Kennismakingsspelletjes

Een kennismakingsspel is een leuke manier om een groep mensen beter te leren kennen. Het zijn eenvoudige spelletjes die je met verschillende groepen kunt spelen. Een goed kennismakingsspel kies je op basis van leeftijd en met wat voor groep je te maken hebt. Sommige spelletjes zijn om elkaars namen te leren kennen en andere gaan meer om de andere persoon beter te leren kennen.

Kennismakingsspelletjes voor kinderen

Een kennismakingsspel is het eerste spel waarmee je kan beginnen in een (nieuwe) groep. Een nieuwe groep wordt bij elkaar gebracht en in een spelsituatie leren kinderen samen te spelen. De kinderen leren elkaar beter kennen. Ze leren te kijken naar elkaar en zich uit te drukken over de ander. Ook kun je zelf goed observeren hoe kinderen reageren op elkaar en wie er de leiding neemt of juist zich op de achtergrond houdt. Zorg dat de spelletjes kort en afwisselend zijn, zodat de aandacht er bij blijft! Deze spelletjes zijn er om elkaars namen te leren kennen en om te leren samen te werken.

Krantenmeppertje

Alle deelnemers zitten in een kring en iedereen noemt met met dit spel om de beurt zijn of haar naam. Een deelnemer gaat in het midden van de kring staan met een krant in zijn handen. De spelleider noemt een naam van iemand die in de kring zit.

De krantenmepper die midden in de kring staat probeert zo snel mogelijk diegene te vinden en hem op de knieën te slaan met de krant. De genoemde persoon moet zo snel mogelijk een andere naam noemen die in de kring zit, zodat hij niet meer gemept kan worden. Het spel gaat net zo lang door, totdat iemand te laat is met een naam te noemen.Hij neemt dan de plaats van de krantenmepper in. Let er wel op dat er niet te hard en alleen op de knieën wordt geslagen.

Ik ga op reis

De deelnemers zitten in een kring. De spelleider begint vervolgens met: “Ik ga op reis en neem Pietje mee”. Pietje zit naast de spelleider en zegt vervolgens het zelfde zinnetje. Hij noemt eerst de naam van de spelleider, van zichzelf en daarna de naam van de volgende deelnemer. De rij namen wordt steeds langer en langer, totdat iedereen een keer aan de beurt is geweest.

Namenbingo

Alle deelnemers krijgen een bingokaart. Op deze bingokaart, staan geen nummers maar beschrijvingen. Bijv: Zit op een sportvereniging, heeft familie in het buitenland, is enig kind of heeft familie die in het buitenland woont. Alle deelnemers krijgen de opdracht om op zoek te gaan naar andere deelnemers die voldoen aan een van de beschrijvingen. Heeft de deelnemer iemand gevonden, dan zet hij of zij de naam van de diegene bij de beschrijving. Dit gaat net zo lang door, totdat iemand de kaart vol heeft en "Bingo" roept. De kaart wordt door de spelleider gecontroleerd.

Stand in de mand

Alle deelnemers staan in een kring. Een deelnemer heeft de bal, de anderen staan om hem heen. De deelnemer gooit de bal recht omhoog en roept heel hard: 'Stand in de mand en de bal is voor Pietje'. Alle deelnemer lopen hard weg, behalve Pietje, die moet de bal zo snel mogelijk pakken. Als hij de bal vast heeft, roept hij: 'Stand in de mand.' Niemand mag dan meer bewegen en Pietje probeert iemand te raken met de bal, hij mag hiervoor wel drie stappen zetten. De anderen mogen wel bukken voor de bal maar niet van hun plaats komen. Als iemand wordt geraakt dan mag diegene de bal omhoog gooien en wordt het spel opnieuw gespeeld.

Wie is er weg?

Alle deelnemers lopen door elkaar. Als de spelleider een fluitsignaal geeft moet iedereen stil blijven staan en zijn ogen dicht doen. De spelleider kiest een deelnemer uit en brengt haar of hem zachtjes naar een andere ruimte. De deelnemers mogen hierna hun ogen weer open doen en raden wie er weg is. Ook leuk om een wit laken over de deelnemer te gooien, zodat de rest mag raden wie het spook zou kunnen zijn.

Geef het bericht door

Alle deelnemers zitten in een kring. Er wordt een bericht door gefluisterd in het oor van een deelnemer. De deelnemer fluistert wat hij heeft verstaan door aan degene die naast hem zit. Als iedereen aan de beurt is geweest, mag de laatste deelnemer het woord of de zin hard op zeggen in de groep. Meestal krijgt men iets heel anders te horen dan wat het oorspronkelijke bericht was.

Geheim agentje

De deelnemers worden in twee groepen verdeeld. De groepen gaan naast elkaar zitten met de rug naar het andere groepje. De spelleider kies van elke groep een deelnemer uit en plaatst deze twee deelnemers met de rug naar elkaar in het midden. De andere deelnemers mogen zich nu omdraaien en proberen door middel van bewegingen duidelijk te maken aan hun eigen persoon uit de groep wie er achter hem staat. Welk groepje is het snelst?

Kennismakingsspelletjes voor volwassenen

Door kennismakingsspelletjes te organiseren zorg je dat mensen loskomen en zich op hun gemak gaan voelen. Met kinderen speel je natuurlijk een heel ander spel dan met volwassenen. Deze spelletjes zorgen voor een goede sfeer en het in contact komen met de anderen. Ook speel je in op iemands karakter en interesses.

Speeddaten

Alle deelnemers gaan in tweetallen speeddaten met elkaar. Bedenk een aantal leuke gespreksonderwerpen.
Binnen een minuut moet de twee deelnemers zoveel mogelijk over een bepaald onderwerp te weten komen.
Na deze minuut gaat het belletje en draaien de deelnemers door en krijgen ze een nieuwe partner en een nieuw onderwerp.
De buitenste kring draait met de klok mee, zodat de binnenste kring op hun stoel kan blijven zitten.

Wc-papier

Alle deelnemers zitten in een kring. De spelleider vertelt dat hij ontzettend baalt. Ze zijn vergeten wc-papier te halen en er is nog maar een rol over. De huishoudelijke dienst is vergeten wc-rollen mee te nemen en dit kan pas morgen gehaald worden. Daarom moet deze enige rol verdeeld worden onder alle deelnemers. Iedere deelnemer mag nu zoveel papiertjes pakken als hij denkt nodig te hebben vandaag. Als iedereen een stapeltje wc-papier heeft gepakt, legt de spelleider uit, dat hij eigenlijk een beetje heeft gelogen en dat dit niet de enige wc-rol is die ze hebben. Dit is eigenlijk een spel. Elke deelnemer moet nu zijn velletjes gaan tellen en zoveel over zichzelf vertellen als hij velletjes heeft gepakt.

Wie ben ik?

Iedere deelnemer krijgt een kaartje op zijn voorhoofd of rug geplakt, met daarop de naam van een voorwerp of bekend persoon. Door middel van vragen stellen aan andere deelnemers, probeer je er achter te komen wat er op op jouw kaartje staat. Er mogen alleen vragen gesteld worden waarop "ja" of "nee" geantwoord kan worden. Als je van iemand het antwoord "nee" te horen krijgt, moet je een andere deelnemer uit kiezen om vragen aan te stellen. Je kunt voor dit spel ook een bepaalde tijd aangeven.