Een leuk kaartspel: rummi
Sommige spelletjes maken een bijzondere ontwikkeling door. Van kaartspel brengen ze het tot bordspel en soms ook weer terug. Het kaartspel 'rummi' bestaat als bordspel onder de naam 'rummikub'. De regels lijken erg op elkaar, evenals de mogelijkheden. Het grote voordeel van het kaartspel rummi: je neemt het gemakkelijk met je mee!
Het kaartspel Rummi
Er bestaan heel wat verschillende kaartspelen die met speelkaarten gespeeld kunnen worden. Bij sommige is de geluksfactor doorslaggevend om een spel te winnen, bij andere spelen gaat het om strategie, inzicht en het vermogen om handig te combineren. Het kaartspel
rummi valt in deze laatste categorie. Hoewel er, zoals in elk spel in zekere zin ook altijd een dosis geluk nodig is, komt het aan op geheugen, inzicht en strategie. En dat maakt het erg leuk!
Spelvoorwaarden
Voor
rummi heb je één spel kaarten nodig, inclusief de twee jokers. In totaal heb je dus 54 kaarten. Je speelt rummi met twee tot maximaal vijf spelers. Wil je meer met meer spelers spelen dan zul je een tweede spel kaarten nodig hebben.
Waardes
In het spel rummi hebben alle kaarten de waarde die erop staat, de koning telt voor 13, de vrouw voor 12 en de boer voor 11. De aas, die in veel kaartspellen een hoge of lage waarde kan hebben, heeft in rummi alleen de waarde 1. Een joker kun je voor elke waarde inzetten, op tafel heeft deze dus de waarde van de kaart waar hij voor wordt neergelegd. Een joker die je na het eind van het spel nog in je hand hebt levert je 25 strafpunten op.
Spelregels en speldoel
Het doel van rummi is om al je kaarten op de juiste wijze uit te leggen. Dat kan bij je eigen legsel zijn, maar evengoed bij het legsel van een je medespelers. Of je zelf een groot aantal kaarten bij jezelf hebt uitgelegd of bij het legsel van andere spelers is niet van invloed op de uitslag. Zodra een van de spelers al zijn kaarten heeft uitgespeeld is hij winnaar. De andere spelers tellen de waardes van de kaarten die ze nog in de hand hebben bij elkaar. Deze punten worden negatief, dus als strafpunt, geteld bij henzelf. In sommige varianten worden de punten daarnaast ook nog eens positief bij het totaal van de winnaar geteld.
Uitleggen
Je mag bij rummi uitleggen als je 30 punten op tafel kunt leggen. Je mag series leggen van opeenvolgende kaarten binnen dezelfde ‘kleur’ of type. Je kunt ook combinaties maken van kaarten met dezelfde waarde, waarbij elke type maar één keer mag voorkomen. In een serie of rijtje zitten tenminste drie kaarten. Als je eenmaal hebt uitgelegd mag je in volgende beuren uit- en aanleggen wat je wilt, ongeacht de waarde. Het moet natuurlijk wel binnen de series of rijtjes passen. Je mag een joker gebruiken om een serie of rijtje compleet te maken, de joker krijgt de waarde van de kaart waar hij voor wordt neergelegd. Ofwel, wat op tafel mag:
- Een serie, zoals schoppen-drie, schoppen-vier, schoppen-vijf.
- Een serie, zoals schoppen-tien, schoppen-boer, schoppen-vrouw.
- Een rijtje, zoals schoppen-tien, harten-tien, ruiten-tien
In bovenstaande voorbeelden is de eerste wel een correcte serie, maar nog onvoldoende om voor het eerst mee uit te leggen. De andere twee voorbeelden zijn ook te gebruiken om uit te leggen.
Nieuwe combinaties
Als je eenmaal hebt uitgelegd dan kun je ook bij andere spelers aanleggen. Je kunt zelfs bestaande sets of rijtjes verbreken om daar nieuwe setjes of rijtjes van te maken, in een andere samenstelling. Bijna alles mag, als uiteindelijk alle rijtjes en setjes op tafel maar voldoen aan de regels. Waar je je aan moet houden:
- Je mag een joker die is uitgelegd vervangen voor de juiste kaart. De joker mag je dan zelf gebruiken voor nieuwe combinaties. Dat moet dan wel in dezelfde beurt gebeuren, een joker mag niet terug tussen de kaarten in je hand worden gestoken.
- Je mag alleen kaarten verleggen als je er op zijn minst één kaart uit je hand aan kunt toevoegen. Lukt dat niet, dan zul je alles terug moeten leggen zoals het bij het begin van je beurt lag.
- Je bent bij het combineren niet beperkt tot hetgeen je zelf hebt uitgelegd. Je mag alle legsels op tafel gebruiken en je mag overal aanleggen.
- Combineren kan eindeloos duren. Spreek met de spelers daarom een tijdlimiet af waarna de beurt overgaat naar de volgende speler.
Spelverloop
De gever deelt aan iedereen om de beurt een kaart, tot iedereen er 13 heeft. De speler links van de gever mag beginnen. Zijn opties:
- Hij legt uit. De eerste keer op zijn minst 30 punten.
- Hij legt minimaal één kaart aan, waarbij hij kaarten op tafel mag gebruiken om nieuwe combinaties te maken.
- Hij kan niets uitleggen of aanleggen. Hij neemt één kaart van de stapel, waarmee de beurt voorbij is. De volgende speler is aan de beurt.