Zelf kleding naaien: hoe rader ik een patroon uit?
Om zelf een kledingstuk in elkaar te naaien kun je een patroon gebruiken. Patronen voor het naaien van kleding kun je los kopen of vinden in een magazine als KnipMode, Knippie, Ottobre, Burda en dergelijke. Wanneer je eenmaal een patroon uitgezocht hebt, is het de bedoeling dit patroon uit te raderen, zodat je de stof op maat kan knippen. Hoe rader je een patroon uit en wat is daarna de volgende stap?
Een patroon uitraderen is een basisvaardigheid die je nodig hebt voor het zelf maken van (kinder)kleding of bijvoorbeeld knuffels. Zonder patroon kan een beginnende naaister moeilijk een passend kledingstuk in elkaar naaien.
Het kiezen van het patroon
Patronen voor het zelf maken van kleding kun je los bestellen via internet of vinden in een magazine. Het voordeel van een magazine is dat er meerdere patronen in staan en tevens vaak nog leuke tips en accessoires voor de laatste mode.
Bekende magazines voor het zelf maken van kleding zijn bijvoorbeeld:
- KnipMode
- Burda
- Ottobre
- Knippie (kinderen)
- Burda Kids (kinderen)
- Ottobre kids (kinderen)
Het bepalen van de juiste maat
De patronen vallen vaak wat ruimer dan confectiekleding. Het is daarom belangrijk vooraf de maten op te nemen van de persoon voor wie je de kleding maakt. In de magazines staat aangegeven welke maten je moet opnemen, zoals bovenwijdte, taillewijdte, heupwijdte, lengte binnenbeen e.d..
Tip: Let bij het meten van de heupmaat op dat de centimeter over het dikste gedeelte van de billen gaat!
Uitraderen van het patroon
Het uitraderen van een patroon is niets anders dan het patroon overtrekken op overtrekpapier. Dit papier is o.a. verkrijgbaar bij de hobbywinkel. Er is blanco overtrekpapier verkrijgbaar en papier met ruitjes. Het voordeel van een ruitpatroon op je papier is dat je rechte stukken makkelijk kunt tekenen en in de gaten kunt houden of je patroon nog recht ligt. Verder staat er weleens een toevoeging bij een patroon dat je een strook van 20 bij 30 cm moet tekenen. Dit is met ruitjespapier heel simpel te doen, aangezien een ruit gelijk staat aan 1 cm.
Hoe rader je een patroon uit?
Je hebt bepaald welk kledingstuk je wilt maken en in welke maat je deze wilt hebben. Op een patroonblad staan een heleboel lijnen die in eerste instantie wellicht onoverzichtelijk lijken. Toch zit er een systeem in. In een magazine staat bij de werkbeschrijving van het kledingstuk genoemd op welk patroonblad je het patroon kunt vinden en welke kleur lijnen je moet volgen.
De juiste lijn zoeken
Je zoekt de kleur lijnen op het patroonblad op. Per kleur zijn er meerdere stukken van een kledingstuk op een patroonblad getekend. Zo heb je bijvoorbeeld een voor- en achterpand, mouwen en/of een kraag.
Elk onderdeel is getekend in meerdere maten. Per maat heb je een ander soort omlijning van het patroon. Zo is maat 36 bijvoorbeeld getekend met een stippelrandje en maat 38 met kleine streepjes. Maat 40 heeft dan weer streepjes met een stipje ertussen, enzovoort. Welke omlijning bij welke maat hoort, staat altijd bij een van de kanten van het patroon.
De lijnen overtrekken op patroonpapier
Trek nu de juiste lijn met stift over. Dit is met name voor beginners een goede tip. Zo zie je met overtrekken beter welke lijn je moet volgen. Vergeet ook alle lijnen binnen het patroon niet! Zo is er vaak een recht-van-draad lijn die aangeeft in welke richting de stof moet liggen. Ook plooitjes en de plaatsen waar een zak moet komen moeten overgetrokken worden.
Na het tekenen van de lijnen leg je het patroonpapier over het patroonblad en trek je de lijnen over.
Tip: leg het patroonpapier op punten vast, zodat het niet verschuift bij het overtrekken.
Knippen van de stof
Je knipt alle patroondelen uit en legt ze op de stof. Let hierbij op de richting waarin je de stof legt. Dit moet kloppen met het patroon.
Nu knip je op 1,5 centimeter afstand van het patroon de stof uit. Je hebt nu een groter patroondeel dan je hebt getekend, maar deze afstand heb je nodig om de patroondelen aan elkaar te naaien.
Sommige onderdelen zul je met de hand moeten rijgen of doorhalen. Kennis over de
basissteken met de hand is dan onontbeerlijk.