De waarde van schaakstukken en beginposities
Wie wil leren schaken, begint meestal met een verkenning van het bord en het spel. De waarde van de schaakstukken is dan een goed begin, om meerdere reden met kanttekeningen. Deze zullen in het artikel uiteen worden gezet, om zo een betere basiskennis te verwerven over het schaakspel, en vooral de basis van het schaken.
De waarde van schaakstukken
De stukken op het schaakbord hebben allemaal een bepaald aantal punten, op de koning na (aangezien die niet geslagen kan worden, blijft die altijd op het bord). Met deze puntenverdeling wordt echter nooit iets gedaan bij wedstrijden. Bij schaken is het immers simpelweg winst, verlies of remise (gelijkspel). Met de overgebleven stukken wordt niets gedaan. Omdat bij schaaktrainingen nog altijd vaak wordt gevraagd naar de waarde van de onderlinge stukken, zal ik deze kort toelichten in dit artikel. Ook omdat aan de hand van de puntenverdelingen een rangschikking kan worden gemaakt tussen de onderlinge schaakstukken, wat het spelen van het spel zienderogen kan vereenvoudigen. Zo weet je bijvoorbeeld of een ruil of een offer wel of niet lonend uit zou kunnen pakken. Kanttekening hierbij is wel dat verschillende opstellingen op het schaakbord grote veranderingen aan kunnen brengen in de speelwaarde van de stukken!
De waarde van de stukken
Op het bord staan zestien pionnen. Deze zijn allemaal slechts een punt waard, maar zijn essentieel in de verdediging en kunnen gepromoveerd worden wanneer ze de overkant weten te halen. Vervolgens hebben we vier paarden en vier lopers op het bord staan. Deze zijn drie punten waard. Naast de paarden vinden we de torens die vijf punten toegekend hebben gekregen. Dan rest ons alleen nog de twee dames die ofwel negen of tien punten waard zijn. Hierover is redelijk wat discussie ontstaan; maar aangenomen wordt dat de waarde tien punten zou moeten zijn (dan hebben beide spelers veertig punten op het bord staan). Normaliter worden echter beide antwoorden goed gerekend.
Een kort overzicht:
- De pionnen zijn één punt waard.
- De paarden zijn drie punten waard.
- De lopers zijn drie punten waard.
- De torens zijn vijf punten waard.
- De dames zijn negen of tien punten waard.
- De koning heeft geen waarde.
De beginposities van de schaakstukken
Het schaakbord heeft 64 velden, de helft wit, de andere helft zwart. Twee spelers spelen tegen elkaar, de ene met witte schaakstukken, de ander met zwarte schaakstukken. Omdat beide opstellingen gelijk zijn, beperken we ons tot de beginpositie van de witte stukken.
Eerst nemen we de acht pionnen die we op de tweede rij plaatsen. Zij komen dus op a2, b2, c2 enzovoorts. Hierna komen de twee torens op de velden uiterst links (a1) en uiterst rechts te staan (h1). Naast de torens komen de paarden, op de velden b1 en g1 dus. Hiernaast komen de lopers op de velden c1 en f 1. Op het d-veld komt de dame. Mocht je nou een schaakbord hebben, waar de letters niet geschreven staan, dan plaats je de dame op het veld dat dezelfde kleur heeft als je stukken ('de dame bekent kleur'). De koning komt op het laatste vrije veld, e1.
Voor zwart is de uitleg hetzelfde, behalve dat alle eentjes vervangen worden door acht en de pionnen op de zevende rij komen te staan.