Naailes: Een jeans achterzak maken
Een achterzak, of kontzak, is een van de makkelijkste zakken om te maken. Hier ga ik stap voor stap laten zien hoe je zo’n achterzak maakt. Een borstzakje kun je op dezelfde manier maken.
Stap 1: Het patroon overnemen
De eerste stap is het overnemen van het patroon. Speld het patroon op de stof. Als het een patroon is zonder naadtoegift, teken er dan zelf aan de bovenkant nog 2,5 cm bij en aan de zijkanten en onderkant 1,5 cm. Let op: Als het een patroon is inclusief naadtoegift dan kunnen dit andere getallen zijn. Let hierop met het maken.
Nadat je het patroon hebt overgenomen op te stof knip je het uit. Als je er, zoals bij jeans vaak wordt gedaan, nog een figuur of patroontje op wilt borduren, doe dit dan nu. Ik heb er een paar diagonale strepen met de machine op geborduurd.
Stap 2: De omslag aan de bovenkant
De volgende stap is het maken van de omslag aan de bovenkant. Trek op de achterkant van de stof een lijn op 2x de naadtoegift, in dit geval is dat 5 cm. Vouw de stof om tot die lijn en pers het plat, zoals te zien in de figuur. Stik de omslag vast met een stiksteek met een lengte van 4 mm. Als je wilt kan je nog een extra stiksel parallel aan de eerste maken.
Stap 3: De zak op de broek bevestigen
Het laatste dat nog rest is het bevestigen van de zak op de broek. Om te beginnen moeten de naadtoegiften naar binnen gevouwen worden. Dit doen we net zoals bij de bovenkant. Eerst wordt er een lijn getrokken op een afstand van 2x de naadtoegift vanaf de rand. Hier vouw je de rand naartoe en dan pers je het plat. Vervolgens speld je de zak op de broek.
Je begint met naaien in de bovenhoek. De bovenhoeken van de zak zijn kwetsbaar, want er staat veel druk op. Daarom moeten die hoeken extra stevig vastzitten. Naai eerst 1 of 2 centimeter vooruit, bijvoorbeeld tot het stiksel waarmee de omslag is vastgezet. Stik dan achteruit nog een keer hetzelfde stuk. Daarna ga je verder met de rest van de zak, dus dat eerste stuk is 3 keer genaaid. Doe hetzelfde met het laatste stuk, dat is de andere hoek.
In plaats van een extra keer heen-en-weer kan je ook de hoek extra stevig vastzetten met een trensje. Dat is een stukje zigzagsteek waarbij de steeklengte zo kort is dat er eigenlijk geen ruimte meer tussen de steken zit.
Nu is je zak al klaar! Bij veel broeken zit de achterzak vast met een dubbel stiksel. Dit is voornamelijk voor de sier. Als je het leuk vindt kan je naast het stiksel waarmee je de zak hebt vastgezet nog een stiksel naaien.
Over sierstiksels
Bij spijkerbroeken worden vaak sierstiksels gebruikt. Die zijn meestel geel van kleur, maar je kan de kleur gebruiken die je wilt. In dit voorbeeld gebruik ik blauw. Voor dit soort stiksels wordt een dikkere draad gebruikt. Je kan speciaal garen voor siersteken gebruiken, maar extra sterk garen is ook dik genoeg. Ik gebruik zelf extra sterk garen. Dat is net iets dunner, maar het is een stuk goedkoper.
Dit dikkere garen hoef je alleen maar te gebruiken als bovendraad, dat is de draad die door de naald gaat. Op het spoeltje kan je gewoon je goedkopere garen laten zitten. Wanneer je dit garen gebruikt zal je vaak een andere draadspanning nodig hebben. Probeer dit uit op een proeflapje, want anders krijg je allemaal lusjes aan de achterkant van je kledingstuk. De draadspanning zal een stukje hoger worden. De draadspanning die nodig is hangt ook af van hoeveel lagen stof je naait.
Wanneer je een spijkerbroek naait is het verstandig om een speciale jeansnaald te gebruiken. Deze naalden zijn wat dikker. Het oog van de naald is ook wat groter. Als je een sierstiksel maakt met dikker garen op iets anders dan jeansstof, dan heb je toch een jeansnaald of een borduurnaald nodig, want het sierstikgaren is te dik voor het ook van een normale naald.