Modeltreinen en modelspoor opnieuw in de belangstelling!
Sinds enige tijd is er een hernieuwde belangstelling voor modeltreinen. De modeltrein is dankzij de opkomst van de digitalisering allang geen speelgoed meer, of het moet zijn voor mannen met een goed gevulde beurs die het spelen gelukkig nog niet zijn verleerd. Er zijn jaarlijks heel wat modelspoormanifestaties die vele duizenden bezoekers trekken en ook in clubverband is er sinds de uitvinding van de modulebaan een levendige modelspoorsshow samen te stellen door clubleden. Daarnaast zijn verzamelaars ook nog altijd verzot op de treinen uit de begintijd van de grote merken zoals Fleischmann, Märklin en Trix. Kijkt u mee?
Eerst een stukje geschiedenis van het modelspoor
Al vanaf het eerste begin van de spoorwegen bestaan er modeltreinen. In de loop der tijd zijn er heel veel speelgoedfabrikanten geweest die zich toelegden op het vervaardigen van treinen. Grote namen zijn Bing en Hornby, de laatste bestaat nog steeds.
Hornby is Engels, Bing, Distler en Fandor zijn van Duitse makelij. Het merk Distler heeft nog bestaan tot 1962 en krijgt vandaag de dag in verzamelaarskringen steeds meer erkenning, deze blikken treinen en accesoires zijn op lithografische wijze bedrukt.
Er werd pas serieus begonnen met de serieproduktie van modeltreinen omstreeks het jaar 1890 door de firma Märklin, in de daaropvolgende decennia kreeg de serieproduktie steeds meer vorm onder de grote drie namen: Märklin, Trix en Fleischmann.
Ook het fabrikaat Bing is zeker vermeldenswaard, onder verzamelaars van vooroorlogs blikken materiaal geniet dit merk grote waardering. We kijken in dit verhaal eerst even naar de geschiedenis van de bekende Duitse merken Fleischmann en Märklin.
Fleischmann, toonaangevend en baanbrekend
Fleischmann werd in 1887 opgericht door Jean Fleischmann. Er werd begonnen met de productie van diverse soorten blikken speelgoed zoals schepen, vliegtuigen en stoommachines en vanaf 1949 met modeltreinen in schaal 0 met de verhouding 1:45.
Deze treinen reden door middel van het 20 volt 2-rail gelijkstroomsysteem. Dit was nieuw, voorheen reden modeltreinen door middel van een 3-rail wisselstroomsysteem, Märklin treinen rijden tot op de dag van vandaag nog volgens dit principe.
Spoor 0 treinen van Fleischmann zijn heden ten dage zeldzaam, men stopte de productie van treinen in schaal 0 al in 1959.
Reden hiervoor was het succes van de in 1952 geïntroduceerde schaal H0, de helft kleiner dan 0, half-nul heeft de verhouding 1:87. In het begin werkte Fleischmann echter om technische redenen met de schaal 1:82 en later met de schaal 1:85, waardoor de modellen een "bulliger" uiterlijk hadden dan die van andere merken. De fabriek is steeds op zoek naar vernieuwing en perfectie van de detaillering en brengt in 1967 als eerste een model uit van een stoomloc met de motor in de tender waardoor een vrije doorkijk tussen ketel en chassis van de loc kon worden gerealiseerd hetgeen een zeer realistische weergave van de werkelijkheid mogelijk maakte. Het is een concept dat later door vele merken is gevolgd en dat Fleischmann nog steeds hanteert.
Ook in andere opzichten was en is Fleischmann toonaangevend op de modelspoormarkt en de Fleischmann fabriek is de andere producenten steeds een stapje voor. Wellicht de reden dat ook de klassieke Fleischmann modellen vandaag de dag nog steeds zeer gewaardeerd worden door verzamelaars, ook dankzij hun uitstekende rijeigenschappen en hoogstaande kwaliteit.
Märklin, munt uit door degelijkheid en een grote collectie
Ook Märklin heeft een lange geschiedenis, eveneens eerst in de productie van blikken speelgoed. Op de voorjaarsbeurs in 1891 in Leipzig verrast Märklin het publiek met het eerste complete modelspoorsysteem ter wereld bestaande uit een locomotief met opwindbare veermotor en bijpassende losse rails die in de vorm van een acht uitgelegd kunnen worden.
Voorheen werden door diverse merken wel speelgoedtreinen gemaakt, maar niet volgens dit concept, rails en treinen passend bij elkaar. Deze eerste uitgave legt de basis voor alle volgende schaalgroottes en mag gezien worden als het begin van de model spoorwegen. Weldra volgen modeltreinen die op stoom werken, waarbij het water in de ketel werd verhit door spiritus.
De eerste modeltreinen van Märklin hadden allemaal problemen met hun rijgedrag, of het nu op stoom, met opwindveer, of elektrisch ging. De opwindlocomotieven vertrokken met sneltreinvaart maar na een paar rondjes was de veer afgewonden en stond de trein weer stil. De stoomlocomotieven werden letterlijk kokendheet en waren niet in snelheid regelbaar, wat zelfs brandgevaarlijk kon zijn bij ontsporingssituaties. De trein reed totdat de spiritus op was en kon eerder niet gestopt worden.
De elektrische treinensets werden aangesloten op de lokale netspanning, meestal 110 of 220 Volt, alleen beveiligd door twee lampweerstanden. Er stond dus een veel te hoge spanning op de rails, erg onveilig en ook bepaald niet zonder gevaar.
