Theater voor kinderen: dansspelletjes
Binnen het theater wordt veel met dans gewerkt. Dansspelletjes zijn een leuke afwisseling als warming-up of als afsluiting, maar ze kunnen ook op ieder ander moment ingepast worden. Dansen kan helpen de kinderen te ontspannen of teveel aan energie kwijt te raken. Dansen stimleert de motorische, creatieve, cognitieve en ook sociaal-emotionele ontwikkeling van het kind.
Dansen stimuleert de motorische ontwikkeling omdat het kind op een andere manier zijn lichaam gaat gebruiken, het stimuleert de creatieve ontwikkeling omdat men nieuwe bewegingen leert en kan bedenken, het stimuleert cognitief omdat men pasjes en bewegingen moet leren onthouden en regels binnen de dansspelletjes en het draagt ook bij aan de sociaal-emotionele ontwikkeling omdat bij dansen samenwerking en op elkaar letten heel belangrijk kan zijn. Hieronder volgen een aantal leuke en leerzame dansspelletjes.
Dans mij maar na
Laat de kinderen in een kring staan en zet de muziek aan. Eén van de kinderen wordt aangewezen om te beginnen en gaat een beweging doen. Iedereen moet die beweging zo snel mogelijk na doen. De spelleider wijst steeds iemand anders aan die dan weer een andere beweging gaat doen die de rest na moet doen.
Opdrachtdans lichaamsdelen
De kinderen staan verspreid door de ruimte. Als de muziek begint, beginnen ze te dansen. Tijdens het dansen worden door de spelleider opdrachten gegeven die ze zo goed mogelijk moeten uitvoeren. De spelleider geeft aan met welk lichaamsdeel de kinderen moeten dansen. Bijvoorbeeld; dans alleen met je rechtervoet, de pink van je linkerhand, met je buik, met je hoofd (geef wel altijd aan dat de kinderen voorzichtig moeten zijn met hun hoofd), zittend op de grond met je rechterhand en linkerbeen, staand op je rechterbeen met je rechter wijsvinger etc.
De stopdans
De kinderen staan verspreid door de ruimte. Als de muziek aan gezet wordt, begint iedereen op zijn eigen manier te dansen. Als de muziek uitgaat staat iedereen stil. Wie nog beweegt is af. De kinderen die af zijn gaan aan de kant zitten en kunnen mee helpen met kijken wie nog beweegt wanneer de muziek uit gezet wordt. Het spel kan ingewikkelder gemaakt worden door extra elementen toe te voegen. Men kan bijvoorbeeld vooraf zeggen dat wanneer de muziek stopt iedereen stil moet staan als een blij standbeeld of andere variaties, zoals met je rechter wijsvinger in de lucht, als een standbeeld dat op één been staat, als een zittend standbeeld, als een standbeeld met een boze gezichtsuitdrukking etc.
Wie is de leider?
Eén kind moet op de gang gaan staan terwijl er uit de rest van de groep één leider aan wordt gewezen. Het kind dat op de gang staat mag terug komen. De rest van de kinderen staan ondertussen al in een kring te dansen. Het kind dat op de gang stond moet in het midden van de kring gaan staan. De leider gaat steeds andere bewegingen verzinnen en de rest moet die na doen. Het kind in het midden van de kring moet door goed te kijken er achter zien te komen wie de leider is.
De stoelendans
De stoelendans is een spel dat de meeste van ons wel zullen kennen. Er worden stoelen in een kring gezet met het zitvlak naar de buitenkant toe. De kinderen gaan rond de stoelen heen dansen op muziek. Wanneer de muziek uitgezet wordt moet iedereen zo snel mogelijk op een stoel gaan zitten. Maar er is altijd één stoel te weinig. Het kind dat geen stoel heeft is af. En zo gaat men door totdat er 1 winnaar over is.
© 2008 - 2024 Faffie, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen