Ticket to Ride Europe: een zeer geslaagd familiespel

De spelers proberen zoveel mogelijk steden met hun eigen kleur treintjes te verbinden. En zo snel mogelijk; voordat een andere speler de gewilde route voor je neus wegkaapt! Volbrachte routes leveren punten op, mislukte pogingen kosten punten. Een spannend en strategisch familiespel dat makkelijk te leren is en in geen spellenkast mag ontbreken. Aantal spelers: 2 – 5
Leetijd: vanaf 8 jaar
Speelduur: 30 tot 60 minuten

Doel van het spel

Het doel van Ticket to Ride is zoveel mogelijk punten verzamelen. Die punten haal je door:

• Een route tussen twee aangrenzende steden af te maken
• Een ononderbroken route te maken tussen twee steden op één van je bestemmingskaarten
• De langste ononderbroken route te leggen om zo de bonus te halen.

Er worden punten afgetrokken voor elke bestemmingskaart die de speler op het eind van het spel niet heeft kunnen halen. Het is dus van groot belang te bedenken hoeveel bestemmingskaarten je denkt te kunnen halen: des te meer kaarten, des te meer punten. Maar als je overmoedig bent en teveel hooi op je vork neemt, word je genadeloos afgestraft.

Spelmateriaal

• 1 kaart van Europa
• 240 gekleurde treintjes (45 van elke kleur)
• 15 gekleurde treinstations (3 van elke kleur)
• 110 treinkaarten: 12 van elke kleur, en 14 locomotieven (jokers)
• 46 bestemmingskaarten (6 lange en 40 gewone routes)
• 1 overzichtskaart
• 1 bonuskaart voor de langste ononderbroken route
• 5 scorepionnen (1 voor elke kleur)

Voorbereiding

Het bord wordt in het midden van de tafel gelegd. Elke speler krijgt de 45 treintjes in zijn kleur en de 3 treinstations, en zet zijn scorepion op het startvlak. Schud de treinkaarten: elke speler krijgt er 4. Leg 5 treinkaarten van de stapel naast elkaar naast het bord. De rest van de treinkaarten vormt de trekstapel. Iedere speler krijgt (nadat ze zijn geschud) 1 bestemmingskaart met een lange route, en 3 bestemmingskaarten met een gewone route. Alleen de speler zelf mag de kaarten zien; de rest leg je, blind, op tafel.

Voor het spel begint moet elke speler bedenken welke van de bestemmingskaarten die hij kreeg wil houden. Elke speler moet in elk geval 2 kaarten bij zich houden, meer mag ook. Het is niet verplicht de lange route te houden. Als de speler gekozen heeft, legt hij de (eventuele) bestemmingskaarten die hij niet wil spelen, terug in de doos. De routes die je wel doet leg je, blind, voor je neer; je zult er nog regelmatig op willen kijken.

Spelverloop

Kies een speler die mag beginnen. Tijdens zijn beurt mag de speler slechts 1 van de volgende 4 acties uitvoeren:

1. Treinkaarten trekken: de speler mag 2 treinkaarten trekken, of 1 jokerkaart (als die er is)
2. Een route bezetten: speel de benodigde treinkaarten uit je hand, en zet je treintjes op de route
3. Bestemmingskaart trekken: de speler trekt de 3 bovenste bestemmingskaarten van de stapel en kiest er minstens 1 uit.
4. Een treinstation bouwen: de speler kan een station bouwen op een stad waar nog geen station staat. Bedenk dat je slechts 3 stations hebt.

1. Treinkaarten trekken
De kleur op de treinkaart correspondeert met de kleur van de routes tussen de steden op het bord. Je mag 2 kaarten kiezen uit de 5 omgedraaide kaarten die naast het bord liggen. Elke keer als een speler een kaart kiest, wordt die meteen vervangen door een verse kaart uit de trekstapel. Als er bij de open kaarten geen kleur van jouw keuze ligt, kun je ervoor kiezen 1 of 2 kaarten van de trekstapel te pakken. Als de speler een locomotief (jokerkaart) kiest, mag hij die beurt alleen die kaart kiezen. Als 3 van de 5 open kaarten jokerkaarten zijn, worden alle 5 de kaarten meteen op de aflegstapel gelegd, en komen er 5 nieuwe treinkaarten in het spel. Een speler mag een onbeperkt aantal treinkaarten in zijn hand hebben. Als de trekstapel op is, worden de afgelegde kaarten (héél goed!) geschud, en vormt het de nieuwe trekstapel.

2. Routes bezetten
Een route is een serie gekleurde (of grijze) vakjes tussen twee steden op het bord. Een route kan ook bestaan uit slechts 1 vakje. Om een route te bezetten moet je net zoveel treinkaarten in de juiste kleur in je hand hebben, als de route vereist. Locomotieven (jokerkaarten) kun je voor elke kleur inzetten die je wilt. Routes die uit grijze vakjes bestaan, kun je bezetten met een serie treinkaarten naar keuze (die wel allemaal dezelfde kleur hebben). Je mag op verschillende plekken op het bord routes bezetten, ze hoeven niet aan elkaar vast te zitten. Om de route te bezetten speel je de treinkaarten uit, plaats je je treintjes op de route, en zet je je scorepion vooruit. De lengte van de route bepaalt het behaalde aantal punten. De scoretabel staat op het speelbord.

