recensieLoch Ness; mythe of werkelijkheid? - W.P. Hogendoorn
In 1980 publiceerde Willem Pieter Hogendoorn een boek over de mysterieuze wezens die in Loch Ness zouden leven. Het droeg als titel: 'Loch Ness; mythe of werkelijkheid?' In het 'Woord vooraf' schrijft W.P. Hogendoorn: 'Het doel van dit boek is om het bestaan van deze merkwaardige dieren aan te tonen, door die informatie te geven die in ons land vrijwel altijd heeft ontbroken.' Dit boek was het debuut van W.P. Hogendoorn. Later zou hij onder het pseudoniem Tomas Ross faam maken als thrillerschrijver.
Overlevenden uit de prehistorie?
Het eerste hoofdstuk van het boek heet 'Overlevenden uit de prehistorie'. Een bekende theorie over de zogenaamde 'Monsters van Loch Ness' is namelijk, dat het een groep prehistorische dieren is, die eeuwenlang diep in Loch Ness heeft overleefd, doch in de rest van de wereld al lang is uitgestorven (behalve misschien in enkele andere, vergelijkbare, diepe meren). De auteur demonstreert in dit hoofdstuk aan zijn lezers dat het beslist geen waanidee is, om te geloven dat sommige prehistorische diersoorten, die door de wetenschap officieel al lang als 'uitgestorven' worden beschouwd, toch weer levend opduiken. Een voorbeeld daarvan is de coelacant. Men ging er vanuit dat deze vis al 70 miljoen jaar geleden zou zijn uitgestorven, tot er in 1938 een coelacant bij Zuid-Afrika werd gevangen.
Fabeldieren?
Ook demonstreert de auteur dat diverse diersoorten, waarvan wetenschappers dachten dat het fabeldieren waren die alleen maar in mythische verhalen bestonden, later toch werkelijk bleken te bestaan. Een voorbeeld daarvan is de gorilla. Deze apensoort was al eeuwen bekend bij inheemse stammen in Afrika. Hun verhalen over de 'donkere reuzenaap' werden door westerse wetenschappers niet serieus genomen. In het westen beschouwde men het als een ‘fabeldier’, totdat in 1847 wetenschappers er achter kwamen dat gorilla's echt bestaan.
De diepte van Loch Ness
Die twee voorbeelden, de coelacant en de gorilla, zijn echter wel diersoorten die, dankzij hun leefgebied, zich relatief makkelijk lang 'verscholen' konden houden voor de westerse wetenschap: de coelacant woont immers diep in de gigantische oceanen en de gorilla woont diep in de gigantische jungles. Veel sceptici zullen beweren, dat in een algemeen bekend Schots meer een diersoort zich toch veel minder goed kan verbergen. W.P. Hogendoorn betoogt dat zulke sceptici de diepte van Loch Ness onderschatten. Dit meer is minstens twee keer zo diep als de Noordzee en op sommige plekken zelfs nog veel dieper. ‘Okay’, zullen sommige sceptici dan beweren, ‘zelfs als die mysterieuze dieren het merendeel van hun tijd diep in dat meer wonen, dan zouden er toch nog wel, wanneer ze overlijden, kadavers van hen aangetroffen moeten worden aan de oevers van het meer?’ Nee, betoogt Hogendoorn: diepzeedieren treffen we vrijwel nooit aangespoeld aan. 'Als ze doodgaan zinken ze vanwege de diepte waarop ze zich bevinden.'
Bewijsmateriaal
In dit boek staan vanzelfsprekend talloze verhalen van ooggetuigen, die beweren een mysterieus dier in Loch Ness te hebben gezien. Ook staan er tabellen in dit boek, waarvan men kan aflezen in welke jaren de meeste waarnemingen plaatsvonden, hoe lang de meeste waarnemingen duurden, hoe laat ze meestal plaatsvonden, bij welk weer het mysterieuze dier gezien werd, enzovoort. Er staan natuurlijk ook allerlei schimmige foto's in het boek, die als bewijsmateriaal voor het bestaan van het monster moeten gelden. W.P. Hogendoorn vertelt ook over onderzoek met sonar, wat ook allerlei aanwijzingen zou hebben opgeleverd, die zouden kunnen duiden op grote, onbekende levende wezens, diep in Loch Ness.
Soortgelijke dieren?
In het voorlaatste hoofdstuk van het boek vertelt W.P. Hogendoorn over een aantal andere meren waarin soortgelijke waarnemingen van mysterieuze, grote dieren zijn gedaan, als in Loch Ness. Daaronder zijn Loch Morar (Schotland), het Storsjönmeer (Zweden), Lough Ree en Lough Fadda (beide in Ierland), het Vorotameer en het Khaiyrmeer (beide in Siberië) en Lake Okanagan (Canada).
W.P. Hogendoorn betoogt in het slothoofdstuk: 'De conclusie kan dan ook niet anders zijn dan dat we in zeeën en meren met één en dezelfde soort ongekende dieren te maken hebben. Het lijkt daarbij aannemelijk dat het gaat om (nazaten van) prehistorische overlevenden'. Op één van de laatste pagina's staat ook een tekening van de 'Nessiteras Rhombopteryx' (wat de semi-wetenschappelijk benaming voor het monster van Loch Ness is), zoals dit dier er volgens de auteur uitziet. (Op die tekening is een dier te zien dat voor een belangrijk deel voldoet aan het clichébeeld van het monster van Loch Ness, maar dat daarnaast vooral opvalt doordat het grote kammen heeft op de rug en de nek. Die kammen zijn een verklaring van de auteur voor de 'bulten' en 'manen' die diverse waarnemers bij het Monster van Loch Ness hebben gesignaleerd.)
