Hoe brei je een trui met vier naalden
Hou je ervan om truien te breien, maar heb je een hekel aan het in elkaar naaien van de delen? Brei dan eens een trui met vier naalden: op deze manier is alles al in een keer aan elkaar en je hoeft niets meer te naaien. Als je uitgebreid bent, hoef je alleen nog maar een paar draadjes af te hechten en klaar is je trui!
Inhoudsopgave
Wat heb je nodig voor het breien van een trui?
- voldoende wol
- vier naalden zonder knop van de juiste dikte voor de wol
- twee naalden met knop van dezelfde dikte als hierboven
- vier naalden zonder knop van iets dunnere dikte (voor de boorden en hals)
- een centimeter
- steekhouders (een soort grote veiligheidsspelden)
- ruitjespapier (om het patroon op te tekenen)
- potlood
Hoe te beginnen
Begin met het opmeten van enkele maten:
- Strek je armen zijwaarts en meet via de rugkant het aantal cm van pols tot pols. Dat is dus de lengte van je armen plus de schouderbreedte (noem dit getal: A).
- Meet de schouderbreedte apart, tussen de uiteinden van je schouders (noem dit getal: B (kies voor B een waarde 5 á 10 cm hoger voor een wat ruimere trui.).
- Meet de omtrek van je bovenarm op het dikste deel (noem dit getal: C; kies voor C een waarde die ongeveer 5 cm meer is, voor een wijder model trui).
- Meet de omtrek van de pols (noem dit getal: P).
Als je niemand hebt die je hierbij kan helpen, neem dan de maten op van een goed zittende trui. Voor C neem je dan tweemaal de hoogte van het armsgat.
Brei nu met de twee naalden met knop een
proeflapje van ruim 10 bij 10 cm en tel hoe veel steken (x) en hoe veel banen (y) er precies in 10 cm passen. Schrijf deze getallen op (of teken het lapje na op het ruitjespapier voor later. We beginnen met het breien van de hals, met vier naalden zonder knop, van de kleinste maat.
De hals breien met vier naalden
Voor de
breedte van de hals neem je een derde van de schouderbreedte, dus B/3 cm. Omdat de hals rond is, is het aantal steken dat je moet opzetten dan (2*B/3)*(x/10).
Een rekenvoorbeeldje: stel x = 18 steken (dus er gaan 18 steken in 10 cm) en B = 48 cm.
Dan moet je voor de hals opzetten: (2*48/3)*(18/10) = 32*1,8= 57,6 steken. Afgerond zijn dat er 58 (altijd prettiger om een even getal te nemen, vooral als je in boordsteek breit). Verdeel de steken over drie naalden en brei in boordsteek (1 recht, 1 averecht) tot de hoogte die je wilt.
Schouderstukken en begin voor- en achterpand /
Bron: Eigen fotoDe schouderstukken
Ga met ongeveer een kwart van de steken verder voor het eerste schouderstuk (de rest houd je op de naalden). Brei tot een lengte van eenderde B met de naalden met knop en zet dan de steken op een steekhouder. Brei vervolgens het tweede schouderstuk en zet weer de steken op een steekhouder. De totale lengte van beide schouderstukken plus de hals moet nu precies B cm zijn!
Het bovenste deel van de trui tot en met de armsgaten brei je met twee naalden
Je hebt nu de hele schouderbreedte af. Neem aan een kant zo veel steken op, (ook de steken die nog op de pen zaten!) om in totaal B cm te krijgen, dus in totaal B * x/10 steken, en brei met twee naalden met kop tot een lengte gelijk aan de hoogte van het armsgat (C/2 cm). Laat de steken aan een pen zitten, of (veiliger) rijg een draad van een andere kleur door de steken en leg daar een losse knoop in. Brei nu de andere kant op dezelfde manier, en laat de steken op de pen zitten.
Af t/m de armsgaten /
Bron: Eigen fotoHet lijfje van de trui
Verdeel vervolgens alle steken van beide kanten over drie naalden zonder knop en brei verder het lijfje af tot het de gewenste lengte heeft. Brei de boord met de dunnere naalden in boordsteek en hecht af.
De mouwen breien
Bepaal eerst de lengte van de mouw. Dit gaat als volgt: de lengte van pols tot pols was A cm en dat is tweemaal de mouwen plus de schouderbreedte. De schouderbreedte was B cm, dus de twee mouwen samen zijn A-B. Iedere mouw is dus (A-B)/2 cm. Noem dit getal D. Het aantal banen dat in D = (A-B)/2 cm past is: D * y/10 = d banen.
Een mouw is klaar /
Bron: Eigen fotoHet armsgat is C cm. Dit is in steken: C * x/10. Dit is het aantal steken dat je rondom het armsgat (inclusief de steken aan het einde van het schouderstuk dat nog op de steekhouder zit) moet opnemen. Verdeel de steken over drie naalden en brei ongeveer 30 banen. Hierna moet iets geminderd worden, naar de pols toe.
De resterende lengte van de mouw is: d-30 banen. Daar moet ook nog af de lengte van de boord, zeg 16 banen. Dus in feite is de resterende lengte van de mouw nog d-46 banen. De pols is P cm dik, oftewel P * x/10 steken, en de mouw op dit moment is C * x/10 banen. Dus over een lengte van d-46 banen moet geminderd worden van C*x/10 naar P*x/10 steken.
Getalvoorbeeld voor de mouw
Stel, A=148 cm, B=48 cm, C=40 cm en P=20 cm, dan is de mouwlengte: (A-B)/2 = 50 cm = D. Stel dat y=24 banen, dan is d=D*y/10 = 50*24/10 = 120 banen. Dus de mouw moet 120 banen lang zijn, inclusief de boord. Er waren al 30 banen gebreid en er moeten nog 16 banen af voor de boord, dus moet er over 120-(30+16)=74 banen geminderd worden van C*x/10 (=40*1,8)=72 steken naar P*x/10 (=20*1,8) = 36 steken. Oftewel in 74 banen moeten 36 steken geminderd worden. Dat betekent een steek minderen per 2 banen, of, wat handiger is: 3 steken per 6 banen (je kunt dan in ieder van de drie naalden 1 steek minderen per 6 banen).
Op deze manier wordt de mouw gebreid, en vervolgens gaan we over in boordsteek op de dunnere naalden en breien de mouw af. De tweede mouw gaat op precies dezelfde wijze.
Bron: Eigen foto Afwerken
De trui is af. Nu alleen nog de losse draadjes afwerken en de trui is helemaal klaar.