Dubbele routes

Sommige steden zijn met twee routes aan elkaar verbonden. Een speler mag niet beide routes gelijktijdig bezetten. In een spel van 2 of 3 spelers worden de dubbele routes niet gebruikt.

3. Bestemmingskaarten trekken

Eenmaal gekozen bestemmingskaarten moet je tot het eind van het spel bij je houden. De twee steden op de kaart zijn de reisdoelen. Als een speler aan het eind van het spel een ononderbroken rij treinen heeft kunnen plaatsen tussen de twee steden, levert dat het aantal punten op dat op de kaart staat. Als dat niet lukt, worden die punten er juist afgetrokken bij de eindtelling. Hou de bestemmingskaarten geheim; anders maak je het je tegenstander wel erg gemakkelijk om jouw route te saboteren.

4. Een treinstation bouwen

Per stad mag slechts één station worden gebouwd. Met het bouwen van een station maak je een eigen verbinding tussen twee steden, terwijl de route door een andere speler bezet is. Dit kan noodzakelijk zijn om een verbinding te maken tussen de steden op je bestemmingskaart. Een speler is niet verplicht om een station te bouwen. Sterker nog: je doet het liever niet! Want voor elk station dat niet gebruikt is, krijg je 4 extra punten bij de eindtelling. Om een station te bouwen, moet je 1 willekeurige treinkaart inleveren. Een 2e station kost 2 treinkaarten, de 3e 3.

Locomotieven (jokerkaarten), veerboten en tunnels

Locomotieven zijn de bont gekleurde treinkaarten. Je kunt ze inzetten voor een willekeurige kleur. Ze zijn ook nodig om veerbootroutes te bezetten.

Veerboten zijn speciale grijze routes die twee steden met elkaar verbinden over water. Op minstens 1 van de vakjes staat een locomotief: hier moet dus een jokerkaart voor worden ingezet. De andere vakjes moeten worden ingevuld met een normale reeks kaarten.

Tunnels zijn te herkennen aan de speciale tunnelmarkeringen (met uiteinden die donkerder zijn). Om een tunnelroute te mogen bezetten, heb je in elk geval het normale aantal treinkaarten in de juiste kleur nodig. Die treinkaarten leg je vast neer. Dan worden er ook nog 3 kaarten van de gedekte stapel getrokken. Voor elke getrokken kaart in de gekozen kleur, en voor iedere jokerkaart, moet nog een extra kaart in die kleur (of een jokerkaart) worden gespeeld. Als dat lukt, is de route bezet. Als dat niet lukt neemt de speler de treinkaarten weer terug, en is zijn beurt voorbij.

Einde van het spel

Als een speler aan het einde van zijn beurt twee of minder treintjes in voorraad heeft, krijgt elke speler (ook die met 0, 1 of 2 treintjes) nog één beurt. Daarna wordt de eindscore berekend. Tijdens het spel zijn al de punten geteld voor het bezetten van routes. Nu laten de spelers hun bestemmingskaarten zien. Heeft de speler de opdracht volbracht, dan krijgt hij de punten. Is dat niet gelukt? Strafpunten! Per niet gebruikt station krijgen de spelers 4 punten. En dan krijgt de speler met de langste ononderbroken route nog 10 punten. De speler met de meeste punten wint het spel. Als er een gelijkstand is, wint de speler die de meeste bestemmingskaarten heeft behaald.

Online spelen

Als je het spel aanschaft, krijg je het toegangsnummer om het spel online te spelen via Days of Wonder. Deze code staat op de achterkant van de spelregels.

Meer Ticket to Ride

Naast de hier beschreven ‘Europe’-versie zijn er door Days of Wonder meer versies op de markt gebracht. Het oorspronkelijke Ticket to Ride speelt zich af in Amerika. Er is een Ticket to Ride Märklin, The Card Game, Nordic Countries, en nog veel meer.

Ten slotte

Elke beurt is een dilemma: kies ik nog een treinenkaart met de juiste kleur, of moet ik die route bezetten voordat een ander het doet? Dat maakt het spel erg spannend. Timing is belangrijk: spaar je voor lange routes om veel punten te scoren? Op welk moment sla je toe? Als je het spel een aantal keer hebt gespeeld, is het een extra uitdaging om te proberen te achterhalen welke lange bestemming je tegenstander heeft, om die vervolgens te gaan saboteren.

Het is een ideaal en spannend familiespel dat snel te leren is en vlot speelt. Door de verschillende bestemmingskaarten zit er veel variatie in, en nodigt het uit om na een gespeeld potje nóg een spelletje te spelen.

Dit spel laat zich meten met klassiekers als Carcassonne, Risk en de Kolonisten van Catan. Een spel dat je in de kast moet hebben staan en er echt regelmatig uit zal halen.