Hoe schrijf je een kinderboek?

Een kinderboek schrijven hoeft niet moeilijk te zijn. Je moet alleen weten hoe. Dit artikel staat vol nuttige tips die de potentiële schrijver kunnen helpen voor het schrijven. maken en misschien ook wel publiceren van zijn boek. Veel mensen hebben de wens om zelf een kinderboek te schrijven, maar daarmee komen gelijk de volgende vragen. Hoe pak je zoiets aan en waar begin je? Om een kinderboek in elkaar te zetten volg je een aantal stappen:

• Het ontwikkelen van een concept
• Vinden van een doelgroep
• Schrijven het verhaal, maar ook herschrijven van het verhaal
• De illustraties
• Proeflezers om het verhaal te keuren
• Nog een keer herschrijven
• Nog een keer proeflezers
• Zelf een boek maken of naar een uitgever

Het concept

Elk verhaal begint met een idee. Inspiratie kun je op verschillende plekken vinden. Denk maar eens aan tijdschriften, internet, andere boeken. Je kunt ook een woord op een vel papier schrijven. Omcirkel dit woord en schrijf alles op waar je aan denkt bij dit woord. Denk er niet te lang over na. Stel bij het bedenken van een concept jezelf de volgende vragen:

• Wat vinden kinderen leuk?
• Wat vind jezelf leuk?
• Waar schrijf je graag over?

Bedenk een hoofdpersonage en laat deze tot leven komen. Je stelt je eigen voor hoe hij er uit ziet. Maak een aantal karakterschetsen. Geef het personage een karakter. Bij de schets zet je vervolgens een aantal steekwoorden die het karakter beschrijven.

Het tot leven laten komen van je karakter doe je ook door je in deze persoon te verplaatsen. Hoe denkt hij in bepaalde situaties? Wat zou een typische actie voor dit personage zijn?

Als je voor kinderen schrijft is het belangrijk dat je rekening houdt met de leeftijd van je doelgroep. Het hoofdpersonage mag wel een paar jaar ouder zijn dan de doelgroep, maar zeker niet ouder. De belevingswereld van kinderen van bijvoorbeeld zes is weer heel anders dan die van een kind van twaalf. Kinderen willen zich graag met het hoofdpersonage kunnen identificeren. Maak het personage zeker niet jonger, grote kans dat de doelgroep het verhaal kinderachtig vindt.

Hoe langer je over het concept nadenkt, des te meer ideeën dit oplevert. Schrijf al je ideeën op. Ook al is het idee niet geschikt voor het verhaal dat je op dit moment schrijft, misschien is het wel bruikbaar voor een volgend verhaal.

Doelgroep

Tijdens het schrijven is het belangrijk dat je een doelgroep in gedachten hebt. Je hebt een idee, maar voor wie is dit idee geschikt? Is het leuk voor jonge kinderen of juist voor pubers? Tijdens het schrijven is het belangrijk om hier rekening mee te houden. Een jonge doelgroep heeft een kleinere woordenschat. Het is dan belangrijk dat je de woorden niet te moeilijk maakt en de zinnen niet te lang. Bij een oudere doelgroep kan dit weer wel.

Je kunt er ook voor kiezen om het verhaal volgens de AVI regels te schrijven. Boeken die aan de hand hiervan geschreven zijn, kunnen ook door de basisschool gebruikt worden.

Schrijven, schrijven en herschrijven

Als je een idee hebt, weet wie je hoofdpersonage is en je een doelgroep in gedachten hebt. Dan wordt het tijd om te gaan schrijven. Bij een langer verhaal is het handig om het verhaal in hoofdstukken te verdelen. Elk hoofdstuk is een op zich zelfstaand verhaaltje wat aansluit op de rest. Verzin een titel voor deze hoofdstukken. De titel beschrijft kort waar de stukken tekst over moeten gaan. Het is niet erg als je tijdens het schrijven de titel minder vind. Een titel kan misschien wel dertig keer veranderen voor je de juiste hebt.