Auteur: Willem Pieter Hogendoorn alias Tomas Ross
Willem Pieter Hogendoorn is de zoon van een verzetsheld en latere BVD-agent. Willem Pieter werd geboren op 16 september 1944, op een onderduikadres te Goeree-Overflakkee. Rond 1970 werkte hij als schrijvend journalist en als tv-presentator. Vervolgens besloot Hogendoorn om toch weer te gaan studeren. Hij begon aan een studie antropologie en studeerde uiteindelijk in 1975 af in de 'niet-westerse sociologie'. Vervolgens was hij enige jaren actief als maatschappelijk werker.
Ondertussen was Hogendoorn in zijn achterhoofd al sinds midden jaren zestig bezig met het fenomeen 'het monster van Loch Ness'. Hij las stapels boeken over dit fenomeen, maar ook over de geschiedenis van andere 'mythische monsters', zoals reuzenzeeslangen. Ook ging Hogendoorn in de jaren zeventig, met zijn toenmalige Schotse vrouw, regelmatig zelf op bezoek bij Loch Ness. Uiteindelijk resulteerde dit allemaal erin, dat Hogendoorn het boek 'Loch Ness; mythe of werkelijkheid?' ging schrijven. In oktober 1979 rondde hij het manuscript af. Het boek verscheen in 1980 bij uitgeverij Fibula-Van Dishoeck. Het is een zeer rijk geïllustreerd boek (onder meer ook met veel tekeningen van de auteur).
Dit debuut van W.P. Hogendoorn werd een behoorlijk groot commercieel succes. Aangezien hij zich steeds minder thuis voelde in zijn baan als maatschappelijk werker, besloot Hogendoorn om te proberen om fulltime professioneel schrijver te worden. In de eerste jaren na zijn debuut schreef Hogendoorn een aantal zeer uiteenlopende boeken, waaronder ook een reeks thrillers. Waar hij zijn semi-wetenschappelijke non-fictieboeken (zoals het boek over Loch Ness) onder zijn eigen naam publiceerde, daar besloot hij om de thrillers onder een pseudoniem te publiceren. Dat pseudoniem was Tomas Ross. Als thrillerauteur werd hij enorm succesvol.
Oordeel over het boek 'Loch Ness; mythe of werkelijkheid?'
De succesvolle thrillers die Hogendoorn later publiceerde onder de naam Tomas Ross, staan vaak bol van de complottheorieën en andere alternatieve theorieën met betrekking tot de achtergronden van grote historische gebeurtenissen. Het is de kwaliteit van Ross, dat hij er vaak in slaagt om zulke, op het eerste gezicht merkwaardige theorieën, in zijn boeken toch tamelijk geloofwaardig aan zijn lezers voor te schotelen.
Het is zeer fascinerend om te zien dat Hogendoorn in zijn debuut, dat eigenlijk qua opzet een totaal ander type boek is (officieel is het immers bedoeld als non-fictie) hetzelfde doet als in zijn latere thrillers: hij probeert merkwaardige theorieën (over het bestaan van de monsters van Loch Ness) op een dusdanige manier aan zijn lezers te presenteren, dat ze op den duur toch tamelijk geloofwaardig gaan lijken.
De modale scepticus zal door dit boek echt niet overtuigd worden, maar dat neemt niet weg dat het lezen van 'Loch Ness; mythe of werkelijkheid?' ook voor sceptici een zeer interessante ervaring kan zijn. Het is namelijk een goed geschreven boek, vol met prachtige, fascinerende verhalen, die door de auteur met een aanstekelijke passie worden verteld. Men gaat op den duur, terwijl men dit boek leest, bijna hopen dat de gepassioneerde schrijver gelijk heeft met zijn geloof in het bestaan van deze mysterieuze dieren. Helaas komt al zijn 'bewijsmateriaal' uiteindelijk toch niet geloofwaardig genoeg over.
In vroeger tijden, toen maar weinig mensen een fototoestel hadden en die toestellen ook nog eens gebrekkig functioneerden, konden zeer schimmige foto's die gemaakt werden door passanten die, op het moment dat een monster opdook, toevallig een fototoestel bij zich hadden, nog voor veel ophef in de media zorgen en voor veel nieuwe 'believers'. Helaas zijn heel wat van die foto's later ontmaskerd als 'fake'. Als er werkelijk nog ‘monsters’ in Loch Ness leven die regelmatig opduiken, dan wordt het in de 21e eeuw, nu bijna iedereen altijd (dankzij zijn of haar mobieltje) een fototoestel bij de hand heeft, toch wel hoog tijd dat er eindelijk voor het eerst een geloofwaardige, goede foto van zo'n monster wordt gemaakt.
Wie het boek van Hogendoorn leest, beseft hoe leuk het kan zijn om over het bestaan van dergelijke mysterieuze diersoorten te fantaseren. Helaas is het de realiteit in de 21e eeuw, dat er nog maar bar weinig geloofwaardige aanknopingspunten over zijn gebleven, om te kunnen geloven dat er nog werkelijk 'monsters van Loch Ness' bestaan.
Gegevens:
- Titel: Loch Ness; mythe of werkelijkheid?
- Auteur: W.P. Hogendoorn
- Pagina’s: 147
- Uitgeverij: Fibula-Van Dishoeck
- Jaar van uitgave: 1980