Boekbespreking: Misha
Een Joods meisje wordt in de oolog bij mensen in huis geplaatst, nadat haar ouders zijn opgepakt. Hier heeft ze het helemaal niet naar haar zin en ze gaat er dan ook vandoor. Ze wil haar ouders gaan zoeken en begint aan een tocht die jaren gaat duren.Over de schrijfster
Misha Defonseca is de schrijfster van dit boek, haar echte naam is Monique de Wael en ze is in 1937 in Etterbeek geboren. Ze was de dochter van een katholiek echtpaar, die in de Tweede Wereldoorlog werden opgepakt door de Duitsers. Wat Monique in de daaropvolgende tijd heeft meegemaakt, is later in een boek samengevat. Overigens heeft zij in 2008 toegegeven dat dit verhaal verzonnen was. Monique Defonseca is inmiddels getrouwd en woont in Massachussets in Amerika.Het boek
Dit boek gaat over Misha, een joods meisje en het speelt zich af ten tijde van WO II. Ze woont met haar ouders in België als die plots worden opgepakt. Misha wordt meegenomen en in een gezin geplaatst. Echter voelt ze zich hier helemaal niet op haar plek en ze besluit weg te gaan, om haar ouders te zoeken.Ze begint een aan lange, barre tocht, waar ze van alles meemaakt. Ze houdt zich voornamelijk schuil in de bossen, maar soms kan ze het niet vermijden zich in de bewoonde wereld te begeven. Daar ziet ze wat voor vreselijke dingen de mensen moeten doorstaan. In de bossen voegt ze zich op een gegeven moment bij een roedel wolven, die haar, na enige aarzeling, opnemen in de roedel. Daar verblijft ze een behoorlijke tijd, maar uiteindelijk gaat ze toch verder, om haar ouders te zoeken. Maar of ze die ooit vindt....
Fragment 1
"Waar is papa?""Sst. Geen vragen."
Haar waarschuwende blik legde me het zwijgen op. De ogen van de vrouw schoten naar alle kanten behalve naar mij, en we begonnen in de richting van mijn buurt te lopen, via de route die de tram volgde. Deze weg kende ik, want papa en ik namen die altijd als we van en naar school liepen. Toen we hoek van mijn straat naderden hoorde ik daar rumoer, een schreeuwende vrouw en kwade mannenstemmen. De vrouw in de zwarte mantel kneep in mijn hand en trok aan mijn arm. "Niet kijken!" siste ze en trok me met zich mee.
Fragment 2
Ik genoot van het voorrecht dat ik mocht slapen waar zij sliepen, mocht eten wat zij aten, ofschoon op een wat bescheidener niveau. Mijn lage rang in de troep was duidelijk door het feit dat ik altijd het laatst mocht eten, ook al had ik zelf voor het voedsel gezorgd. Na het voorval met Belle paste ik er wel voor op mijn grenzen te overschrijden, hoewel ik nogmaals een scheve schaats reed.Ik wilde zo graag een wolf zijn, dat ik alles imiteerde wat zij deden. Op een dag beging ik de fout een plas te doen op de manier van de leider en Belle zelf, namelijk door mijn been op te tillen tegen een rots in de buurt. Belle stond onmiddellijk over me heen en snauwde een waarschuwing. Later realiseerde ik me dat alleen het dominante paar van de troep met opgeheven poot plaste. De andere vrouwtjes hurkten en de mannetjes stonden met hun poten wijd en richtten naar beneden. Omdat ik de laagste in rang was, kwam er nadat ik ergens geplast had altijd onmiddellijk een andere wolf, om zijn geurvlag over de mijne heen te plaatsen.