Carl Barks, de Duck Man
Carl Barks (Merrill, 27 maart 1901 – Grants Pass, 25 augustus 2000) is de bedenker van Duckstad en veel van zijn inwoners. Carl Barks is volgens vele fans de beste tekenaar van Donald Duck. Carl Barks was de eerste tekenaar van Disney verhalen die zelf roem kreeg. Dit was heel bijzonder omdat de Disney verhalen altijd onder de naam van Walt Disney naar buiten werden gebracht.
Werken bij Disney
Carl Barks begon zijn loopbaan bij Disney in 1935. Donald Duck had net een jaar eerder zijn debuut gemaakt en Barks ging samen met anderen werken aan animatiefilms waar Donald Duck in speelde. Barks heeft aan ongeveer 35 filmpjes meegewerkt. Ook heeft hij aan ‘Donald’s Nephews’ meegewerkt. In dit filmpje zijn de neefjes van Donald, Kwik, Kwek en Kwak, voor het eerst te zien.
In 1942 stopte Barks met het werken aan animatiefilms. Hij was allergisch voor de airconditioning in het gebouw en nam ontslag bij Disney. Echter ging hij na een korte onderbreking weer bij Disney werken, maar dan als striptekenaar.
De Duck man
Carl Barks maakte tussen 1943 en 1966, wanneer hij met pensioen gaat, honderden Duck verhalen. Barks is de eerste tekenaar die Donald en consorten lange avonturen laat beleven. Tot op dat moment was Donald Duck bij het Amerikaanse publiek alleen bekend door korte krantenstripjes.
De verhalen van Disney werden altijd onder de naam van Disney naar buiten gebracht. Alleen werd er soms bij een verhaal een kort identificatienummer gezet. Echter vielen de verhalen van Barks bij de lezers op. De lezers merkten op dat er één artiest was waarvan het werk zo goed was, dat het met kop en schouders boven de andere verhalen uitstak. Omdat men niet wist wat de naam van de artiest was, noemde men hem
'the good Duck artist' of
'the Duck man'. Pas later werd de naam van deze artiest bekend: Carl Barks.
De tijd na Disney
In 1966 ging Barks met pensioen. Hij schreef nog wel verhalen, maar liet deze uitwerken door Tony Strobl. In de jaren ‘90 van de vorige eeuw, zijn deze verhalen nogmaals uitgewerkt door de Nederlander Daan Jippes. Daan Jippes benadert de originele stijl van Barks meer dan Strobl. Ook begon Barks na zijn pensioen met het naschilderen van Duck-scenes in olieverf. Deze olieverf schilderijen waren zeer in trek bij de fans.
In 1994 kwam Carl Barks naar Nederland. Hij bezocht onder andere de Nederlandse Donald Duck redactie. Enkele jaren later, op 25 augustus 2000, stierf Carl Barks, 99 jaar oud.
De nalatenschap van Carl Barks
Carl Barks heeft Donald Duck groot gemaakt. Hij heeft bijzonder goede verhalen geschreven en uitgewerkt. De meeste van deze verhalen zijn opgenomen in de Nederlands verzamelstripboeken: ‘De beste verhalen van Donald Duck’.
Ook heeft hij de figuren rondom Donald Duck bedacht en uitgewerkt.
Buurman Bolderbast (1943)
In juli 1943 krijgt Donald in het verhaal
‘Good Deeds’ een buurman: Bertus Bolderbast. Donald is in dit verhaal zijn buurman aan het pesten door een berg blikjes over de schutting te gooien, puur omdat Donald het zo leuk vindt om te kijken hoe buurman reageert. Bertus Bolderbast komt maar op één plaatje voor en ziet er nog niet uit zoals we hem nu kennen.
In november 1943 komt buurman Bolderbast in een tweede verhaal naar voren:
'Een Goede Buur is beter dan een Verre Vriend'. Hij ziet er nu uit zoals we hem kennen. In het verhaal proberen de buren vrede te bewaren, maar na een paar pogingen krijgen de twee toch flinke ruzie, die tot op de dag van vandaag duurt.
Duckstad (1944)
Carl Barks introduceert in 1944 een stad waarin Donald Duck en zijn familie en nog veel meer bekende Disney figuren wonen: Duckstad. Veel verhalen van Barks spelen zich af in Duckstad.
Dagobert Duck (1947)
Pas in december 1947 werd het eerste verhaal met Dagobert Duck gepubliceerd. In dit verhaal
‘Christmas on Bear Mountain’ biedt een rijke oom van Donald, oom Dagobert, Donald en de neefjes een vakantie aan in een berghut.
