Kleurpotlood als creatief materiaal
Kleurpotloden bieden voor velen een uitkomst om creatief mee aan de slag te gaan. Je kunt er veel kanten mee op en het wordt vaak als een prettig materiaal ervaren. Er is van heel precies en gedetailleerd tot heel diffuus en intuïtief mee te werken. Wel heb je een dosis geduld nodig om iets tot stand te brengen, maar daar staat tegenover dat veel mensen er ook rustig van worden, als ze eenmaal met kleurpotloden werken. Ze zijn in gebruik niet duur, vergeleken met andere creatieve materialen. Goede potloden en papier vergen één keer een investering, maar daarna doe je er heel lang mee.
Interessante beperkingen
Het is een materiaal waar niet alles mee kan. Het heeft z’n beperkingen en is juist daarom zo interessant. Je kunt het nauwelijks uitgummen, dus wat er staat, staat er. Donkere tinten kun je niet meer lichter maken. Dus je moet een rustige planning maken voor de plaatsing van je lichte partijen. Wat licht moet zijn, dat spaar je uit. Belangrijker nog dan plannen, is het aanvaarden van wat je nu eenmaal eerder op papier zette. Het is een spoor dat je niet meer kunt uitwissen. Je uitgangspunt voor de rest die nog moet komen in deze tekening.
Laag over laag werken
Heel bijzonder aan kleurpotlood is de mogelijkheid om vele lagen over elkaar heen aan te brengen. Je krijgt dan werkelijk levende en diepe kleuren. Een andere, voor de hand liggende, eigenschap van kleurpotlood is natuurlijk dat potlood zo’n dunne punt heeft. Heel wat anders dan een kwast. Je moet veel meer doen voordat je resultaat hebt, vergeleken met schilderen. Langzaam en geduldig bouw je je vormen en kleuren op - meditatief en verrassend tegelijk. Op deze manier kun je veel verschillende soorten tekeningen maken. Mandala’s en intuïtieve kleurwolken (strijktekeningen), maar ook heel precieze tekeningen in de sfeer van mode, sciencefiction of details uit de natuur, zoals insecten en bloemen.
Groot verschil in kwaliteit
Goede potloden koop je doorgaans bij een winkel voor kunstenaarsbenodigdheden. Soms hebben hobbywinkels ook goede potloden, maar zeker niet altijd. Deze professionele potloden zijn aanzienlijk duurder dan de potloden die je bij warenhuizen, drogisterijen, supermarkten en dergelijke kunt kopen. Dat is niet voor niets. De kwaliteit van goedkope potloden is voor de echte liefhebber frustrerend slecht en het prijsverschil met professionele potloden is meer dan de moeite waard. Vindt je ze te duur, dan kun je eventueel eens kijken of je aan een tweedehands set kleurpotloden kunt komen.
Kleurstoffen en pigment
Één van de belangrijkste kwaliteitsverschillen tussen goedkope en duurdere potloden zit ‘m in de kwaliteit van de kleuren en in de mate van kleurafgifte. Heel goedkope kleurpotloden bevatten kleurstoffen in plaats van pigmenten. Kleurstoffen tref je ook in industriële verven en kleding aan. Om enige kleurkracht te hebben, moet deze in grote hoeveelheden aangebracht worden, wat met potloden per definitie niet lukt. Die breng je maar in een dun en luchtig laagje aan. Bovendien zijn kleurstoffen niet lichtecht. Dat wil zeggen, ze verliezen hun kleur onder invloed van licht, chemicaliën en dergelijke. Daarom moet je je huis regelmatig verven en wordt kleding valer in de loop der tijd. Bij een tekening die je aan de muur hebt hangen, is dat echter erg zonde. Pigmenten kunnen een heel stuk beter tegen licht. De norm is vaak minimaal 25 jaar, tegen 10 jaar voor kleurstoffen. Bij duurdere pigmenten ligt de norm op 50 of 75 jaar onafgebroken blootstelling aan licht bij een gelijkblijvende kwaliteit. Een ander voordeel van pigmenten is dat ze meer kleurkracht hebben dan kleurstoffen. De kleuren zijn dieper en sprekender. Er bestaan overigens op dit moment geen pigmenten die voor eeuwig tegen licht bestand zijn.
