recensieJoodse volgelingen van Jezus - Kees Jan Rodenburg
'Joodse volgelingen van Jezus - Een overzicht in 40 vragen en antwoorden', rolde in 2010 van de persen. Het is geschreven door ds. Kees Jan Rodenburg uit, die jarenlang Israëlconsulent was voor het Centrum voor Israëlstudies (CIS). Tot augustus 2010 was hij met zijn gezin uitgezonden naar Jeruzalem. Het Centrum wil de Joods-christelijke ontmoeting bevorderen, zowel in Nederland als in Israël. Vanuit zijn werk ontmoette hij veel Joden, onder wie Messiaanse Joden. Hij schreef er een boek over.
Joodse volgelingen van Jezus - Kees Jan Rodenburg
- Titel: Joodse volgelingen van Jezus - Een overzicht in 40 vragen en antwoorden
- Auteur: Kees jan Rodenburg
- Uitgeverij: Groen, Heerenveen
- Jaar: 2010
- ISBN 978-90-5829-965-9
- Pagina's: 222
Groeiende belangstelling voor Messiaanse Joden
Er is de laatste jaren een groeiende belangstelling voor
Messiasbelijdende of messiaanse Joden; Joden die Jezus als hun Messias aanvaarden. De meeste Messiaanse Joden geven de voorkeur aan Jezus' Hebreeuwse naam Jesjoea (of Yeshua). De manier waarop naar deze groep wordt gekeken, is heel wisselend: de één heeft verregaande sympathie voor de beweging van Joden die Jesjoea volgen, de ander sterke weerstand. Door veel christenen wordt deze groep niet begrepen en door orthodoxe Joden worden ze als afvalligen beschouwd.
Joodse volgelingen van Jezus /
Bron: Cover Zowel christenen als Joden hebben de neiging de Messiaanse Joden voor de oneigenlijke keuze te stellen: òf te kiezen voor de christelijke identiteit òf te kiezen voor de Joodse identiteit. Het is kiezen of delen en een tussenweg is er in hun starre beleving niet. Veel christenen en Joden willen niet accepteren dat Messiaanse Joden geloven in Jesjoea en zich tegelijk als voluit Joods identificeren. Met de dichotomie Joden - christenen valt voor beide groepen te leven, maar dit geldt niet voor de Messiaanse Joden zelf die zich daarbij baseren op de Bijbel. Jesjoea is een Tora-getrouwe Jood die niet kwam om de Tora te vernietigen, maar om te
vervullen (Matteüs 5:17-19). Nadat Paulus op dramatische wijze tot geloof in Jesjoea was gekomen, bleef hij een wetsgetrouwe Jood, zo kunnen we uit het Nieuwe Testament opmaken. Hij werd geen christen die zijn Jood-zijn aflegde, maar hij bleef zich identificeren als Jood.
Iedereen vormt zich een mening over deze groep en in de discussie sneeuwen de feiten nogal eens onder, terwijl feitelijke kennis over hen van kardinaal belang is. Kees Jan Rodenburg schept een duidelijk beeld van Messiaanse Joden. Hij doet dat objectief en met een zekere distantie en tegelijk betrokken. Aan de hand van veertig vragen die zijn onderverdeel in vijf thema's, biedt hij een beknopt overzicht van deze boeiende groep Joden. Het boek kan tevens dienen als naslagwerk dankzij een uitgebreid namenregister.
De brug die over de kloof heenvoert
Er is door de eeuwen heen een immense kloof ontstaan tussen synagoge en kerk, tussen christenen en Joden. Doordat Messiaanse Joden beide werelden in zich verenigen doorbreken zij de gangbare grenzen en concepten. Dit roept in beide kampen (soms felle) weerstand op. Messiaanse Joden ondermijnen de scheiding tussen kerk en synagoge en dat wordt als bedreigend ervaren. Rodenburg toont dat deze bijzondere groep Joden door hun identiteit en achtergrond de christelijk gemeente in aanraking brengt met allerlei aspecten van de Bijbelse boodschap die lange tijd ondergesneeuwd waren. Het gaat dan om zaken als de voortgaande betekenis van Israël (Gods
eeuwige verbondsvolk - de kerk is niet in de plaats van Israël gekomen) en de voluit Joodse bedding waarin het christendom ontstond.
Messiaanse Joden doen een dringend appel op de kerk om zich te bezinnen op haar
Joodse wortels en op haar relatie tot de Joodse gemeenschap:
De geschiedenis van de kerk en haar theologie is sterk beïnvloed door een anti-Joodse houding ... De kerk moet opnieuw ontdekken dat Jezus een Jood was [en nog steeds is], en dat Zijn Evangelie bedoeld is voor Joden en niet-Joden; Joden die Jezus als Messias belijden zijn de eerstelingen van de oogst onder Israël (p.12).
In veertig boeiende en soms prikkelende vragen gaat de schrijver in op de Joodse volgelingen van Jezus en verdiept daarmee onze kennis over deze groep. De vragen zijn geclusterd rond vijf thema's:
- de naam en identiteit van Joodse volgelingen van Jezus (hoofdstuk 1);
- de geschiedenis van de Messiaanse beweging (hoofdstuk 2);
- de situatie van Messiaanse Joden in Israël (hoofdstuk 3);
- belangrijke theologische opvattingen van Messiaanse Joden (hoofdstuk 4); en
- de positie van Messiaanse Joden ten opzichte van synagoge en kerk (hoofdstuk 5).
Het boek eindigt met een besluit: 'Joodse volgelingen van Jezus en de kerk'.
Herstel van het geloofsfundament
Christenen worden uitgedaagd om Messiaanse Joden een eigen plaats te geven die recht doet aan de Bijbelse boodschap. Naar het beeld van de edele olijfboom in Romeinen 11, moet de kerk gaan beseffen dat niet zij de wortel draagt, maar de wortel haar! Messiaanse Joden voeren de gelovigen uit de heidenen terug naar de Joodse wortels van het christelijk geloof, waardoor bij steeds meer mensen het inzicht ontstaat dat de kerk
het Joods-zijn van het Evangelie radicaal moet herstellen wil het geen gemankeerd Evangelie aanhangen.
Jarenlang moesten 'bekeerde Joden' bij hun doop verklaren dat zij allerlei Joodse gebruiken afzweren. Eén zin uit de belijdenistekst die Chrysostomus liet opstellen voor bekeerde Joden luidt:
Ik neem radicaal afstand van alles dat Joods is, elke wet, elk ritueel en gebruik.
Het is ten hemel schreiend! Ik krijg er
tranen van in mijn ogen als ik een dergelijke anti-Joodse èn anti-Bijbelse tekst van deze kerkvader lees. Laat het eens goed tot je doordringen: deze kerkvader - een gelovige uit de heidenen - legde aan bekeerde Joden op dat zij hun Joods-zijn moesten afleggen, terwijl hij nota bene door het geloof in Jesjoea haMashiach (Jezus de Messias) is geënt op de edele olijfboom tussen de overgebleven natuurlijke takken - de Joodse gelovigen. Deze Johannes Chrysostomus is volgens het Nieuwe Testament afgesneden van zijn heidense wortels. Hij had juist korte metten moeten maken met alle heidense invloeden die toen al de kerk in waren geslopen, in plaats van Joden te dwingen hun Joodse identiteit op te geven. De wereld op z'n kop!
De kerk moet zich volkomen afwenden van het heidendom en terug naar de bronnen waaruit Jesjoea haMashiach (Jezus Messias) heeft geput. Gelovigen uit de heidenen kunnen daarin veel leren van de Joodse volgelingen van Jezus.
Lees verder