Aquarelleren: technische oefeningen voor beter resultaat
Aquarelleren is een schildertechniek waarbij gebruikgemaakt wordt van verf die met water wordt gemengd waardoor transparante kleuren ontstaan. Het is geen gemakkelijke techniek omdat het lastig is om controle over de verf op het papier te houden. Er is echter met een beperkt aantal technieken een heel mooi resultaat te bereiken. Er zijn twee manieren om te werk te gaan: nat in nat en nat op droog. Bij de eerste techniek maakt men eerst het papier nat en gaat men daarop schilderen, bij de tweede techniek schildert men op droog papier.
De kunst van het aquarelleren
Aquarelleren is in Nederland een zeer populaire bezigheid. Op tal van locaties kan men cursussen volgen. Ofschoon het in eerste instantie een van de lastigste schildertechnieken is, kan men er met wat oefening schitterende resultaten mee bereiken. Dat blijkt wel uit het werk dat bekende schilders op deze manier verwaardigden.
Aquarellisten van de negentiende eeuw
De bloeitijd van de aquarel in Nederland was de negentiende eeuw. In eerste instantie gebruikten romantische schilders als Koekkoek en Nuyen nog veel kleur. De schilders van de Haagse School en de Tachtigers die aan het eind van de negentiende eeuw werkten, schilderden atmosferische, bijna impressionistische landschappen met veel grijstinten.
De transparante aquarelkleuren leenden zich hier uitstekend voor. Tot deze groep schilders behoorden onder andere Weissenbruch, Israëls en Breitner.
Nodig
Om te aquarelleren heeft men speciaal papier nodig. Dit is een stevig soort papier dat goed water opneemt. Het is te koop als losse vellen, maar er zijn ook blokken aquarelpapier. De losse vellen worden opgespannen zodat ze strak staan. Bij blokken zijn de vellen zo gelijmd dat ze al strak zijn en niet gaan bollen. Verder heeft men penselen nodig die veel water kunnen opnemen en die uitlopen in een fijne punt. Hiermee kan men zowel grote oppervlakken als kleine details schilderen. Verder is een potlood nodig om een schets te maken, een (kneed)gum en twee bakjes water. Aquarelverf is te koop in napjes en tubes. De tubes zijn wat handiger in gebruik omdat een afgepaste hoeveelheid verf op een palet kan worden aangebracht. Een palet heeft men dus ook nodig.
Kees Verweij
De Nederlandse schilder, Kees Verweij, heeft veel aquarellen gemaakt. Hij maakte vooral veel bloemstillevens. Hij was mede-oprichter van de Hollandsche Aquarellistenkring. Wie aquarelleert leert als een van de eerste dingen dat er geen witte aquarelverf gebruikt wordt.
Het wit komt van het papier. Delen die wit moeten blijven spaart men uit of men gebruikt maskeervloeistof of kaarsvet om er voor te zorgen dat er op bepaalde plekken geen verf komt. Kees Verweij trok zich hiervan echter niets aan.
In zijn aquarellen maakt hij veelvuldig gebruik van dekkende witte verf, iets dat zijn werk een geheel eigen karakter geeft.
Oefeningen/technieken
Egale wassing op droog papier
Wil men een egaal vlak aanbrengen, dan moet men de verf goed verdunnen met water. Het is een snelle manier van werken. Maak voldoende verf aan, bijvoorbeeld op een palet, bordje of in een kommetje. Zet een brede kwast bovenaan het vel papier en zet een streek van links naar rechts. Dan zet men de volgende streek ook van links naar rechts, zodanig dat de druppels van de rand van de eerste laag meegenomen worden. Ga zo door tot het vlak vol is.
Het vergt een aantal keer oefenen om tot een mooi egaal vlak te komen. Deze oefening is goed te doen met een spalter. Dit is een brede kwast zonder punt waarmee men snel over grote vlakken kan werken. Als alle verfstreken zijn gezet, moet de verf opdrogen, zonder dat men nog met penseel of spalter aan de verf komt.
Verlopende wassing
Een verlopende wassing wordt verkregen doordat een bepaalde kleur steeds lichter wordt. Men begint weer met het maken van een paar vlakken zoals bij de egale wassing. Bij iedere streek van links naar rechts wordt nu iets meer water toegevoegd. De kleur wordt hierdoor steeds lichter.
Het is belangrijk om met voldoende verf te beginnen want verf toevoegen leidt weer tot een donkerdere toon doordat er meer pigment wordt toegevoegd. De bedoeling van de oefening is het verkrijgen van een mooie overloop zonder strepen. De techniek kan bijvoorbeeld worden toegepast om luchten te schilderen. Ook voor landschappen is het een handige techniek. Wat dichterbij is kan op deze manier donkerder worden gemaakt dan wat verder weg is, terwijl er verloop van kleurtoon is.
Verlopende kleurwassing
Bij deze wassing verandert de kleur geleidelijk omdat er telkens een andere kleur wordt toegevoegd aan het verfmengsel. Het verfmengsel moet wel waterig blijven. Men gaat op dezelfde manier te werk als bij de egale wassing. Alleen voegt men iedere keer andere kleuren toe zodat er een mooie overloop ontstaat naar een andere kleur en zonder strepen. Men begint bijvoorbeeld met een blauwe wolkenlucht en laat die verlopen naar een groen landschap. Een rode avondlucht kan met deze techniek verlopen naar een donkerblauwe zee.
Nat in nat
Bij deze techniek wordt natte verf aangebracht op een natte ondergrond. Het is een moeilijk controleerbare techniek die veel oefening vergt. Eerst maakt men het papier nat met schoon water. Op het natte papier laat men verf lopen. Hoe natter de ondergrond, hoe meer vormen zullen vloeien. Als men wacht totdat de ondergrond iets is opgedroogd, krijgt men mooie vage vormen. Als men weer water in de nog natte verf laat lopen, ontstaan zogenaamde 'bloemkolen'.
Nat op droog
Bij deze techniek werkt men met een nat penseel op een droge ondergrond. Dat kan droog papier zijn, maar ook een droge verflaag waar men overheen gaat. De ondergrond moet in ieder geval goed droog zijn, om te voorkomen dat de kleuren door elkaar lopen. Zo kan men verschillende lagen verf over elkaar aanbrengen of gedeeltelijk over elkaar aanbrengen, wat bijzonder mooie effecten kan geven.
Droog op droog
Met een penseel met een beetje verf en zonder water werkt men op droog papier. Hiermee is het mogelijk een rafelige streek neer te zetten.
Kleuren mengen
Kleuren kunnen op een palet worden gemengd maar ook op het papier. Bij mengen op papier krijgt men mengingen die helderder zijn dan op het palet. De hoeveelheid water tijdens het mengen bepaalt de transparantie van de menging.
Lees verder