Was en porseleinaarde
Doorgaans bevatten goedkope potloden een harde synthetische was, veelal op basis van paraffine, waardoor de kleurstift hard is en weinig kleur afgeeft. De duurdere potloden hebben als ‘bindmiddel’ voor hun pigmenten porseleinaarde, ook wel kaoline of pijpaarde genoemd. Daardoor zijn ze brosser, maar geven een veel vollere potloodstreep. Overigens zijn er wel verschillen tussen professionele potloden in de mate van hardheid, afhankelijk van het doel waarvoor ze gebruikt worden. Een architect, technisch illustrator of reclametekenaar wil vaak een hard potlood dat scherpe en duidelijke lijnen zet. Veel kunstenaars en amateurs geven de voorkeur aan de zachtere potloden die meer kleur afgeven en een intuïtiever manier van werken toelaten.
Kleurpotlood en gewoon potlood
Al heten het beide potloden, ze zijn anders samengesteld. De enige overeenkomst is het houten omhulsel dat maakt dat we het allebei ‘potloden’ noemen. Zoals hierboven uiteengezet, bevatten kleurpotloden pigmenten en porseleinaarde (of kleurstof en was). Daarmee is het meer familie van de pastel dan van het grafietpotlood. Gewone potloden bevatten grafiet, dat wil zeggen, samengeperste koolstof. Deze heeft heel andere eigenschappen. Één ervan is dat het totaal niet onderhevig is aan de invloed van licht. Een andere eigenschap is dat grafietpotlood uit veel fijnere deeltjes bestaat dan kleurpotlood. Daardoor kun je er preciezer mee werken, maar is het bijna onmogelijk om een korrelig pastelachtig effect te bereiken, wat wel kan met zachte kleurpotloden. Meerdere lagen grafietpotlood geven een glad en zilverachtig effect, heel anders dan het krijtachtige of fluwelige effect van kleurpotlood.
Niet laten vallen
Iedereen kent waarschijnlijk wel de ervaring van afbrekende punten, zo kenmerkend voor het werken met kleurpotloden. Velen van ons hebben dit als kind meegemaakt, werkend met ons doosje kleurpotloden. De oorzaak daarvan is heel eenvoudig en het is daarom ook makkelijk te voorkomen. Je potloden niet laten vallen. Door het vallen, breekt het potlood (de kleurstift) inwendig in meerdere stukken. Tijdens het tekenen, kom je deze breuken tegen als een afbrekende punt. Als je zorgt dat je potloden niet vallen, dan zullen je punten ook vrijwel nooit breken.
Papier en fixatief
De beste papiersoorten voor het werken met kleurpotloden zijn de iets grove soorten. Is je papier iets grof, dan zitten er een soort kuiltjes en bultjes in. Daardoor blijft het potlood op de bultjes liggen, wanneer je het zacht strijkend aanbrengt. Wanneer je tevens de kuiltjes vult, door wat meer kracht te zetten bij het tekenen, krijg je intense, gevulde kleurvlakken. De kuiltjes en de bultjes vangen het licht ook met hun zijkanten op en niet alleen met hun voorzijde, zoals bij een foto of een verflaag. Die extra lichtinval zorgt voor een extra frisse en levendige uitstraling die heel kenmerkend is voor potlood en pastel. Je kunt aquarelpapier gebruiken, als je een werkelijk grove structuur wilt, of wat fijner tekenpapier. Passe-partoutkarton is overigens ook een uitstekende drager. Het is erg stevig en heeft een mooie fijne structuur. Zorg er wel voor dat je zuurvrij papier of karton gebruikt, als je niet wilt dat je papier na enkele jaren al vergeeld is.
© 2012 - 2024 Botella, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen
Tekenen met kleurpotloodOm mooie tekeningen te kunnen maken met kleurpotlood, is het belangrijk om op de juiste manier te beginnen met je tekeni…