recensieDruk kind in de klas: Mats is druk in zijn hoofd
Druk kind in de klas is een boek uit de serie Kijk en beleef. Dit zijn kijk, lees- en vertelboeken die gebruikt kunnen worden om sociaal, emotionele thema’s aan de orde te stellen in de onderbouw en in thuissituaties. Het boek gaat over een druk kind in de klas. Of Mats ADHD heeft wordt in het midden gelaten, het stellen van een juiste diagnose is een complex probleem, zeker bij kleuters.
Gegevens van het boek
- Tekst: Celeste Snoek
- Tekeningen: Anky Spoelstra
- Foto's: Daniëlle van Drongelen
- Uitgeverij: Kwintessens
- Jaar: 2011
- Pagina's: 23
- Kaft: harde kaft
- ISBN: 978 90 5788 309 5
- Genre: kinderboek
- Prijs: 19,95 euro (bij een abonnement goedkoper, kijk op www.kwintessens.nl)
Kijk en beleef (serie)
Het boek is deel 50 van de serie kijk-, lees- en vertelboeken voor de onderbouwgroepen in het basisonderwijs. De boeken zijn een hulpmiddel om sociaal-emotionele thema's aan de orde te stellen. Andere onderwerpen in de serie: Onhandigheid, Iemand missen, Je alleen voelen, Gezond leven, Rekening houden met elkaar.
De opbouw van het boek
In het boek kom je eerst een lijstje tegen met
boekentips: Er zit een leeuw in mij, Ze vinden me druik en Stijn de Trein. Daarna volgt de
gebruikswijzer, hier vind je uitleg over de opbouw van het boek, over het thema van dit boek en verdieping. Vervolgens worden er voorbeelden gegeven over hoe een leerkracht verder kan werken met het thema. Er worden
drie ideetjes gegeven:
- Bewegen op muziek: kinderen ervaren hoe het is om zich heel druk te maken en vervolgens heel rustig te voelen.
- Kringspel: kinderen denken na over uiterlijke en innerlijke eigenschappen d.m.v. een spel.
- Concentratiespel: kringgesprek en spel, kinderen ervaren hoe gemakkelijk of moeilijk het kan zijn om je te concentreren.
Het verhaal begint met een bladzijde met tekst over een gebeurtenis (telkens de linkerpagina), in een kader eronder staan een aantal vragen die als uitgangspunt kunnen dienen voor een groepsgesprek en een kleine zwart/wit foto. Op iedere rechterpagina vind je een illustratie in kleur die nagenoeg de hele pagina vult. Als het boek op school behandeld wordt, wordt aangeraden om eerst het hele verhaal voor te lezen en per pagina steeds de tekening en de foto te laten zien. Daarna het verhaal pagina voor pagina behandelen, de kinderen mogen dan reageren op de illustraties en de vragen die de docent stelt, en er zal zeker een groepsgesprek ontstaan.
Het verhaal
Mats komt altijd vrolijk de klas binnen. In zijn enthousiasme slaat hij Berry, een klasgenoot , op zijn knie. Mats zegt sorry en doet daarna een raket na die hij op televisie heeft gezien. Mats weet heel veel over raketten. Juf wil beginnen maar Mats hoort haar eerst niet. Juf vertelt over een grote verrassing die de kinderen die dag zullen krijgen, het gaat om een poppenkastvoorstelling. Mats stelt heel veel vragen, maar juf vraagt of hij wil stoppen met roepen door de klas.
De kinderen gaan hun werkjes doen. Mats heeft een vaste plek in de klas en gaat lottostukjes aan de gang. Een paar keer loopt hij naar andere kinderen toe om te praten over de poppenkast. Het lukt Mats niet om rustig te worden, daarom mag hij een rondje om de glijbaan rennen. Er zijn kinderen die ook naar buiten willen maar dat mag niet, ze hebben het er al vaker over gehad in de klas dat Mats het soms nodig heeft om zijn drukte kwijt te raken.
Het is nu heel rustig in de klas zo zonder Mats. Hij is druk maar de andere kinderen vinden dat hij ook grappig is en over bepaalde dingen heel veel weet. Mats is druk maar ook bijzonder vindt juf. Mats komt weer binnen, als een wervelwind. Na het eten en drinken is het tijd voor de poppenkast. Mats zit vooraan, hij wordt heel rustig als het verhaal begint en blijft dit tot het einde van de voorstelling. Mats is erg blij dat hij zo rustig is gebleven en juf geeft hem een compliment. Mats stelt voor om een eigen poppenkastverhaal te maken. Iedereen wil meedoen, Mats heeft altijd leuke ideetjes, Mats is Mats en dat is heel bijzonder!
De tekst
Op iedere even pagina vind je tekst, eerst een verhaaltje van ongeveer vijftien zinnen, daarna een okerkleurig kader met daarin drie vragen om over te praten. De schrijfster heeft korte zinnen gebruikt, mijn zoon van zes kon het verhaal uitstekend volgen.
Fragment
Juf klapt in haar handen. ‘We gaan beginnen,’ zegt ze.
De kinderen kijken allemaal naar juf. Behalve Mats.
Hij staat nog druk te praten over raketten.
‘Mats? Hoor je me? vraagt juf. ‘We gaan beginnen… Mats!’
Mats schrikt ineens op. ‘Oh sorry juf.’ Hij gaat snel zitten.
Juf vertelt over de grote verrassing die straks komt.
Ze kijkt de kinderen geheimzinnig aan: ‘We krijgen … poppenkast!’
Mats springt op. ‘Echt waar? En wie doet de poppenkast dan?
En wanneer krijgen we die dan? En waar komt die poppenkast?...’
Juf houdt haar vinger voor haar mond.
‘Niet roepen door de klas, Mats.’
‘Sorry’ zegt Mats en hij doet zijn mond stijf dicht.
Maar zijn voeten blijven praten! Ze tikken op de grond.
De illustraties
Voor de tekeningen zijn veel felle kleuren gebruikt, wat je ziet past heel goed bij de tekst op de bladzijde ernaast. Om elke tekening is een blauw kader getekend. Naast de tekeningen het paginanummer, onder dit nummer een blauw liggend streepje.
De foto’s
In de kaders met vragen staat ook een foto met daarop de hoofdpersonen. Je ziet bijvoorbeeld een foto van de juf, ze lijkt op de juf op de kleurenillustratie. De foto’s maken het nog echter, trekken de kinderen in het verhaal.
Voor welke leeftijd
'De bibliotheek' vermeldt in het boek dat het geschikt is als voorleesboek voor kinderen vanaf circa vier jaar. Het doornemen van de vragen lijkt me iets voor kinderen vanaf een jaar of zes.