Het is echt waar, opa! (de impact van dementie op een kind)

Gegevens van het boek Het is echt waar, opa!
- Oorspronkelijke titel: Vrai de vrai, Papi?
- Tekst: Émilie Rivard
- Vertaling: Karin Beneken Kolmer
- Illustraties: Anne-Claire Delisle
- Uitgeverij: NBD Biblion, Leidschendam
- Jaar: 2013 (Nederlandse uitgave)
- Pagina's: 24
- ISBN: 978 94 6202 035 1
- Genre: kinderboek, prentenboek
- Leeftijd: voor kinderen vanaf vier jaar
Het verhaal
Toen Charlie klein was, vertelde opa hem altijd veel verhalen. Charlie genoot van de avonturen die opa voor hem verzon. Hij vertelde bijvoorbeeld over een piraat die op zolder woonde, opa hoorde de piraat met zijn houten been tegen een schatkist kloppen. Of over de oude heks die in het schuurtje zou wonen achter in de tuin van opa. Opa eindigde zijn verhalen altijd met de zin: 'Het is echt waar, Charlie!'Maar nu Charlie ouder is, vertelt opa geen verhalen meer. Opa kan zich ook niets meer herinneren van de piraat, de heks, kabouters. Dat komt door een ziekte die zijn geheugen en zijn woorden heeft opgeslokt. Opa kan zelfs niet meer lachen. Als Charlie met zijn ouders op bezoek komt, blijft opa maar uit het raam staren, hij kijkt hen niet aan.
Charlie vertelt opa een verhaal van vroeger, het gaat over Akimoto Kata, een krijger en de beste Ninja van heel Japan. Charlie eindigt zijn verhaal met de zin: 'Het is echt waar, opa!' Het lijkt alsof opa het verhaal gelooft en hij kijkt zijn bezoek aan. Als opa de week daarna moeite heeft met eten, vertelt Charlie hem opnieuw een verhaal van vroeger. Opa kijkt eerst verbaasd en eet dan zijn eten op.
Charlie wil graag een verhaal bedenken waardoor opa weer gaat lachen. Hij treedt op als goochelaar, maar dat werkt eerst niet. Tot Charlie uit zijn broekzak een smiley haalt. Dan komt er een lach op het gezicht van opa. Gelukkig heeft de ziekte zijn lach niet weggehaald, de lach was verstopt in het diepst van opa's hart.
Opa gaat steeds meer vergeten, hij weet zelfs niet meer wie Charlie is. Charlie speelt dat hij Claudio Esperanzo is, een toverelf. Opa moet vreselijk lachen. De ziekte lijkt zich even verstopt te hebben. Het zal waarschijnlijk steeds minder goed gaan met opa, maar Charlie heeft nu de magische kracht van opa, de kracht om het juiste verhaal te vertellen om opa te laten lachen. En dat is echt waar!
De tekst en illustraties
Op de voorkant van het boek vind je een mooie illustratie: opa en Charlie liggen op een kleed op het gras te luieren. Er liggen een paar boeken op het kleed. Er staat ook een fantasiekaboutertje op de illustratie. Er staan heel veel illustraties in het boek, soms een volle pagina of zelfs twee pagina's of kleine illustraties. De ene keer staat de tekst in de illustratie, soms erboven of eronder. Op donkere pagina's hebben de letters een witte kleur gekregen, op de andere pagina's zwart. Op de eerste illustratie zie je dat opa een verhaal vertelt aan Charlie die in bed ligt. Het is een gezellige tekening, de fantasiefiguren waar opa over vertelt kun je ook zien op de tekening. Het zijn zwart-wit figuurtjes: een draak, kabouters, een ridder op een paard. Deze fantasiefiguren kom je het hele boek door tegen. In het begin kijkt opa vrolijk, hij is dan nog niet ziek. Verder in het boek kijkt opa wat wezenloos, hij snapt lang niet alles meer. Als Charlie hem blij maakt met zijn verhalen zie je opa uitbundig lachen. Er staat redelijk wat tekst in het boek, ongeveer drie tot vijftien regels bij een illustratie. Het gaat om korte zinnen die fijn zijn om voor te lezen.Een fragment
Ik leg mijn hand op opa's ruwe wang.Dan begint zijn gezicht te stralen.
Zijn verschrikkelijke ziekte heeft zijn
lach niet opgegeten. Hij was alleen
verstopt, in het diepst van zijn hart.