Levend memorie: dramaspel voor kinderen
Elk kind kent het spel memorie. In dit spel zijn ze zelf de kaartjes, en zonder dat ze het doorhebben zijn ze zelfs een beetje aan het toneelspelen. Een leuk spel om met kleine kinderen te spelen en ook geschikt voor grote groepen.
Nodig:
Een grote lege ruimte, bijvoorbeeld de gymzaal. Of schuif alle stoelen en tafels in het klaslokaal aan de kant. Buiten: als het lekker weer is op een grasveld of schoolplein.
Duur van het spel:
Afhankelijk van de grootte van de groep, duurt 1 keer spelen zo'n 10 a 15 minuten. Het spel is ook leuk om vaker dan 1 keer te doen.
Grootte van de groep:
De groep moet niet te klein zijn. Minimaal 12 kinderen.
Doel:
Uitbeelden met het lijf
Creativiteit
Geheugen, oplettendheid en concentratie
Leeftijd:
Vanaf groep 3 t/m groep 6. Met groep 2 kan het ook werken, als de groep in ieder geval niet al te groot is.
Verloop van het spel:
Vraag de kinderen of ze het spel memorie kennen. En zouden ze het leuk vinden als ze het ook zouden kunnen spelen als de kaarten tot leven zouden komen?
Kies dan 2 kinderen uit de groep die het spel tegen elkaar mogen spelen. De rest van de kinderen zijn dan de levende kaarten. Maar, die kaarten moeten de kinderen eerst zelf maken, en daarvoor is het nodig dat de twee spelers even op de gang wachten.
Straks zijn de kinderen in tweetallen verdeeld.
Deze tweetallen gaan dan het plaatje maken. Je laat ze bijvoorbeeld een beweging en een geluid maken die ze alletwee precies hetzelfde doen. Ze kunnen ook alletwee hetzelfde standbeeld maken, die 1 beweging maakt en iets zegt, bijvoorbeeld: een beeld van een strenge meester die met een wijzend vingertje zegt: "pas op jij, of je gaat in de hoek!". Maak nu met de kinderen tweetallen. Indien oneven: speel zelf ook mee.
De kinderen in tweetallen spreken dus af hoe hun plaatje er uit ziet en oefenen dit even. Vraag voor ze gaan oefenen of ze
het plaatje even aan jou laten zien, zodat jij kan controleren of er niet tweetallen zijn die teveel qua beweging en/of tekst op elkaar lijken.
"Hussel" de kinderen door elkaar en laat ze verspreid in de ruimte zitten, met hun gezicht allemaal dezelfde kant uit. Nu mogen de twee spelers terug komen. Laat de een links en de ander rechts voor de groep staan. Kies wie er mag beginnen. Om en om mogen ze 2 kinderen opnoemen. De 2 kinderen die hun naam horen, gaan eerst staan.
Pas wanneer er 2 namen zijn genoemd, laten ze hun plaatje zien: ze doen dus hun beweging en het geluid/tekst voor. Zijn de plaatjes hetzelfde, dan mag de speler de plaatjes houden. De levende plaatjes gaan aan de kant zitten (de kant van de speler die ze geraden heeft) en de speler mag nog een keer. Zo ga je door tot alle plaatjes op zijn en aan het eind tel je welke speler de meeste plaatjes heeft.
Tips:
- Als de kinderen het moeilijk vinden om een levend plaatje te bedenken, kun je ze van te voren een thema meegeven: circus, dieren, beroepen, sprookjes etc.
- Je kunt de kinderen zelf tweetallen laten maken: maar laat ze juist niet voor hun beste vriendje/vriendinnetje kiezen, want dat raden de spelers vaak meteen. Als tweetallen maken moeilijk is, geef ze dan een cijfer, de dubbele cijfers worden dan tweetallen.
- Wanneer de kinderen hun plaatjes bedenken en oefenen, probeer ze mee te helpen en ze te coachen. Het mag best overdreven, gek of grappig zijn. Zo blijft het voor de kinderen die aan de kant zitten ook leuk om naar te kijken.