Gebruiksaanwijzing voor het padvinderspel

Het padvinderspel is een nostalgisch Nederlands kaartspel geschikt om een gezellig moment met vrienden, kinderen of familie door te brengen. Het doel van het spel is om je padvinderspatrouille snel naar het eindpunt van de route te brengen. Dit doe je door je kaarten uit te spelen en de tegenstander op een dwaalspoor te zetten. Er zijn verschillende varianten met het spel mogelijk. Het spel is in veel winkels niet meer te koop maar op internet nog wel verkrijgbaar. Het spel is met name voor jonge kinderen geschikt omdat het in twintig minuten gespeeld kan worden.

Uitrusting in het padvinderspel

In het padvinderspel heeft elke patrouille een eigen naam en kleur. Elke patrouille bestaat uit tien kaarten: één leider en negen scouts. Om in termen te blijven van de padvinderij bestaat de ´uitrusting´ van het spel uit vijftig kaarten, verdeeld in vijf patrouilles:

• Wolvenpatrouille (zwart)
• Leeuwenpatrouille (oranje)
• Uilenpatrouille (blauw)
• Kemphaanpatrouille (groen)
• Stierenpatrouille (rood)

Aantal spelers in het spel

Het padvinderspel is geschikt voor 2-5 spelers vanaf zes jaar. Een spelronde duurt ongeveer twintig minuten. Het hele spel kan afhankelijk van de spelvorm en aantal spelers in totaal ongeveer een uur duren.

Spelverloop en de kaarten

Aan het begin van het spel trekt elke speler een kaart. De speler wie de kaart met het laagste getal trekt is de Hopman van de eerste ronde. De Hopman deelt de kaarten uit en geeft aan met welke patrouille het spel moet beginnen. De patrouille mag niet met een 1 of een 10 beginnen. De eerste speler legt de kaart open op tafel. De volgende speler kan een kaart van dezelfde patrouille aanleggen. Ook kan een speler een nieuwe patrouille ‘op pad’ sturen door een kaart neer te leggen met hetzelfde cijfer waarmee de eerste kaart is neergelegd. Dus als het spel is begonnen met de 5e schout van de Kemphaanpatrouille, dan moet ook een andere patrouille met de 5e schout starten en zo vervolgens steeds met elke patrouille beginnen.

Winnaar van het spel

Als een speler geen kaart kan spelen dan zegt hij ‘rust’ of hij pakt een kaart uit de eventuele pot. Als een speler zijn beurt voorbij laat gaan terwijl hij wel kan spelen dan krijgt hij vijf strafpunten. Wanneer een speler alle kaarten heeft gespeeld dan zegt hij ‘halt’. De andere spelers tellen de punten op van de kaarten die zij nog in handen hebben en de punten gaan naar de speler die gewonnen heeft. De winnaar is de Hopman van de volgende speelronde. De speler die als eerste 250 punten heeft is de winnaar van het spel.

Tactiek van de speler in het spel

Voor het spel hoef je geen hoog denkniveau te hebben. Maar alsnog kan er wel een tactiek bedacht worden. De speler die Hopman is zal een patrouille kiezen waarvan hij de meeste kaarten heeft. Op die manier kan hij zijn kaarten het snelst uitspelen. De Hopman kan de andere spelers overigens op een dwaalspoor zetten door een patrouille te kiezen waarvan hij geen kaarten heeft. Op die manier kan een speler een tactiek toepassen om de kans op winnen groter te maken.

Een leuk en nuttig spel voor een kleine prijs

Het spel is in de betere speelgoedwinkels of op internet verkrijgbaar. Omdat het spel erg eenvoudig te spelen is vraagt het weinig voorbereiding. Hierdoor is de motivatie groter om eens wat vaker een spelletje met de kinderen te gaan doen. Op die manier kun je tussen alle drukte van de dagelijkse beslommeringen op een ontspannen manier met elkaar omgaan. Eigenlijk moet het doosje standaard in het midden van de keukentafel staan. Kaarten schudden, uitdelen en spelen maar. Veel plezier!