recensie
Recensie Komt een vrouw bij de dokter
Een tragisch sprookje of de rauwe werkelijkheid? Komt een vrouw bij de dokter. Raymond van de Klundert, kortweg Kluun, beschrijft in de roman in grote lijnen het autobiografische verhaal van hem (in het boek Stijn) en zijn eerste vrouw Judith (in het boek Carmen), die een agressieve vorm van borstkanker had en op 36-jarige leeftijd door euthanasie overlijdt. Alles wordt realistisch beschreven, ook de euthanasie waarvoor Judith uiteindelijk kiest.
Volgens NRC handelsblad is het een ‘Ode aan de liefde’, volgens de Volkskrant een ‘literair realitydrama om je vingers bij af te likken’t. Er zijn honderduizenden exemplaren van deze debuutroman verkocht, het wordt in tien landen vertaald en de film is in voorbereiding. De opvolger van dit boek, De Weduwnaar, werd gelijk een bestseller. In deze recensie wordt beschreven of dit inderdaad hét literaire boek is van de laatste jaren in Nederland of dat het slechts een marketingstunt is: tenslotte is Goede Tijden, Slechte Tijden nog steeds één van de best bekeken programma’s, evenals De gouden kooi. Alles onder het mom van: stop er maar genoeg tragiek en drama in, liefst gebaseerd op een waar gebeurd verhaal, dan verkoopt het als zoete broodjes.
De titel
De titel laat zien dat het als een grap begint, maar het pakt behoorlijk ernstig uit. Het leven van Stijn wás een grap: superbaan in de marketing, samen met Carmen ‘het gelukkigste stel van het westelijk halfrond en omstreken’, vader van Luna – zijn ‘zonnetje’ – en een dwangmatig vreemdganger. Raymond van Klundert heeft veel ervan zelf meegemaakt. Hij was een marketingmannetje, zijn vrouw overleed aan kanker, en om te vergeten is hij gaan feesten. Eenmaal tot bezinning gekomen heeft hij Komt een vrouw bij de dokter geschreven, waarmee hij in 2003 debuteerde.
De structuur
Het boek bestaat uit drie delen. Het eerste deel heet Stijn & Carmen, het tweede deel heet Stijn & Carmen en Stijn & Roos, het derde deel heet Carmen. De delen zijn weer onderverdeeld in hoofdstukken die simpelweg genummerd zijn. Wel worden ze vergezeld van songteksten, die aangeven wat de stemming van de hoofdpersoon Stijn is:
Meisjes/ ze maken ons kapot meneer/ ze maken ons zo zot meneer/ meisjes
Raymond van ’t Groenewoud, uit Meisjes (1977)
Verder wordt de tekst afgewisseld met kleine tekstkaders waarbij achtergronden en de relatie met Stijn van nieuw geïntroduceerde personages worden beschreven op een ludieke manier.
Sharon was receptioniste bij BBDvW&R. Blond, een tikkie uitdagend en ze had werkelijk prachtige borsten. Cup D, zwarte piste* Vanaf dag 1 verlangde ik ernaar die borsten live te zien. Sharon had daar geen enkel probleem mee, Sharon maakte nagenoeg nergens een probleem van. Ook niet van Ramon, En van Hakan, weet ik sinds kort. Ach, wie ben ik om dat te veroordelen.
* Gewrampled van Youp van ’t Hek, oudejaarsconference 2002.
De relatie tussen Stijn en Carmen
In de loop van het verhaal wordt steeds duidelijker hoe veel en hoe vaak Stijn met allerlei personages vreemd gaat, terwijl Carmen steeds zieker wordt. De lezer wordt heen en weer geslingerd van antipathie naar sympathie en medelijden met Stijn. Ook Stijn ervaart deze wisselende gevoelens: is het plichtsbesef en schuldgevoel of daadwerkelijk de liefde die hem drijft? Toegegeven, die twijfel is te begrijpen bij iemand die zijn zorgtaken afwisselt met seks buiten de deur. Maar uiteindelijk kan de lezer er wel mee leven dat Carmen Stijn, in al zijn menselijkheid (pardon: mannelijkheid), uiteindelijk alles vergeeft en ze de laatste weken alles delen – behalve die tweede vrouw (Roos) dan. Dan tonen Carmen en Stijn dat het leven, het feest, het genieten overwint ondanks de ziekte, en dat de liefde overwint ondanks het vreemdgaan. De beschrijving waarin dochter Luna afscheid neemt van Carmen is hartverscheurend.
