recensieBoekrecensie: Later word ik politieman
In dit boek vindt een kind alles wat hij of zij moet weten om de droom om politieman of politievrouw te worden waar te maken. Wat moet je kunnen, met wie zal je samenwerken, wat voor materiaal je nodig hebt. De antwoorden lees je in dit boek. Het boek is geschikt voor kinderen vanaf een jaar of zes tot een jaar of negen. Hilde Vandermeeren heeft de tekst voor haar rekening genomen, de illustraties zijn van Marjolein Pottie.
Gegevens van het boek
- Titel: Later word ik politieman
- Tekst: Hilde Vandermeeren
- Illustraties: Marjolein Pottie
- Uitgeverij: Davidsfonds Infodok
- Jaar: 2009
- Pagina’s: 29
- ISBN: 978 90 257 4243 0
- Genre: kinderboek, prentenboek
- Prijs: 14,95 euro
Over de schrijver, Hilde Vandermeeren
Hilde is geboren in 1970 en de helft is van een tweeling. Toen ze kon lezen was ze niet meer weg te slaan uit de bibliotheek. Als kind heeft ze wel eens een verhaal op papier gezet maar deze zijn verloren gegaan. In 1993 studeerde Hilde Vandermeeren af als psycholoog. Ze heeft tien jaar les gegeven in het secundair onderwijs. In 2001 verscheen haar eerste boek (Een vroege zomer) bij uitgeverij Davidsfonds/Infodok. Omdat schrijven hetgeen is wat ze wil doen heeft ze in 2006 de stap gezet naar fulltime auteur. In 2007 werd ze hoofdredacteur van de Kitskrant, een actualiteitenkrant voor 10-plussers bij uitgeverij De Eenhoorn.
Over de illustrator, Marjolein Pottie
Marjolein Pottie is geboren in 1970 (in Roeselare). Als kind hield ze al van tekenen en knutselen. Ze heeft Functionele grafiek gestudeerd aan het Sint-Lucas Instituut in Gent. Marjolein heeft als grafisch vormgever gewerkt bij de VUM-groep, maar na de geboorte van haar tweede kind gaf ze de baan op en concentreerde zich op het illustreren. In 1995 illustreerde ze haar eerste kinderboek (Traan van Dirk Nielandt), inmiddels heeft ze al een vijftigtal boeken voorzien van illustraties. Marjolein Pottie heeft ook meegewerkt aan de kindertijdschriften Knuffel en Kikje. In 1997 won ze de Boekenpauw met Muu en in 1999 werd Wie bekroond met een Boekenwelp.
De inhoud van dit boek
Het boekje begint met een illustratie van een jongen en een meisje. Het meisje vraagt aan het jongetje wat hij later wil worden. Het jongetje wil graag politieman worden.
Vervolgens worden de volgend onderwerpen besproken:
- Wat moet ik kunnen?
- Wat moet ik doen?
- Wat heb ik nodig?
- Waar werk ik?
- Met wie werk ik daar?
Na deze hoofdstukken volgen twee doe-opdrachten:
- Foto’s in de juiste volgorde zetten.
- Op een plaatje staan allemaal voorwerpen, welke spullen horen bij een politieman en welke niet?
Op de laatste pagina’s zie je het jongetje dat politieman wil worden, dromen over zijn toekomstige werk. Je ziet hem lopen op een dorpsplein waar hij een bon uitschrijft. Ook het meisje komt op dit plaatje voor, zij is een politievrouw en fietst op een mountainbike.
De tekst en de illustraties
De illustratie op de voorkaft geeft goed aan waar dit boekje over gaat. Je ziet een jongetje en een meisje in het blauw gekleed, ze dragen beiden een pet met een grote P erop. Het jongetje heefteen stopbord in zijn hand, het meisje blaast op een fluit. Verder nog kleine afbeeldingen van onder andere een politiewagen. Het woord politieman valt goed op in het knalrode vlak. Op de achterkant van het boek vind je vijf vragen, als je die allemaal beantwoord met ja, dan ben je vast geknipt om later politieman of politievrouw te worden. Daaronder volgt een korte omschrijving van de inhoud van het boek. Op de blauwe schutbladen zie je een afbeelding van een politieman en een politievrouw die rennen. De pagina’s worden gevuld met illustraties, kleine en grote illustraties wisselen elkaar af. In de tekeningen vind je tekst, een paar zinnen per keer. Aan het begin en het einde in een tekstballon. Bij de grote platen zijn de letters groter dan bij de kleine plaatjes. Je ziet tekeningen met daarop de twee kinderen en daaromheen plaatjes met volwassenen die allerlei taken verrichten als politieman of politievrouw. Aan het einde van het boek een mooie kijkplaat (de droom van het jongetje dat politieman wil worden).
Twee fragmentjes
Ik moet beletten dat er iets fout loopt.
Ik zorg voor orde en rust.
Een wijkagent houdt contact met de buurtbewoners.
Hij of zij zet zich in om een wijk veilig en leefbaar te houden voor iedereen.
Voor welke leeftijd?
Een voorleesboek voor kinderen vanaf een jaar of zes. Kan een kind al goed lezen dan kan het boek zelfstandig worden doorgenomen. Het is een leuk boek voor kinderen tot een jaar of acht/negen
Mijn mening
Het beroep van politieagent speelt vaak tot de verbeelding van kinderen. Dit boek laat echter ook alle andere taken van een politieman of politievrouw zien. Het sussen van iemand die een ongeluk heeft gehad, bemiddelen bij een burenruzie, optreden tegen een treinreiziger die geen kaartje heeft gekocht. In het boekje staat veel informatie maar het wordt op zo’n manier aangeboden dat het niet verveelt. Op de tekeningen kun je heel veel zien, ook zonder de tekst zal een kind begrijpen waar het om gaat. De opdrachten aan het einde van het boek zijn leuk en niet te moeilijk. Het is een fris en zeer informatief boek over alle facetten van het vak van politieman. Het gaat over een jongetje wat politieman wil worden, maar ook de politievrouw komt naar voren in het boekje. Leuk voor jongens en meiden!