Asterix, de buitengewone personages uit de strip
De avonturen van Asterix zijn niet enkel boeiend om de avonturen zelf, maar evenzeer om de goed uitgewerkte, kleurrijke personages die elk hun eigenzinnige karakter hebben en op schitterende wijze op papier worden gezet door Goscinny en Uderzo. En veel weetjes hierover zijn niet bij het grote publiek bekend.
Personages uit de strip
Asterix
Asterix, de held naar wie de strip is vernoemd, is een klein, maar dapper ventje. Oorspronkelijk wilde de tekenaar, Albert
Uderzo, hem als een stoere kerel tekenen, maar de schrijver, René
Goscinny wilde liever een antiheld: geen stoere kerel, maar een klein slim figuurtje. Asterix heeft alles om sympathiek te zijn. Hij is eerlijk, slim, trouw, dapper, gul en hij is nooit bevreesd. Al deze eigenschappen zorgen ervoor dat hij kan rekenen op een groot succes bij de lezers.
Asterix is steeds vergezeld van een zwaard, een flesje toverdrank en een helm met vleugeltjes. Wat opmerkelijk is, is dat deze vleugeltjes van positie veranderen naargelang de gemoedstoestand van Asterix. Als Asterix ontmoedigd is, hangen ze naar beneden. Als hij een trotse houding aanneemt, dan gaan de vleugeltjes omhoog.
De naam “Asterix” werd om verschillende redenen verkozen. Vooreerst lijkt de naam op het woord “asterisk”, de naam voor het aandachtssterretje *. Verder bevat hij het Latijnse woord “aster” wat “ster” betekent. Het tweede deel van de naam “rix” is het Keltische woord voor koning. En een bijkomende voordeel volgens de schrijver is dat de naam met een A begint, waardoor hij in stripencyclopediën in het begin zou komen te staan...
Obelix
Obelix is het onafscheidbare maatje van Asterix. Ze vullen elkaar perfect aan.
Obelix is gevoelig, gulzig, aanhankelijk en kwetsbaar, kwaliteiten die we dan weer minder bij Asterix terugvinden.
De figuur van Obelix is erg imposant. Hij is bijna twee keer zo groot als Asterix en meermaals zo dik. Bovendien beschikt hij over een enorme kracht, doordat hij als kind in de ketel met toverdrank is gevallen. De broek van Obelix is eerder door toeval blauw/wit gestreept uitgevallen. De inkleurder van de eerste strips vond dit wel mooi staan. Maar ook in het echt zouden de Galliërs meestal kleurrijke, gestreepte kleding hebben gedragen.
De naam “Obelix” verwijst naar het woord “Obelisk”, een soort Egyptische zuil. Obelix zelf maakt menhirs, heel grote stenen die in puntvormen uit de rotsmassa worden gehouwen. In de periode dat de strip zich situeert, zouden er geen menhirs bestaan hebben, maar Obelix is niet meer weg te denken zonder die grote stenen op zijn rug.
Obelix is verder een grote veelvraat, wiens favoriete gerecht geroosterde everzwijnen zijn. Zijn meest voorkomende uitspraak is “rare jongens, die Romeinen”.
Idefix
Als Obelix in de buurt is, dan is ook Idefix nooit ver weg. Idefix is het kleine, trouwe hondje van Obelix en past in diens handpalm. Idefix duikt op in de avonturen van Asterix sinds het vijfde album en had in het begin nog geen naam. De naam werd gekozen door middel van een wedstrijd voor de lezers van het tijdschrift “Pilote”. "Idefix" won het van alle andere suggesties.
Idefix is een hondje dat erg bekommerd is om de natuur en het milieu. Zo is hij tegen het uitrukken van bomen.
In de eerste albums verschijnen nog twee andere hondjes, maar uiteindelijk is het Idefix die de trouwe metgezel wordt van Obelix. Aanvankelijk was Idefix enkel bedoeld als toeschouwer, maar al snel werd ook hij een echte stripheld.
Mettertijd zijn Idefix’ pootjes langer geworden. In het begin waren ze erg kort, maar dit maakte het er voor de makers van de Asterix-tekenfilms niet makkelijker op. Het is immers veel moeilijker om een hond met korte dan met lange pootjes over het scherm te laten bewegen. Vandaar dus dat de pootjes van Idefix langer gemaakt werden.
Abraracourcix
Abraracourcix is het opperhoofd van de stam van Asterix met een opvallende rosse snor. Hij is eerder een voorbeeld van bruut leiderschap dan van diplomatie. Abraracourcix lost de dingen liever op met gevechten. Als er slimme oplossingen bedacht moeten worden, dan haalt hij Asterix erbij. Door zijn vrouw Bellefleur wordt hij ‘m’n zwijntje’ genoemd.
Abraracourcix verplaatst zich op een schild, dat door twee dragers voortgedragen wordt. In het begin variëren de schildknapen van album tot album, maar uiteindelijk zijn er toch twee dragers die het van de anderen halen en die de vaste dorpelingen zijn die het schild voortbewegen: een lang personage in ruitjesbroek en een dikkerd gekleed in een beestenvel.
