Hoera, het is weer knikkertijd!
Het is elk jaar weer een wonderlijk moment in het voorjaar. Terwijl de krokusjes uit de grond schieten en knoppen aan de takken een vreugdevol groen waasje toveren, komen op alle schoolpleinen in het land ineens ook de knikkers weer tevoorschijn. Knikkers vormen voor kinderen een tijdje een belangrijk onderdeel van het bestaan. De knikkertijd breekt weer aan!
De knikkertijd
Bijna iedereen heeft in zijn jeugd wel met knikkers gespeeld en misschien doe je het nog. Met de glazen kogels zijn allerlei leuke en spannende spellen te spelen. De inzet is hoog of niet hoog, het is maar hoe je het bekijkt. Bijna altijd staan de knikkers waarmee je speelt letterlijk op het spel. Wie ’s ochtends met een volle zak knikkers naar school gaat kan al voor de eerste lessen beginnen compleet blut zijn. Of haast bedolven worden onder het gewicht van al de gewonnen knikkers. Tijdens de lessen ontsnapt maar al te vaak een knikker aan de broekzak, tot geluk van sommige snelle klasgenoten en tot groot verdriet van degene die hem kwijt raakt. En van de leerkrachten, want die zijn met al die ontsnappende en afleidende knikkers meestal niet zo heel blij.
Geschiedenis
De historie van knikkers gaat al erg ver terug. In ieder geval speelden ook Egyptische en Romeinse kinderen al met knikkers, al waren die toen nog niet van glas gemaakt. Er waren verschillende spellen, met verschillende regels en speldoelen.
Knikkers maken
Knikkers werden vroeger met de hand gemaakt. Vanaf 1870 werden de varianten van klei al in fabrieken gemaakt en vanaf 1890 gebeurde dat ook met de glazen varianten. Het maken van goede knikkers is nog niet zo gemakkelijk, het resultaat moet precies rond zijn. Alleen de perfect ronde knikkers rollen goed tijdens het spel, en bieden meer kans op spelsuccessen. Onder de fanatieke gebruikers, de kinderen, zijn de glazen knikkers veruit het populairste. Ze zien er mooi uit, spelen hun eigen spel met het licht en bovendien gaan ze langer mee. Glazen knikkers breken of slijten niet zo snel als de van klei geproduceerde exemplaren.
Knikkers te koop in allerlei soorten en maten /
Bron: Melly95, PixabaySoorten, punten en namen
Aanvankelijk telden de kleinste knikkers, met een diameter van net iets meer dan een centimeter voor 1, de grotere exemplaren voor 5 en de daaropvolgende maat voor 10. Maar ook in knikkerwereld heeft de inflatie toegeslagen en worden waardes van knikkers in tientallen of honderdtallen geteld. Welke waardes er worden gehanteerd is erg afhankelijk van de regio, de woonplaats, soms zelfs van de wijk of de school waar wordt gespeeld. Dat geldt ook voor de namen. Zo heb je kleintjes, bonken, stuiters, megabonk, superbonken en dergelijke. Wie is verhuisd en op een nieuwe school komt zal zich even moeten laten bijpraten over de plaatselijke knikkergewoonten.
Hoe bewaar je ze?
Knikkers los in de broekzak bewaren, dat is vragen om problemen. Op de meest ongewenste momenten kiest een knikker voor de vrijheid en laat de eigenaar geschrokken en wanhopig achter. Er zijn altijd kapers op de kust die zich over het ontsnapte exemplaar willen ontfermen. Ontsnapt je knikker tijdens de lessen, dan wordt deze zo goed als zeker door de leerkracht geconfisqueerd. Die ben je dan voorlopig kwijt. Plastic zakjes als bewaarplek voor knikkers, dat is ook niet zo’n goed idee. Door het gewicht van de vele extra, gewonnen knikkers (hoop je) loop je het risico dat het zakje uitscheurt. Rampzalig, want dan gaat er niet één knikker vandoor, maar allemaal, met alle gevolgen van dien. De beste oplossing is om een stevig, stoffen zakje te gebruiken. Zo’n zakje heet, nauwelijks origineel, een knikkerzak. Je kunt een knikkerzak kopen in de winkel, maar een washandje kan prima als knikkerzak dienst doen. Aan de bovenkant wordt een draad door het zakje geregen. Als de draad wordt aangetrokken, sluit het zakje netjes af. Wel een stevige draad gebruiken!
Met knikkers kun je leuk spelen /
Bron: Efraimstochter, PixabayKnikkerspellen
Er zijn verschillende spellen die je met knikkers kunt doen en ook hier is een variatie in regio, woonplaats of school mogelijk. Het populairst is het knikkerspel met een knikkerkuiltje of knikkerpotje. Op veel schoolpleinen is rekening gehouden met dit spel, door speciale tegels te gebruiken waar het knikkerkuiltje al in is voorgevormd. Dat scheelt in ieder geval een aanslag op de eventuele schooltuinen waar nu dus geen handgemaakte kuiltjes in gemaakt hoeven te worden.
Knikkeren
Een knikker mag niet zomaar worden gegooid, dat zou veel te gevaarlijk zijn. Knikkeren doe je door de knikker met de vinger een tik te geven in de juiste richting. Je ziet vaak dat dit gebeurt met de zijkant van de gebogen wijsvinger. Als je een beetje oefent kun je leren hoe je goed kunt mikken. Door de wijsvinger op het moment van contact met de knikker een beetje naar links of rechts te bewegen kun je de knikker eventueel een effect meegeven.
Knikkeren met het knikkerkuiltje
Vanaf een afgesproken afstand knikkert elke deelnemer een knikker (soms twee) richting kuiltje. Om het overzicht te houden is aan te raden niet teveel spelers per potje te laten spelen, het is vaak het slimst om het te beperken tot twee. Degene die de knikker ín het knikkerkuiltje heeft of er het dichtste bij ligt, krijgt de beurt. Hij beweegt de knikkers naar het kuiltje. Knikkert hij de knikker in het kuiltje, dan mag hij nog een keer. Mist hij, dan is de volgende speler aan de beurt. De volgende is hier degene die aanvankelijk ná de eerste speler het dichtst bij het kuiltje lag. Je kunt het je tegenspeler moeilijker maken, door knikkers juist bij de pot vandaan de spelen. Maar uiteindelijk maak je het daarmee ook jezelf wat moeilijker. Als alle knikkers in het knikkerkuiltje liggen dan is de speler die de laatste knikker er in wist te krijgen de winnaar. De hele pot, dus alle knikkers in de knikkerkuil zijn dan van hem.