Boekrecensie: Het syndroom van Down

Gegevens van het boek
- Titel: Het syndroom van Down
- Oorspronkelijke titel: Down syndrome
- Tekst: Angela Royston
- Vertaald uit het Engels door: T. Dijkhof
- Uitgeverij: Nederlands Taalgebied Ars Scribendi bv, Etten-Leur
- Gepubliceerd: 2005 (Engeland), 2006 (Nederland)
- Aantal pagina’s: 32
- ISBN: 978 90 5495 878 9
- Geschikt voor: kinderen vanaf circa zes jaar tot tien jaar
De inhoud van het boek
In dertien hoofdstukken wordt uitleg gegeven over het syndroom van Down:[OLIST]Wat is het syndroom van Down?: een stoornis waarmee iemand wordt geboren, het is geen ziekte.
Hoe herken je het syndroom van Down?: dokters doen vaak speciale testen om vast te stellen of een baby of een kind het syndroom van Down heeft.
Net als iedereen: op heel veel manieren zijn kinderen met het syndroom van Down net zoals andere kinderen, maar vaak hebben ze een beetje meer hulp nodig dan kinderen die het syndroom van Down niet hebben.
Leren: Kinderen met het syndroom van Down leren niet zo snel als de meeste andere kinderen. Het is voor kinderen met het syndroom van Down gemakkelijker om iets te begrijpen als ze het ook kunnen zien.
Bewegen: pasgeboren baby's met het syndroom van Down zijn in het begin vaak een beetje traag in het bewegen van de spieren. Als ze groter en sterker worden kunnen ze heel veel dezelfde dingen doen als andere kinderen.
Praten: voor jonge kinderen met het syndroom van Down is het vaak moeilijk om woorden te onthouden. Soms gebruiken ze tegelijk woorden en gebaren om duidelijk te maken wat ze bedoelen. Ze begrijpen vaak veel meer dan ze kunnen zeggen.
Lezen en schrijven: de meeste kinderen met syndroom van Down leren net als andere kinderen lezen, maar meestal doen ze er langer over om te leren. Dit geldt ook voor het leren schrijven, meestal hebben ze extra hulp nodig.
Extra hulp: sommige kinderen met het syndroom van Down gaan naar een speciale school, maar er zijn ook kinderen die naar een gewone school gaan. Soms is er een klasse-assisten die hen helpt met hun werk.
Horen en zien: veel kinderen met een syndroom van Down hebben een bril nodig, maar lang niet allemaal. Kinderen met het syndroom van Down hebben iets vaker problemen met horen dan andere kinderen. Maar veel problemen met horen kunnen worden verholpen met oordruppels of een gehoorapparaat.
Onthouden: het is voor mensen met het syndroom van Down vaak moeilijk te onthouden wat er tegen hen gezegd wordt. Het is gemakkelijker om iets te onthouden als ze het hebben opgeschreven.
Plezier maken: mensen met het syndroom van Down vinden dezelfde dingen leuk als andere mensen zoals uit eten gaan, sporten, een muziekinstrument bespelen.
Leven zonder hulp: veel volwassenen met het syndroom van Down kunnen zelf koken en voor het huishouden zorgen. Sommige mensen wonen graag in een huis waar anderen zijn die kunnen helpen. Anderen wonen bij hun ouders of andere familie.
Werken: mensen met het syndroom van Down hebben allerlei soorten werk. Sommige mensen met het syndroom van Down werken voor organisaties die voor banen zorgen, en voor extra hulp voor de mensen die dat nodig hebben.[/OLIST]
Na deze hoofdstukken volgen de volgende items:
- Verklarende woordenlijst
- Voor meer informatie
- Register
De tekst en de illustraties
- Op de voorkaft een foto waarop je een kind met syndroom van Down ziet spelen met twee andere kinderen. In een zwart cirkeltje staat: mijn eerste docu-boek. In het boek vind je op iedere bladzijde een kleurenfoto, deze beslaat ongeveer driekwart van de pagina.
- Per bladzijde twee tot drie regels tekst in vrij grote letters. De tekst staat soms op een gekleurde maar meestal op een witte achtergrond en is goed te lezen. Er staan wel wat moeilijke woorden in voor een kind van zes/zeven, maar je kunt ze gemakkelijk uitleggen met behulp van de woordenlijst. Het verhaal is dan goed te volgen en ook interessant.