Dramales voor kinderen: Het beeldenmuseum

Een spel waar kinderen vaak geen genoeg van krijgen is Het beeldenmuseum. Het lijkt op het spel Anna Maria Koekoek, maar dan terwijl je toneel speelt. Door het spelelement komen de kinderen sneller tot toneelspelen en creativiteit, en vaak levert ook een hoop plezier op. Het spel is geschikt voor alle kinderen van de basisschool vanaf 6 jaar.

Wat heb je nodig:

Een lege klas, zaal of gymzaal.

Duur van het spel:

Al je het spel 1 of 2 keer speelt reken op ongeveer 10. Maar je kan makkelijk 3 kwartier met het spel bezig zijn, het zal de kinderen niet snel vervelen.

Leeftijd:

vanaf 6 jaar, basisonderwijs. Het kan ook een leuke opdracht zijn met jongeren, bijvoorbeeld als spel tijdens een kamp. Probeer de groep in te schatten, het kan namelijk hilarisch zijn!

Grootte van de groep:

Minimaal 10. Als de groep groter dan 25 a 30 is, kan het onoverzichtelijk worden.

Doel van het spel:

• Fantasie met het lijf uitbeelden.
• Concentratie.
• Makkelijk en spelenderwijs tot spelen komen.

Het spel gaat als volgt:

Eerst vertel je de kinderen in wat voor beeldenmuseum zij als beeld komen te werken, bijvoorbeeld: het dieren-, het sport-, het circus-, het prehistorisch-, het thriller- of lachmuseum (er zijn tal van mogelijkheden, kinderen komen vaak met de leukste ideeën). Stel: je kiest voor het apenmuseum. Dan kies je één van de kinderen die de nachtbewaker van het museum zal zijn. Als de nachtbewaker op de gang staat, mogen de kinderen een eigen plek in de ruimte kiezen. Daar maken ze van zichzelf een stilstaand beeld wat in het apenmuseum voor zou kunnen komen. Tel tot tien/vraag of de leerlingen klaar zijn, en dan verwelkom je de nachtbewaker en wens je hem/haar succes met zijn werk.

De nachtbewaker loopt rondjes door de museumzaal. De beelden mogen, als de nachtbewaker het niet ziet, tot leven komen. Ze mogen bewegen, ze mogen zelfs lopen. Alleen: ze moeten dit doen zonder dat de nachtbewaker dit ziet! Als de nachtbewaker een beeld ziet bewegen, ontslaat hij/zij het desbetreffende beeld! Het beeld moet dan vertrekken, en gaat aan de kant zitten. Uiteindelijk blijft er 1 beeld over. Speel je het spel nog een keer, dan is degene die overblijft de nachtbewaker.

Spelen in het spel

Door je manier van uitleggen en coachen aan de kant, kun je de kinderen stimuleren om zo veel mogelijk in het spel op te gaan en meer te laten toneelspelen: "We spelen vandaag het beeldenmuseum. En dit beeldenmuseum is niet zomaar een museum! Nee, dit museum is bijzonder... Overdag staan de beelden urenlang stil. De bezoekers trekken voorbij, maar ze kunnen nooit eens aan hun neus krabben, of anders gaan staan. Als dan eindelijk de laatste bezoeker weg is, MOETEN ze bewegen! Zou jij 8 uur lang stil kunnen staan? Nee, 's avonds willen ze niets anders dan bewegen! Er is alleen 1 probleem... de nachtbewaker. De nachtbewaker is streng en chagrijnig, alles wat hij ziet bewegen stuur hij weg uit het museum" Door je uitleg boeiend te maken, zullen de kinderen meer spelen.

Ook tijdens het spelen, kun je de leerlingen daarop coachen. Bijvoorbeeld de nachtbewaker: sommige kinderen zullen de neiging hebben om in een hoek te gaan staan zodat ze alles kunnen overzien. De beelden zullen dan ook niet gaan bewegen. Maar misschien belt de vrouw van de nachtbewaker wel, gaat hij een bakje koffie pakken, of raakt hij in de war, want dat ene beeld stond net toch heel anders en waarom steekt die aap zijn tong naar hem uit?
Ook met de beelden kan van alles aan de hand zijn: Misschien is een beeld wel jaloers op de houding van een ander beeld, of wil een beeld alleen maar spelen, of is een beeld verdrietig omdat zijn favoriete bezoeker vandaag niet is geweest. Of: misschien probeert een beeld de nachtbewaker wel te plagen, of gek te maken door steeds weer ergens anders te gaan staan.

Kijkopdracht

Op deze manier wordt het voor de kinderen die af zijn en aan de kant zitten ook leuk om te kijken. Je kan ze ook een extra kijkopdracht geven: welk beeld bleef het best in zijn rol? Welk beeld vond je het meest spannend? Om welk beeld moest je heel veel lachen? Welk beeld vond je het meest bewegen?

Mogelijkheden en variaties

Je kan natuurlijk zelf bepalen in wat voor beeldenmuseum de nachtbewaker werkt, maar je kan ook aan het kind die de bewaker is, vragen in wat voor soort beeldenmuseum hij/zij wil werken. Een andere mogelijkheid is dat je van te voren kaartjes maakt met daarop mogelijkheden voor het soort museum en dat je steeds weer een ander kaartje trekt.

Wanneer een groep te groot lijkt, kun je ook overwegen om de kinderen in tweetallen een beeld te laten maken. Handig is dat de leerlingen niet alleen het beginbeeld maken, maar dat ze ook even kort bespreken: wie zijn we eigenlijk, wat zijn we aan het doen, of is er misschien iets aan de hand, bijvoorbeeld: we zijn 2 apen die 1 banaan hebben gevonden en ze proberen elkaar te slim af te zijn om aan de banaan te komen. Dit is een spel wat steeds verder kan ontwikkelen als de nachtbewaker niet kijkt. Maar ziet hij/zij één van de twee bewegen dan zijn ze toch alletwee af.

Kinderen vanaf 8 a 9 jaar: Als je het spel al vaker gespeeld hebt, kan je een extra moeilijkheid in het spel bouwen. Vertel dat de beelden niet alleen kunnen bewegen, maar 's nachts ook een magische kracht hebben. Wanneer ze een mens aanraken, verandert deze ook in een beeld. Dus als de nachtbewaker NIET kijkt en je kan als beeld de nachtbewaker aanraken, dan verandert de nachtbewaker in een beeld, en dan wisselen de rollen om: het beeld die tikt, wordt de nachtbewaker. Spreek heel duidelijk af met de kinderen, dat het tikken alleen telt als de nachtbewaker het niet ziet. Als de nachtbewaker ZIET dat een beeld tikt, dan is het beeld ontslagen.

Lees verder

• Komische dramales: De spiegel
• Sinterklaas spel voor kinderen
• Eenvoudige warming up met veel variaties - het kopieerspel