Oom Dagobert is een enorme vrek waardoor Barks hem Schotse voorvaderen toedicht. In het Amerikaans heet Dagobert Duck dan ook Scrooge McDuck. Het voorvoegsel Mac is typisch Schots en de voornaam Scrooge is ook de voornaam van de enorme gierigaard in het boek
‘A Christmas Carol’ van Charles Dickens.
Vanaf 1951 kan Dagobert Duck in zijn geld zwemmen, op dat moment introduceert Barks het geldpakhuis van oom Dagobert
Guus Geluk (1948)
Naast de eeuwige pechvogel Donald Duck werd in 1948 de eeuwige geluksvogel geïntroduceerd in het stripverhaal '
Wintertime Wager'. Guus en Donald hebben in dit verhaal een weddenschap lopen: Donald heeft op een warme dag in juli opgeschept dat hij op nieuwjaarsdag in het IJsberenmeer gaat zwemmen. Het is echter de koudste nieuwjaarsdag sinds jaren.
Donald verliest de weddenschap en moet zijn huis aan Guus geven. Katrien komt Donald redden door Guus te herinneren aan het feit dat ook hij op de warme julidag heeft opgeschept. Hij beweerde namelijk dat hij 2 emmers met limonade in 1 uur zou kunnen leegdrinken. Gelukkig voor Donald lukt dit niet en krijgt hij zijn huis terug.
De Jonge Woudlopers (1951)
In februari 1951 traden de neefjes Kwik, Kwek en Kwak voor het eerst op als woudlopers in de strip
‘De held van de Goedhartpas’. Dit verhaal werd in 1954 in de Nederlandse Donald Duck gepubliceerd. In dit verhaal willen de woudloper de titel R.M.St.B.H. (Redders met Sint-Bernards Hond) bemachtigen. Hiervoor leiden ze de Sint-Bernhard hond Loebas op als reddingshond.
De Zware Jongens (1951)
De Zware Jongens (Beagle Boys) werden voor het eerst in Amerika gepresenteerd in november 1951. In Nederland verschenen zij in Donald Duck nummer 9 van 1952, hier heetten ze nog geen Zware Jongens, maar Brandkastkrakers.
Ze doken op in het verhaal
‘Terror of the Beagle Boys’. In dit verhaal wil een bende het geld van Oom Dagobert stelen. Oom Dagobert verdedigt zijn geld met een kanon, maar juist dit wapen maakt een gat in het geldpakhuis waar al het geld dan uit stroomt.
Willie Wortel (1951)
Willie is als toevallige voorbijganger voor het eerst te zien in de strip '
Gladstone's terrible secret' uit 1952. Een maand later speelt hij de hoofdrol in een verhaal waarin hij een denkdoos heeft uitgevonden. Alle dieren die door de straal van deze denkdoos lopen, kunnen praten en denken. Donald verkleedt zich als grap als wolf en doet alsof hij door de straal heen is gelopen. Even later wordt Donald echter door een echte wolf achterna gezeten die door de denkdoos heeft leren praten en denken.
Govert Goudglans (1956)
In het verhaal,
'De kluwen der hebzucht', introduceert Carl Barks in 1956 een concurrent van Dagobert Duck: Govert Goudglans. In het verhaal leest oom Dagobert in de krant dat ergens in Zuid-Afrika iemand woont die zegt dat hij de rijkste eend ter wereld is. Oom Dagobert vliegt meteen naar Zuid-Afrika om te kijken wie deze eend is die dat zegt en om te bewijzen dat er maar een eend de rijkste van de wereld kan zijn: Dagobert Duck.
John D. Rockerduck (1961)
In 1961 verschijnt een concurrent van Dagobert Duck: John D. Rockerduck. Carl Barks laat Rockerduck in slechts een verhaal spelen. In het verhaal
'Boat Buster' maakt Dagobert ruzie met oliemagnaat Rockerduck over wie de beste benzine verkoopt. De twee rijkaards besluiten om een wedstrijd te houden om te bepalen wie de beste benzine maakt.
Zwarte Magica (1961)
In december 1961 verscheen het eerste verhaal met Zwarte Magica. Het verhaal heet in het Engels
‘The Midas Touch’ In het Nederlands heet dit verhaal
‘De Magische Munten’. Ook het geluksdubbeltje van oom Dagobert verschijnt voor het eerst in een strip. Het geluksdubbeltje is het eerste dubbeltje wat Dagobert ooit heeft verdient. Het dubbeltje is daarom erg belangrijk voor hem.
Zwarte Magica wil van muntstukken die door rijke mensen zijn aangeraakt een sterk amulet smelten. En mag natuurlijk het meest aangeraakte muntje van de rijkste eend ter wereld niet ontbreken.