‘Luna en ik lopen de slaapkamer uit. Carmen zal Luna nooit meer zien. God, laat er alsjeblieft een hemel zijn waar ze elkaar weer zullen zien. Alsjeblieft.
Literair?
Jazeker, want het hoofdpersonage, hoe ranzig en immoreel ook, is zeker geloofwaardig, evenals de ontwikkeling die hij doormaakt. Hoewel Carmen wel erg, bijna ongeloofwaardig, sterk blijkt, kan je haar volledig begrijpen. De afschuwelijke feiten waar de hoofdpersoon voorstaat wordt soms belachelijk humoristisch beschreven, maar ook weer op zo’n manier dat het geloofwaardig is, zoals bijvoorbeeld de dokter die komt om Carmen de euthanasiespuit toe te dienen.
‘Wil jij even aan de kant gaan?’ vraagt hij en kruipt aan de andere kant van Carmen op het waterbed, de spuit in zijn ene hand en met zijn volle lichaamsgewicht steunend op de andere. Ik vind het een levensgevaarlijke stunt en weet niet of ik angstig moet kijken of de slappe lach moet krijgen. Als hij zo meteen zijn evenwicht verliest, valt hij in de euthanasiespuit. Soort van: wie een spuit maakt voor een ander valt er zelf in. Zit ik hier zo meteen met een dooie dokter en een bijna-dood lichaam van Carmen. Leg dat maar eens uit aan de politie.’
Kluun verklaarde dat deze scéne vrijwel geheel autobiografisch is.
“Het boek is niet van a tot z autobiografisch, maar het laatste deel wel,” vertelt Kluun. “De euthanasie is precies zo gebeurd. Het wás komisch. De huisarts was van nature al niet zo handig en dan moest hij ook nog wiebelend op een waterbed dat middel inspuiten. Toen ik zag hoe ongelukkig hij op dat bed lag, dacht ik opeens, het zal je toch gebeuren dat... Op dat moment zag ik daar echt de humor van in.”
Vernieuwend?
Jawel, door de vormgeving en het gebruik van tekstkaders en songteksten. Hoewel het thema niet nieuw is, is de manier waarop het thema verwoord wordt, zeker geheel nieuw. Dood en euthanasie in een hip jasje verpakt.
Leesbaar?
Jazeker, want door de vlotte stijl en de detectie én psychologische spanning die Kluun in de loop van het verhaal opbouwt, heb je als lezer de neiging om het boek al huilend, lachend en vloekend in één dag uit te lezen.
Nobelprijs voor de literatuur?
Zeker niet, daarvoor is er toch teveel gebruik gemaakt van het tragische gegeven op zich, in een humoristisch jasje verpakt. Er is géén sprake van ingewikkelde verhaallijnen, prachtige motieven die teruggrijpen op de oudheid of politieke intriges, en doordachte plotten. Maar ik zou het boek, als je dat nog niet gedaan had, zeker gaan lezen, omdat je hierdoor anders tegen vreemdgangers én tegen kanker aan gaat kijken.
© 2008 - 2024 Patruschka, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen
recensieKluun: Haantjes - boekrecensieKluun: inmiddels in Nederland een alom bekend schrijver. Haantjes is alweer zijn zesde boek. Kluun, pseudoniem voor Raym…
Bronnen en referenties
- Kluun, Komt een vrouw bij de dokter, Amsterdam: Uitgeverij Podium, 2005
- http://www.recensieweb.nl/recensie/1603/Liefde+in+tijden+van+kanker*.html