Een leuk kaartspel: patience

Kaartspellen
Met speelkaarten kun je allerlei verschillende spellen spelen. Meestal speel je met één stok kaarten, soms een of twee jokertjes erbij, maar soms gebruik je meerdere kaartspellen. Je speelt meestal samen met één of meerdere personen. Nou heb je niet altijd mensen om je heen die op dat moment even geïnteresseerd zijn in een kaartspel als jijzelf. Gelukkig zijn er ook kaartspellen die je helemaal alleen kunt spelen.Patience
Het kaartspel patience speel je alleen. De naam van het spel betekent ‘geduld’, want dat heb je wel nodig om het spel helemaal uit te kunnen spelen. Tenminste, als je het volgens de regels speelt. Het spannende van patience is, dat het lang niet elke keer helemaal uitgespeeld kan worden. De meeste mensen kennen patience van het gelijknamige spel op de computer.Doel van het spel
De bedoeling van patience is om alle kaarten in de juiste volgorde per soort weg te kunnen leggen, van ruiten-aas tot ruiten-koning, schoppen-aas tot schoppen-koning, en zo verder. Als alle kaarten zijn weggespeeld is het spel gewonnen. Maar je wint niet altijd, soms is een vervolg door de ligging van de kaarten onmogelijk.Het spel opzetten
Je hebt één stok kaarten nodig, zonder jokers. Je hebt dus in totaal 52 kaarten. Schud de kaarten.
- Leg nu zeven kaarten naast elkaar. De eerste zes gedekt (afbeelding naar beneden) en de zevende kaart ongedekt (afbeelding naar boven.
- Leg, grotendeels overlappend, op elke gedekte kaart een nieuwe kaart. De eerste vijf kaarten gedekt, de zesde kaart ongedekt.
- Leg een nieuwe rij op de gedekte kaarten, de eerste vier kaarten gedekt, de vijfde kaart ongedekt.
- Leg nog een rij, de eerste drie gedekt, de vierde ongedekt.
- Nog een rij, de eerste twee gedekt, de derde ongedekt.
- Nog een rij, de eerste gedekt, de tweede ongedekt.
- Nog een mini-rij, op de gedekte kaart van de vorige rij komt een ongedekte kaart.
Als je het speelveld bekijkt, zie je nu een aantal rijtjes liggen met een aflopend aantal gedekte kaarten. Op elk rijtje ligt één kaart met de afbeelding naar boven. Je houdt een stapeltje kaarten over, dat je gedekt (afbeeldingen naar beneden) neerlegt. Overigens zie je dat sommigen de kaarten precies andersom uitleggen, dan heb je rechts de langste rij, links de kortste.
Het spel beginnen

- Je kijkt naar het speelveld om te zien of je kaarten kunt verleggen. In principe zou er bij elke ongedekte kaart een kaart van een andere kleur met één waarde lager gelegd mogen worden. Ligt er een harten-negen, dan mag er dus een schoppen-acht of klaveren-acht worden aangelegd. In principe leg je de kaarten altijd overlappend neer, anders zou je teveel ruimte op je tafel nodig hebben. Ligt er een schoppen-koning, dan zou er een harten-vrouw of ruiten-vrouw aangelegd mogen worden. Kijk wat er nu op tafel ligt, misschien kun je meteen al kaarten verleggen.
- Verleg je een kaart, dan is de openliggende kaart van het rijtje weg en ligt er een gedekte kaart op het uiteinde van het rijtje. Die mag je omdraaien.
Kaarten zijn omgedraaid, het spel gaat verder
- Je mag combineren en rijtjes meenemen. Ligt er een schoppen-negen, en heb je bij een ander rijtje bijvoorbeeld de reeks harten-acht, klaveren-zeven, ruiten-zes liggen, dan mag je dit hele rijtje verplaatsen naar de schoppen-negen.
- Je mag bij het combineren ook een deel van een rijtje meenemen. Ligt er een schoppen-negen en heb je bij en ander rijtje bijvoorbeeld de reeks klaveren-negen, harten-acht, klaveren-zeven, ruiten-zes liggen, dan mag je het rijtje vanaf de harten-acht meenemen. De klaveren-negen blijft dan liggen.
- Ligt er een aas, dan mag je die buiten het speelveld leggen, als eerste kaart van een aflegstapeltje. Heb je zo harten-aas weggelegd, dan mag daar, zodra je die tegenkomt, harten-twee op worden gelegd, dan harten-drie, en zo verder. Als je zo bij alle vier de azen het complete rijtje hebt gelegd, dan zijn je kaarten op en is het spel door jou gewonnen.
Schoppen aas is gevonden en weggelegd. Schoppen-twee zou er op mogen.
- Als je de laatste kaart van een rijtje hebt omgedraaid en vervolgens ook weggelegd, dan is het rijtje leeg. Op een lege plaats mag je alleen maar een koning leggen.
Schoppen-twee en schoppen-drie zijn al op de aas gelegd.
Het stapeltje

Speleinde
Er zijn twee manieren waarop het spel beëindigd kan worden:- Je wint: alle kaarten zijn weggespeeld en op volgorde keurig per kleur en soort gesorteerd op de azen terecht gekomen.
- Je verliest: Je komt steeds dezelfde kaarten waar je niets mee kunt tegen, zodra je kaarten omdraait. Er zijn geen verplaatsingen meer mogelijk en je zit helemaal vast. Er is maar één oplossing: opgeven!
Vals spelen
Sommige mensen kunnen bijzonder slecht tegen hun verlies en hebben allerlei manieren bedacht om het spel toch uit te spelen, maar dat is natuurlijk tegen de regels. Wat je bijvoorbeeld nog al eens tegenkomt:- In plaats van drie kaarten wordt steeds maar één kaart omgedraaid.
- Zodra je een lege rij hebt wordt in plaats van alleen een koning elke andere kaart ook toegestaan om een nieuw rijtje te beginnen.
Zelfs met deze manieren van vals spelen is het uitspelen en winnen van patience geen uitgemaakte zaak!