tegelijkertijd een nieuwe kaart om. Het eenvoudigst en eerlijkst is om gezamenlijk af te tellen. Dit kan tot nieuwe duels leiden, maar niet per se. Als er geen nieuw duel is, gaat de speler verder die links zit van diegene die deze kaart omdraaide.
Pijlen naar binnen:
Iedereen is in duel. Diegene die als eerste de totem grijpt, mag zijn kaarten onder de totem leggen (de pot). Deze kaarten worden bij het eerstvolgende duel aan de verliezer gegeven.
Gekleurde pijlen:
Vanaf nu is vorm niet meer bepalend, maar kleur. Een duel gaat nu tussen spelers die kaarten in dezelfde kleur hebben. Er zijn vier kleuren in het spel (rood/oranje, groen, geel en paars), dus er is nu eerder een duel. Zodra er één duel is geweest, verliest deze kaart haar werking en moeten de spelers weer op vorm letten.
Extra regels
Om te winnen moet je alle kaarten van je stapel kwijt zijn. Als je je laatste kaart omdraait, blijft deze op het stapeltje voor je liggen, dus ben je nog niet klaar. Je moet op bijven letten. Pas als je al je kaarten kwijtraakt door een duel te winnen of door een fout van een ander, heb je gewonnen. De anderen kunnen doorspelen totdat er nog twee spelers over zijn.
Als je laatste kaart een Pijlen naar binnen kaart is, moet jij de totem grijpen om te winnen. Is een andere speler sneller, dan krijg je alle omgedraaide kaarten van alle andere spelers.
Als je laatste kaart een Pijlen naar buiten kaart is, heb je gewonnen. Als de anderen door willen spelen, kunnen deze kaarten weer in het spel komen door ze in de pot te leggen.
Spelen met twee personen
Met z’n tweeën spelen is moeilijk, maar het kan. Elke hand staat dan voor een aparte speler. De Gekleurde pijlen kaart wordt uit het spel gehaald.Beide spelers spelen hun handen om de beurt, dus speler 1 speelt rechts, speler 2 rechts, speler 1 links en speler 2 links. Bij een duel moet de speler de totem met de goede hand pakken, anders is het een verkeerd duel. Een speler moet de totem niet grijpen als het duel tussen zijn eigen twee handen is. Gebeurt dat toch, dan is dat gelijk aan een verkeerd duel. Bij een Pijlen naar binnen kaart moeten de spelers goed nadenken met welke hand ze de totem willen pakken, want het beste is natuurlijk om te pakken met de hand die het grootste stapeltje kwijt te raken heeft.
Het spel is afgelopen als twee handen geen kaarten meer hebben. Mochten beide spelers nog één stapeltje hebben, dan wint diegene met de minste kaarten.