Vanaf 1926 werd de Märklin modelspoorbaan een stuk veiliger toen er transformatoren volgens het 20-volts-systeem op de markt kwamen. De modellen uit die tijd zijn allemaal uitgevoerd in de relatief grote schaal 0, verhouding 1:45 en op schaal 1, dat is 1:32.
Märklin begon in 1950 met de produktie van treinen in de schaal 1:87 en het assortiment is in de loop der jaren uitgegroeid tot een gigantische collectie. Er bestaan vele collectors-items met een hoge waarde en zeker de oude blikken treinen of de modellen die bedoeld waren voor de export uit de beginperiode, mits in goede- of in nieuwstaat brengen op veilingen veel geld op.
Modelspoor vandaag de dag
Eigenlijk is de modeltrein nooit helemaal uit de belangstelling verdwenen. Er zijn altijd particulieren, clubs en verenigingen geweest die door de jaren heen actief zijn gebleven in het uitoefenen van hun hobby. Ook de detailhandel gespecialiseerd in modeltreinen heeft zich een vaste plaats op de markt veroverd. Men vindt de treinen niet meer bij de grote speelgoedzaken maar dat is ook niet de plaats waar de modeltreinliefhebber er naar zoekt, die ging altijd al liever te rade bij een erkend vakman.
Door de veelzijdigheid ervan neemt de belangstelling voor Amerikaans modelspoor ook in ons land de laatste jaren toe. Als we kijken naar het grote bezoekersaantal van een modelspoorbeurs als Eurospoor, zo'n 20.000 bezoekers verdeeld over 3 dagen dan is dat toch alleszins respectabel zeker gezien de vrij hoge toegangsprijs. Ook op internet zijn er heel veel sites over modeltreinen en treinen in het algemeen, de liefhebber weet hier ook goed de weg naar de verkoopadressen te vinden.
Hernieuwde belangstelling dankzij digitalisering
Het is de computer die het modelspoor nieuw leven ingeblazen heeft. Op de meeste modelbanen rijdt men tegenwoordig digitaal en dat biedt enorm veel nieuwe mogelijkheden. Dit behoeft enige uitleg en wat kennis van de techniek. Op de vroegere analoge modelbaan is de rijspanning altijd direct gekoppeld aan de transformator, regelaar open draaien, de trein gaat rijden, regelaar weer op nul draaien, de trein stopt. Ook de verlichting van de locomotief en in de rijtuigen van de trein gaat hierdoor aan of uit.
Digitaal rijden bied veel voordelen, zowel voor een eenvoudige baan als voor grotere en complexe modelspoorbanen. Bij de digitale modelbaan werkt dit anders, er staat continu een hoog-frequente wisselstroom spanning op de rails die er allereerst voor zorgt dat verlichting in de rijtuigen en op de locomotief continu en gelijkmatig brandt ook al staat de trein stil.
Dit is op zich al een enorme vooruitgang ten opzichte van de vroegere situatie. Het bijzondere van het systeem is het volgende, de locomotieven hebben allemaal een eigen decoder waarmee ze door de regeleenheid opgeroepen en bediend kunnen worden. De loc gaat pas rijden als hij daartoe de opdracht krijgt. Dit betekent dat in principe ongeveer 80 locomotieven onafhankelijk van elkaar op de modelbaan kunnen rijden. Daarnaast kan de topsnelheid en de optrek- en afremsnelheid van een locomotief nauwkeurig worden ingesteld. Wat betreft de topsnelheid, een langzame rangeerlocomotief zal dus ook op de modelbaan een realistische lage snelheid hebben, we zien geen locs meer die als een "Razende Roeland" rondjes draaien over de baan.
Dankzij het instellen van de optrek- en afremsnelheid zien we realistische taferelen op de modelbaan, een zware goederentrein trekt tergend langzaam op en remt eveneens zeer langzaam af. Bijvoorbeeld: de trein heeft zijn topsnelheid bereikt en we draaien de snelheidsregelaar abrupt dicht, voorheen zou de trein dan ook meteen stil staan maar nu rolt deze nog zeker een meter door en stopt zeer geleidelijk. Dit voegt absoluut een nieuwe dimensie toe aan de belevenis van de toeschouwer. Er is ook sprake van een lastonafhankelijke snelheid, dit betekent dat de trein op hellingen niet vertraagt of versnelt maar het zelfde tempo aanhoudt als op de vlakke baan. Er is nog een nieuwe mogelijkheid bij gekomen die een extra dimensie geeft aan het modelspoorbedrijf: de locomotief is voorzien van geluid, het karakteristieke brommen van een diesellocomotief of het sissen, stampen en fluiten van een stoomloc wordt verrassend realistisch weergegeven door de locomotief door middel van een kleine ingebouwde luidspreker.
Kortom er is nogal wat veranderd op modelspoorgebied. Op een beurs als Eurospoor zien we veel digitaal bestuurde treinen. Vaak is er een PC gekoppeld aan de modelbaan die de ingewikkelde treinbewegingen en het instellen van wissels en seinen bestuurt. Hier komt heel wat programmeurskennis aan te pas en het bedienen van zo'n computer gaat de leek boven de pet, het is vergelijkbaar met de treindienstregeling bij het echte spoor. Dankzij de introductie van het digitale systeem en mede door het gebruik van computergestuurde modelbanen is de modelspoorwereld nieuw leven ingeblazen en is ook de belangstelling van de jeugd voor het modelspoor weer toegenomen. Het enige struikelblok is nu nog de prijs maar dat was in het verleden ook al zo. De eerste Märklin en Fleischmann treinen waren indertijd ook niet goedkoop te noemen en alleen weggelegd voor rijke ouders.
Lees verder