Theater voor kinderen: Spelen met het lichaam
Theater kan op een leuke en educatieve manier kinderen stimuleren in hun ontwikkeling, zowel fysiek als mentaal. In dit artikel zal ik de nadruk leggen op de fysieke ontwikkeling. Eén van de elementen die centraal staan in toneelspelen is het lichaam. Door middel van verschillende toneeloefeningen kunnen kinderen zich meer bewust worden van hun eigen lichaam.
De taken van een acteur
Toneelspelen is niet zomaar net doen alsof je iemand anders bent. Het is niet voldoende een kostuum aan te trekken dat karakteristiek is voor een personage. Er komt veel bij kijken om op een geloofwaardige manier een personage te spelen. Je lichaam is daarbij een heel belangrijk instrument en kan vaak zelfs gezien worden als het centrale element binnen theater.
Zo moet een acteur altijd in een uitstekende fysieke conditie zijn. Dit wordt duidelijk wanneer we kijken naar wat een acteur allemaal heeft te doen als hij in een voorstelling speelt;
- Van de ene kant naar de andere kant van het toneel rennen
- Wisselen van kostuums binnen heel weinig tijd
- Zijn ademhaling onder controle kunnen houden
- Het ritme van de voorstelling in het oog houden, het mag niet te snel gaan, maar het mag ook niet traag worden
- Onthouden van zijn tekst
- Het gebruiken van zijn creativiteit en mogelijkheden tot improviseren
Dit zijn heel wat taken en daarom moet een acteur veel trainen. Om te beginnen volgen hieronder een aantal oefeningen die de kinderen helpen om zich bewust te worden van hun lichaam en hoe ze hun lichaam kunnen gebruiken.
Oefeningen en spelletjes
De marionettenpop
Het volgende spel zorgt ervoor dat het kind inzicht krijgt in de vele verschillende gewrichten die een mens heeft en gaan we het lichaam soepel maken. Een marionettenpop komt tot leven wanneer de touwtjes worden bewogen. De poppen kunnen zo bewogen worden dat het er heel realistisch uitziet.
De oefening gaat als volgt:
De kinderen gaan in een rij naast elkaar staan. En de spelleider gaat voor ze staan, zodat iedereen hem goed kan zien. De kinderen zijn de marionettenpoppen en de spelleider is de marionettenspeler. De poppen staan onbeweeglijk. Ze staan met iets gespreide benen en met het bovenlijf voorovergebogen, met de kin op de borst en de armen slap naar beneden.
De marionettenspeler gaat aanwijzingen geven. Hij gaat zeggen dat hij aan een bepaald touwtje gaat trekken, bijvoorbeeld: rechterarm, linkeronderarm, hoofd, linkervoet ect. De poppen blijven in deze houding staat, totdat de marionettenspeler zegt dat hij het touwtje laat vieren. Daarna kan er ook afgewisseld worden en kan één van de kinderen ook de rol van de marionettenspeler op zich nemen.
De rebelse marionettenpop
Deze oefening kan als volgt uitgebreid worden in een klein toneelstukje.
De rollen:
- Marionettenspeler (straatartist)
- Marionettenpop
- Voorbijgangers op straat die bij de straatartist uitkomen
De marionettenspeler staat op een stoel en geeft een voorstelling met zijn marionettenpop. Er lopen een aantal mensen in de straat die nieuwsgierig stopppen om de voorstelling te zien. De marionnettenspeler laat zijn pop bewegen en dansen. De pop lijkt heel triest. Maar dan ineens lijk de pop zijn eigen leven te gaan leiden. Er verschijnt een lachje op zijn gezicht, hij heeft een idee gekregen. Hij weigert te gehoorzamen aan de marionettenspeler. De marionettenspeler probeert hem te dwingen. Maar de pop gaat zijn eigen bewegingen maken en weet uiteindelijk alle touwtjes los te maken en gaat er blij vandoor, terwijl de marionettenspeler en het publiek verbaasd achterblijven.
De balonnenverkoper
Dit spel heeft tot doel om aandacht te besteden aan de ademhaling en de manier waarop we ademhaling kunnen gebruiken binnen het toneelspel. Het inademen en uitademen staat direct in verband met de bewegingen die uitgevoerd moeten worden.
Het spel gaat als volgt:
De kinderen verdelen zich door de ruimte en beelden ieder uit dat ze een ballon zijn. Ze beginnen door uit te beelden dat ze een lege ballon zijn, dus ze nemen zo min mogelijk ruimte in: ze liggen op de grond met ingetrokken benen, gebogen hoofd en de armen om het lichaam geslagen. De spelleider speelt de balonnenverkoper en loopt door de ruimte en gaat de volgende aanwijzingen geven:
- “Ik blaas mijn balonnen op”; En de spelers beginnen zichzelf met korte puffen op te blazen. Eerst het hoofd en dan de benen. En terwijl de balonnen zich met lucht vullen komen ze langzaam overeind. De spelers gaan recht staan, met rechte schouders, gestrekte armen en opgeblazen wangen.
- “Mijn balonnen zijn mooi en ze gaan zweven”;De balonnen gaan zich nu door de ruimte bewegen alsof ze zweven. Ze zijn heel licht en lijken geen gewicht te hebben. Als twee balonnen elkaar raken zweven ze in tegenovergestelde ruimte uiteen.
- “Mijn balonnen zijn mooi, maar nu lopen ze leeg”; De balonnen ademen langzaam uit en krimpen steeds meer in elkaar totdat ze weer in hun beginpositie uitkomen.