Een leuk kaartspel: pesten
Bij het woord pesten trekken we verontrust de wenkbrauwen omhoog. Pesten is maatschappelijk en menselijk gezien sterk af te keuren en heeft voor alle partijen grote gevolgen. Maar op één terrein is pesten soms wél toegestaan: in spelletjes. In het spel pesten mag je van alles doen om een ander dwars te zitten. Maar dan moet je er wel tegen kunnen als jijzelf ook even het mikpunt bent.
Kaartspel
Kaartspelen zijn al eeuwen bekend en komen in allerlei culturen voor. Een kaartspel bestaat uit 52 kaarten, verdeeld in vier typen: harten, schoppen, klaveren en ruiten. Twee van deze typen hebben rode afbeeldingen (harten, ruiten), de andere twee hebben zwarte afbeeldingen (schoppen, klaveren). Alle kaarten hebben een waarde. Je hebt per type dan de 2,3,4,5,6,7,8,9,10,boer, vrouw, koning, aas. De aas kun je als hoogste of als laagste waarde gebruiken. Er zijn spelen, waarbij nog gebruik gemaakt kan worden van enkele jokers. Deze kaarten kun je de waarde geven die je op dat moment in het spel nodig hebt, afhankelijk van de regels van het betreffende spel. In het spel pesten spelen ze in ieder geval een rol. In een pakket speelkaarten (een stok) zitten dus 52 kaarten met soms enkele jokers.
Kaartspel pesten
Het kaartspel pesten is een betrekkelijk eenvoudig spel, dat met jong en oud gespeeld kan worden. Je speelt het met minimaal twee personen, het is goed een maximum van zes personen aan te houden. Het spel pesten wordt op verschillende manieren gespeeld, waarbij plaatselijk nieuwe regels en spelwijzen zijn toegevoegd. Het kan dus zijn dat onderstaande speluitleg op onderdelen een beetje afwijkt van wat je gewend bent. Speel je dit spel in een nieuwe groep mensen, dan is het slim om van tevoren even samen de regels door te nemen. Dat scheelt in de discussie en voorkomt dat het spel pesten overgaat in een echt pesten.
Doel van het spel
De bedoeling van het spel is om al je kaarten weg te spelen. Wie dat het eerste voor elkaar heeft is de winnaar.
Begin van het spel
De gever deelt aan alle spelers om de beurt een kaart, tot ieder er acht heeft. De overige kaarten komen gedekt op een stapel, dus met de afbeelding naar beneden. Alleen de bovenste kaart wordt omgekeerd naast die gedekte stapel gelegd. Hier kun je dus de afbeelding wel van zien.
De eerste spelactie
Een kaartspelletje is altijd leuk en gezellig.
De speler aan de linkerhand van de gever is het eerste aan de beurt. Hij kijkt naar de omgekeerde kaart. Op grond van de waarde moet hij misschien een actie ondernemen. Je ziet in het lijstje hieronder welke acties mogelijk zijn. De speler kijkt nu welke kaart hij ongedekt, dus met de afbeelding naar boven, op de ongedekte stapel legt. Wat mag en moet:
- Hij moet een kaart wegleggen van hetzelfde type als er al ligt. Ligt er bijvoorbeeld een klaveren, dan moet hij ook een klaveren leggen. Tenzij…
- Hij legt een kaart weg met dezelfde waarde. Ligt er bijvoorbeeld een drie, dan legt hij ook een drie. Hiermee verandert het op te leggen kaarttype. Lag er bijvoorbeeld een harten-drie en legt de speler nu schoppen-drie op, dan zal de volgende speler een schoppen-kaart moeten wegleggen.
- Wat ook kan: de speler kan een joker wegleggen. Hij dwingt hiermee de volgende speler vijf kaarten van de gedekte stapel te nemen. Een joker mag altijd worden gelegd, ongeacht de kleur, type of waarde van de kaart op het stapeltje.
- Als de speler al deze acties niet kan omdat hij de juiste kaarten niet heeft, moet hij een kaart nemen van de gedekte stapel. De volgende speler is aan de beurt.
Verloop van het spel
Op dezelfde wijze gaan de volgende spelers verder. Als je elke keer een kaart kunt wegleggen, kom je aan het moment dat je nog maar één kaart in je hand hebt. Bij het wegleggen van de op-één-na laatste kaart klop je hoorbaar op tafel, om de andere spelers erop te attenderen dat je nog maar één kaart hebt en bij de volgende beurt misschien het spel wint. De andere spelers kunnen hier een stokje voor proberen te steken.
En dat pesten dan?
Tot zover lijkt het spel erg simpel, saai en eenvoudig. Maar omdat de gespeelde kaarten een bepaalde waarde hebben en een bijpassende actie wordt het een stuk interessanter. Je kunt de speler die na jou komt aardig dwars zitten door bepaalde kaarten te gooien. Een vriendelijke manier van iemand pesten, zullen we maar zeggen.
De spelacties
Kaart | Actie |
2 | Kleine joker. De volgende speler moet twee kaarten van de gedekte stapel nemen. Tenzij die volgende speler ook een twee legt, dan hoeft hij niets te pakken maar schuift dit door naar weer de volgende, die dan dus vier kaarten (2 2 moet nemen. |
3 | Geen bijzondere waarde |
4 | Geen bijzondere waarde |
5 | Geen bijzondere waarde |
6 | Geen bijzondere waarde |
7 | Zeven alles geven. Je mag alle kaarten van dit type opleggen. |
8 | Acht wacht, een beurt overslaan |
9 | Geen bijzondere waarde |
10 | Geen bijzondere waarde |
boer | Je mag van kleur en type veranderen. In sommige spelvarianten moet de boer wel in het type van de voorgaande kaart zijn, soms is deze beperking er niet. |
vrouw | Geen bijzondere waarde |
koning (heer) | Heertje nog een keertje. Je mag nog een kaart leggen. |
aas | Geen bijzondere waarde |
joker | De volgende speler moet 5 kaarten van de gedekte stapel nemen. Tenzij die ook een joker heeft, dan schuift de schuld (net als bij de 2) op naar de volgende. |
Lees verder