Een leuk kaartspel: ezelen
Sommige kaartspelen zijn gemakkelijker te leren en te spelen dan andere. Het kaartspel ‘ezelen’ is zo’n eenvoudiger kaartspel, waardoor het ook heel geschikt is om met jongere kinderen te spelen. Toch komt er bij ‘ezelen’ ook inzicht en strategie aan te pas, en dat maakt het spelen van het kaartspel ‘ezelen’ natuurlijk alleen maar uitdagender en leuker. Maar wat zijn de regels van 'ezelen'?
Kaartspellen
Speelkaarten bestaan al honderden jaren en kaartspellen worden door jong en oud dan ook al heel lang gespeeld. Sommige kaartspellen draaien bijna uitsluitend op geluk en toeval, bij andere kaartspellen wordt er meer een beroep gedaan op inzicht, strategie en geheugen. De win-kans wordt door goed en geconcentreerd spelen verhoogd, maar de factor geluk blijft bij kaartspelen altijd wel een rol spelen. Je moet per slot van rekening wel goede kaarten krijgen.
Een kaartspelletje is altijd leuk!
Ezelen
Het kaartspel ezelen is een relatief eenvoudig kaartspel. Dat maakt dat het ook voor kinderen leuk is om te doen. De regels zijn simpel en eenvoudig te leren. Hoewel de factor geluk altijd een rol speelt, moet je bij ezelen wel blijven nadenken en strategisch te werk gaan. En dat verhoogt natuurlijk de spanning.
Deelnemers en kaarten
Je speelt ezelen met drie tot zes personen, hoewel je het aantal nog wel zou kunnen uitbreiden. Voor elke speler heb je vier kaarten nodig van gelijke waarde, bijvoorbeeld vier vrouwen of vier tienen. Speel je met drie spelers, dan heb je in totaal dus maar twaalf kaarten nodig. Speel je met vijf spelers, dan zijn twintig kaarten in het spel. De kaarten die je niet nodig hebt leg je terzijde, of stop je terug in het doosje.
Spelbedoeling
Bij ezelen moet je proberen om vier gelijke kaarten in je hand te krijgen. Tegelijkertijd moet je er voor zorgen dat je niet ‘de ezel’ wordt door als laatste te reageren als iemand een viertal compleet heeft.
Het spel
- De gever deelt aan elke speler steeds één kaart, tot alle kaarten op zijn en iedereen vier kaarten in zijn hand heeft.
- Alle spelers bekijken hun kaarten. Het is de bedoeling om vier gelijke waardes over te houden, en iedereen selecteert één kaart die hij kwijt wil. Deze kaart wordt links van hem gedekt op tafel gelegd, dus met de afbeelding naar beneden.
- Als alle spelers hun kaart hebben neergelegd, neemt elke speler de kaart op die rechts van hem ligt, dat is dus de kaart van de rechterbuurman. De kaart wordt toegevoegd aan het eigen setje.
- De kaarten worden opnieuw bekeken en er wordt een nieuwe kaart uitgezocht die weggelegd kan worden. Als iedereen de keuze heeft gemaakt legt weer iedereen die betreffende kaart links gedekt op tafel.
- Als alle spelers hun kaart hebben neergelegd, neemt elke speler opnieuw de kaart rechts van hem op.
- Als je vermoedt dat je buurman een bepaalde kaart verzamelt, dan probeer je natuurlijk steeds juist iets anders weg te leggen
- Zo gaat het verder, tot het moment dat een van de spelers vier gelijke waardes in de hand heeft. Deze speler laat dat onopvallend zien door zijn duim op de rand van de tafel te leggen.
- Wie in de gaten heeft wat er aan de hand is (iemand heeft een setje van vier dezelfde waardes én heeft zijn duim op de tafelrand liggen), legt op zijn beurt zijn duim onopvallend op de tafelrand. Dat de betreffende speler zelf nog geen setje van vier heeft is geen punt.
- Wie het laatste zijn duim op de tafelrand heeft gelegd verliest het spel: hij is de ezel!
Voorbeeld
- Stel, je hebt ruiten-tien, klaveren-heer, schoppen-tien, harten-vrouw in de hand.
- Je moet er eentje wegleggen. Je hebt al twee tienen, dus die houd je vast. Je hebt nog geen idee wat de linkerbuurman spaart, dus je kiest harten-vrouw om weg te leggen.
- Na de wissel heb je ruiten-vrouw gepakt. Uit de reactie van je linkerbuurman denk je op te kunnen maken dat hij vrouwen spaart. Je legt daarom liever de ruiten-vrouw niet weg, maar de klaveren-heer.
- Na de wissel heb je harten-tien gepakt. Je hebt drie tienen, nog maar ééntje nodig. Je legt dus de ruiten-vrouw weg.
- Let op je buurman! Als deze vrouwen spaart heeft hij met jouw ruiten-vrouw misschien een setje van vier. Legt hij zijn duim op de tafelrand? Dan moet je snel met hem meedoen.
- Let ook op je eigen kaarten. Als je nu klaveren-tien hebt gepakt dan heb je zelf een setje van vier. Leg snel je duim op de tafelrand, maar doe het niet te opvallend.
- Wie het laatste door heeft dat jij je duim had geplaatst zal het laatste zijn eigen duim op de tafelrand zetten en heeft verloren. En dat is dan de ezel!