Als het verhaal af is lees je het een keer door. Let goed op:

• Spelling en grammatica
• Kromme zinnen, lezen ze fijn
• Logisch verloop van het verhaal. Wissel eventueel alinea’s
• Zijn alle alinea’s nodig? Anders schrappen

Illustraties

Zeker bij een kinderverhaal zijn illustraties haast onmisbaar. Denk maar eens aan een prentenboek voor jonge kinderen. Illustraties worden minder belangrijk naarmate kinderen ouder worden. Een leesboek voor twaalf plus zal dan ook weinig tot geen illustraties bevatten.

Knip het verhaal in stukken en maak schetsen die passen bij de stukjes tekst. Om de schetsen uit te werken kun je gebruik maken van verf (acryl of aquarel), stiften (Copic Markers zijn zeer geschikt voor illustraties), potlood en kleurpotloden of de computer (Adobe Photoshop of Illustrator).

Je kunt ook overwegen om een illustrator in te huren.

Let op: Wil je met je verhaal naar een uitgever? Maak niet meer dan een paar schetsen. Uitgevers zoeken graag zelf een illustrator bij een verhaal. Het is zonde om veel geld aan een illustrator uit te geven, als de uitgever vervolgens aangeeft deze niet te gebruiken. En illustreren is veel werk. kleine kans dat je iemand vind die dit vrijwillig voor je doet.

Proeflezers

Als het verhaal klaar is ga je op zoek naar proeflezers. Dit kan iedereen zijn. Zoek niet alleen volwassenen of collega schrijvers, maar ook kinderen uit je doelgroep. Je kunt bekenden vragen als proeflezer. Het gevaar is alleen wel dat bekenden aardig willen zijn. Je krijgt vaak te horen dat het een leuk verhaal is, omdat ze je niet willen kwetsen. Voor collega schrijvers kun je een oproep doen op een schrijversforum. Voor proeflezers in je doelgroep zou je eens bij de basisschool kunnen informeren. Vertel dat je een verhaal hebt geschreven en vraag of je dit in de klas mag voorlezen. Tijdens het voorlezen let je op hoe de kinderen reageren. Luisteren ze aandachtig of zitten ze verveeld om zich heen te kijken.

Vergeet niet om je proeflezers een vragenlijst mee te geven. Denk aan vragen als:

• Wat vind je van het verhaal?
• Heb je het idee dat dit verhaal geschikt is voor de doelgroep?
• Heeft het verhaal een logische opbouw?
• Spelling, zinsopbouw, stijlfouten

Nog een keer herschrijven

In deze fase verwerk je alle commentaren van je proeflezers en herschrijf je aan de hand daarvan het verhaal nog een keer. Wees kritisch voor jezelf. Ook kijk je of de teksten goed passen bij de illustraties.

En weer proeflezen

Vraag nog een keer een paar proeflezers, liefst degene die de vorige ronde al goede kritiek hadden en die interesse hebben in je verhaal.

Dan de puntjes op de i zetten en je verhaal is klaar

Hoe maak je er een boek van?

Daar zijn verschillende manieren voor. Voor eigen gebruik kun je een leeg schetsboek pakken en daar de teksten met plaatjes inplakken. Wil je het iets professioneler? Scan de illustraties in en plak er in Photoshop de teksten bij. Ga naar een online fotoservice en selecteer een fotoboek. Zet de instelling op een grote foto en je kunt de jpg die je met Photoshop gemaakt hebt gebruiken om erin te plakken.

Naar een uitgever?

Heb je het idee dat je verhaal toch wel erg goed is? Zeg niet alleen jij dit, maar ook je proeflezers? Dan zou je het eens naar een uitgever kunnen sturen. Voordat je dit doet, bezoek eerst de site van de uitgever die je op het oog hebt. Daar kun je vinden hoe de uitgever het werk aangeleverd wilt hebben. Verder is het belangrijk om te kijken naar de al reeds uitgegeven boeken. Past jouw verhaal hier tussen? Een uitgever die specifiek gedichten uitgeeft, zal geen kinderverhaal uitgeven en andersom ook niet.

Zoek je iets wat laagdrempelig is. Denk dan eens aan een printing on demand uitgever of een uitgever in eigen beheer.