Minoes: speel het slim, en koop geen kat in de zak!
Minoes is een grappig bluf – en biedspelletje dat je niet al te serieus moet nemen. 3 tot 5 spelers (vanaf 8 jaar) proberen de beste katten te kopen. Het spel, dat zo’n 20 minuten duurt, is een leuk tussendoortje. Omdat iedere speler één kat in de zak stopt, kun je bluffen om de andere spelers op het verkeerde been te zetten. Het lijkt wel poker, soms…
Spelmateriaal
In het kleine doosje zitten 10 speelkaarten in 5 kleuren, de zak, een aantal geldfiches, en 4 muntenkaarten. Per kleur zijn er lieve katten (pluspunten), lelijke zwerfkatten (minpunten), een roze haas (0 punten), en twee honden. De honden jagen goede of slechte katten weg.
Doel van het spel
Je biedt op een zak (van iedere speler 1 kaart). Hier kunnen plus- en minpunten in zitten. Aan het eind van het spel tel je het aantal pluspunten, en trek je de minpunten eraf. Wie de meeste punten heeft, wint.
Voorbereiding
Iedere speler krijgt een set van 10 speelkaarten. Iedere speler trekt, blind, een kaart bij een andere speler. Deze gaat ongezien terug in de doos. Iedere speler ontvangt 15 munten (1 groene en 10 zwarte). Er gaan 33 munten in de bank. De ‘kat in de zak-kaart’ komt op tafel, met daarnaast de muntenkaarten; deze worden in oplopende volgorde naast elkaar op tafel gelegd, met het aantal munten (uit de bank) dat erop staat.
Het spelverloop
Iedereen legt, met de klok mee, één van zijn kaarten onder de muntenkaart; omgedraaid, zodat het dier en het aantal (min)punten niet is te zien. Dan begint het bieden. De startspeler (de jongste) begint. Met de klok mee biedt de rest meer, of past. Als je past, mag je het geld van de eerste muntenkaart pakken, en mag je niet meer bieden. De volgende die past pakt meer geld; des te langer je durft te bieden, des te meer maak je kans op meer geld als je daarna toch past. Als je past, moet je de eerste blinde ‘dierenkaart’ omdraaien. Zo hebben de overgebleven spelers meer informatie over de kaarten waarop ze bieden. Als alle spelers (op 1 na) hebben gepast en de laatste kaart is omgedraaid, betaalt de overgebleven speler zijn bod aan de bank. Hij wordt startspeler, en wint de kaarten in de rij.
Hoe tel je de punten dan?
Als er alleen katten zijn is het eenvoudig: de punten worden opgeteld / afgetrokken. Als er een grote hond in het spel is, verjaagt die de kat met de hoogste waarde. Een kleine hond verjaagt de kat met de laagste waarde. Die hond en de kat (of de haas) die hij verjaagd heeft, gaan in de doos. De andere kaarten leg je gedekt voor je neer. Als er meerdere honden zijn, dan vergeten ze de katten, en gaan de honden uit het spel. Dan kan de volgende ronde beginnen, nadat de muntenkaarten zijn aangevuld met het aantal munten dat erop staat.
Einde van het spel
Als de spelers hun laatste kaarten hebben gespeeld (in 9 rondes), is het spel afgelopen en kunnen de punten worden geteld. Uiteraard wint de speler met de meeste punten.
Het spel met drie spelers
Als je het spel met drie spelers speelt, worden alleen de muntkaarten 3 en 6 gebruikt. In de bank komen dan 21 munten. Onder de kaart ‘kat in de zak’ komt een stapel kattenkaarten. In het begin van elke ronde wordt hiervan een kaart omgedraaid, alsof het een ‘dummyspeler’ is.
Ten slotte
- Het bieden wordt spannender als de spelers hun voorraad munten voor de andere spelers geheim houden.
- Het is zaak om goed met je geldvoorraad om te gaan, zodat je elke ronde kunt blijven meebieden. Zorg ervoor dat je geld in voorraad hebt als de bank leeg is, anders kun je één of meerdere rondes niet bieden.
- Neem het spel niet te serieus. De regels zijn simpel, het speelt lekker vlot, en levert een hoop lol op. Heel erg geschikt als familiespelletje of als tussendoortje.