Abraracourcix wordt verder gekenmerkt door zijn schrik dat de hemel op zijn hoofd zou vallen. Dit was een reële angst voor de historische galliërs.
Panoramix
Wat zouden Asterix en zijn makkers zijn zonder de
druïde Panoramix? Panoramix is de oude wijze man die Asterix en Obelix vaak vergezelt op hun tochten. Hij is de bereider van de alom bekende en gevreesde
toverdrank die de dorpelingen onoverwinnelijk maakt. Sinds Panoramix zijn opwachting maakte in het eerste Asterix-album is hij niet meer weg te denken.
Ook historisch gezien bekleedden druïden een vooraanstaande plaats in de samenleving.
De druïde wordt gekenmerkt door een rode cape, een kalend hoofd en een baard die doorheen de tijd almaar langer lijkt te worden. Om de maretak te snoeien voor zijn toverdrank maakt hij steevast gebruik van een gouden snoeimes. Maretak werd vroeger door de Galliërs ook al beschouwd als heilzame plant die alles kon genezen. Of hij met een gouden snoeimes werd afgesneden, dat is natuurlijk nog maar de vraag.
De toverdrank
Om het recept van de toverdrank is veel te doen en de Romeinen zouden het maar wat graag achterhalen, maar toch blijft het voor iedereen steeds een goed bewaard geheim. Wel heeft men uit de vele albums enkele vaste ingrediënten kunnen achterhalen: maretak, kreeft, vis, wortelen, ui, zout, veldbloemen, klavertjesvier en aardolie, mogelijk te vervangen door bietensap.
De toverdrank zorgt ervoor dat de dorpelingen niet te verslaan zijn. Enkel Obelix mag er niet meer van drinken, want die is als kind in de ketel gevallen en heeft zo genoeg binnengekregen voor zijn hele leven.
Panoramix maakt doorheen de albums nog heel wat andere speciale brouwsels, maar het meest bekende blijft uiteraard de fameuze toverdrank.
Kostunrix
Kostunrix kennen we als de
visverkoper uit de Asterix-strips. De vissen worden echter zelden opgegeten. Veel vaker vliegen ze door de lucht tijdens gevechten. Als er een gevecht dreigt aan te komen hoor je hem dan ook vaak zeggen “Vrouw, zet de vis weg, vlug!”. De Galliërs waren sowieso al geen grote viseters.
Van alle vaste personages was Kostunrix de laatste die het licht zag in de Asterix-strips. Hij werd gecreëerd omdat de stripmakers een reden moesten hebben voor de dorpelingen om altijd aan het vechten te gaan. Vandaar besloot men om een visboer te introduceren. Het was mooi meegenomen dat die dan ook een boot had waarmee Asterix en zijn makkers op reis konden gaan.
Hoefnix
Hoefnix is de smid van het gezelschap. Pas na enkele strips kreeg hij vaste vorm. Zijn personage varieerde in het begin nogal eens, omdat er met grote snelheid geproduceerd werd en de stripmakers niet steeds de tijd hadden om een personage grondig te bestuderen en uit te tekenen. Vanaf “Asterix en de Noormannen” is Hoefnix onveranderd gebleven. Niet alleen het personage, maar ook het aambeeld van Hoefnix is te zien in verschillende vormen.
Behalve het produceren van allerlei soorten wapens heeft Hoefnix nog twee voorname bezigheden: de visboer Kostunrix verdacht maken zodat er een dorpsrel ontstaat en de bard Assurancetourix stil houden als die pogingen onderneemt om te gaan zingen.
Nestorix
Nestorix is de oude knar uit het Asterix-dorp. In het album “De intrigant” slaagt hij erin een mooie jonge dame aan de haak te slaan.
Verder weten we niet zo heel veel over hem. Hij heeft geen specifieke bezigheden en we weten ook niet wat hij vroeger op jongere leeftijd zoal heeft uitgespookt.
Nestorix heeft wel ook een duister kantje: hij is niet zo tuk op vreemdelingen.
Assurancetourix
De bard Assurancetourix is één van de vaste personages uit Asterix die niet meer weg te denken zijn. Hij is gespecialiseerd in wat we nu “Schlager-muziek” zouden noemen en doet niets liever dan de heldendaden van zijn dorpsgenoten te bezingen. Dit wordt hem niet echt in dank afgenomen door zijn mededorpelingen. Als op het eind van het verhaal het feestmaal uitbreekt, dan eindigt hij steevast vastgebonden aan een boom met een prop voor zijn mond.
Assurancetourix is vergezeld van een harpje, al speelde hij in het begin ook doedelzak en viool, omdat de schrijver niet goed wist welke instrumenten er in de tijd van Asterix gebruikt werden. Niet enkel de pootjes van Idefix zijn stilaan langer geworden, ook de benen van Assurancetourix kregen een verlenging omdat dit makkelijker was voor de tekenfilm.