Leuke en bekende gezelschapsspellen
Zin in een spelletje? En nee, dan gaat dit niet over een videogame die tegenwoordig helemaal in is. Gezellig aan de eettafel een spel doen met je vrienden of familie. Heb je geen idee welk spel? Dan kan je hier leuke spellen vinden die voor bijna alle leeftijden te spelen zijn. Deze spellen zijn ook leuk en goed te spelen met kinderen.
Jenga
Het bekende blokken spel. De inhoud van dit spel bevat in totaal 54 blokken. Deze blokken stapel je op in de vorm van een toren, per laag 3 blokken. Als al deze blokken gestapeld zijn, dan heb je een toren van 18 lagen hoog. De speler die de toren gemaakt heeft, die mag het spel beginnen.
De spelregels zijn simpel. Als je aan de beurt bent, mag je 1 blok van de toren pakken. Let wel; dit mag met maar 1 hand en je mag nooit een blok pakken van de bovenste laag. Heb je een blok te pakken, dan leg je deze blok bovenop de toren om zo een nieuwe laag te vormen. Hier na is de volgende speler aan de beurt. Dit gaat net zolang door totdat de toren gaat vallen. Degene waarbij de toren omvalt is de verliezer.
Memory
Is jouw korte termijn geheugen nog steeds zo goed? Test het met memory. Bij dit spel heb je een even aantal kaarten met 2 maal identieke plaatjes erop. Dus bijvoorbeeld 2 kaartjes met aardbeien, 2 kaartjes met bananen enz.
Het doel van dit spel is om alle setjes bij elkaar te krijgen. Al deze kaartjes leg je op de kop (dus met het plaatje naar beneden) neer op de tafel. Bij elke beurt mag je 2 kaartjes omdraaien. Heb je 2 dezelfde plaatjes? Dan mag je deze bij je eigen neerleggen, deze doen niet meer mee in het spel. Heb je 2 verschillende plaatjes omgedraaid? Dan keer je deze plaatjes weer om. De kunst is om te onthouden welk plaatje waar lag, om zo aan het einde van het wel de meeste setjes in handen te hebben. De speler met de meeste setjes, die heeft gewonnen.
Ganzenbord
Wie kent dit spel niet? Waarschijnlijk 1 van de eerste spellen die je als kind zijnde gespeeld hebt. Dit is een bordspel en je kan het spelen met minimaal 2 en maximaal 6 spelers. Het wordt gespeeld met ganzen als pionnen en 2 dobbelstenen.
Het bord heeft in totaal 63 vakjes. Bepaalde vakjes hebben een betekenis:
- Vak 6 is een brug, dan mag je verder gaan naar vakje 12.
- Vak 19 is de herberg, dan moet je 1 beurt overslaan.
- Vak 31 is de put, wie hierop terecht komt, moet blijven staat totdat er een andere speler komt.
- Vak 42 is een doolhof of een doornstruik, dit betekent dat je terug moet naar vak 39.
- Vak 52 is de gevangenis, hierbij geldt dezelfde regel als vak 31.
- Vak 58 is de dood, dan moet je terug naar start en weer opnieuw beginnen.
- Vak 63 is het einde, kom je hier als eerste op dan ben je de winnaar.
Op sommige vakjes staat een gans afgebeeld. Je mag nooit een beurt eindigen op een gans. Een gans kan je tegenkomen op vak nummers 5, 9, 14, 18, 23, 27, 32, 36, 41, 45, 50, 54 en 59. Kom je hierop terecht, dan moet je hetzelfde aantal ogen verder.
Kom je op nummer 63 uit, maar heb je nog 2 ogen over, dan moet je 2 ogen weer terug.
Mocht je met 2 spelers dit spel doen en de ene speler eindigt in de put en de andere speler in de gevangenis. Op dit moment is het spel afgelopen, omdat er niemand meer verder kan met spelen. Begin dan weer opnieuw.
Mikado
Een spel met verschillende stokjes. Een mikado spel bestaat uit 41 stokjes. Op deze stokjes zitten verschillende soorten kleuren en elke kleuren heeft zijn eigen puntenwaarde:
- Blauw, de waarde is 20 punten en hiervan zit er 1 stokje in het spel.
- Geel/zwart, de waarde is 10 punten en hiervan zitten er 5 stokjes in het spel.
- Oranje, de waarde is 5 punten en hiervan zitten er 5 stokjes in het spel.
- Groen, de waarde is 3 punten en hiervan zitten er 15 stokjes in het spel.
- Rood, de waarde is 2 punten en hiervan zitten er 15 stokjes in het spel.
Het spel begint. 1 speler houdt alle mikado stokjes vast in 1 hand. Laat de stokjes los, waardoor de stokjes een wirwar vormen. Vervolgens moeten de spelers om de beurt 1 stokje pakken, maar dan wel zonder de andere stokjes te laten bewegen. De stokjes dienen te worden gepakt met de hand. Heeft een speler de blauwe of de geel/zwarte te pakken, dan mag men met de hulp van 1 van deze stokjes de andere stokjes omhoog proberen te wippen om zo meer stokjes te krijgen. Maar ook weer zonder de andere stokjes te laten bewegen.
Je speelt dit spel zittend, maar staand mag ook. Men mag echter niet van de plaats afgaan. Bewegen er andere stokjes mee als je er 1 probeert te pakken, dan is de beurt voorbij en worden de punten geteld. De volgende speler laat de stokjes opnieuw vallen en de ronde begint opnieuw. Normaal gesproken worden er 5 rondes gespeeld. Na 5 rondes worden de punten bij elkaar opgeteld en de speler met de meest aantal punten is de winnaar.