Activiteit voor de jeugd: het jaar rond in één dag

Je leidt een jeugdkamp of een scoutsgroep. Je moet een dagactiviteit voor een grote groep kinderen van zes tot twaalf jaar organiseren. Of je wil een spetterend kinderfeest geven. Werk eens rond de verschillende feestdagen (kerst, Pasen, Nieuwjaar, Valentijn, Carnaval) en brei rond elk feest een specifieke activiteit. Verzin leuke spelletjes voor de overige maanden. Denk hierbij aan de weersomstandigheden bijvoorbeeld. De tijd zal snel voorbijgaan en niemand zal zich vervelen. Het jaar rond in één dag: tips en ideeën.

Doelgroep

Als leider van een scoutsgroep of van een jeugdkamp moet je vaak heel wat verbeelding hebben en best wel creatief zijn. Hoe houd je een grote groep kinderen een hele dag bezig zonder dat ze zich beginnen te vervelen? Het makkelijkst is om rond een thema te werken.

Thema kiezen

Je kan best een thema kiezen dat erg uitgebreid is. Hiermee kan je alle kanten uit en kan je makkelijk een hele dag vullen. Voor sommige thema's is het zelfs mogelijk een hele week te vullen. Maak de kinderen enthousiast door het thema te verkondigen en laat ze zelf dingen verzinnen. Laat dus in je werkschema zeker plaats over voor improvisatie. Voordeel van zo'n themadag is dat als er eens een activiteit tegen valt of saai wordt gevonden, je snel kan overgaan naar de volgende activiteit. Er zullen er altijd wel een paar zijn die aanslaan en die zelfs de moeilijkste kinderen leuk vinden.

Het thema aankondigen

Kondig in dit geval het thema "Het jaar in één dag (of in één week)" aan. Laat de kinderen raden waarover het zou kunnen gaan en wat de subthema's zouden kunnen zijn. Vertel hen dan concreet wat de plannen zijn: in één dag (of één week) en met verschillende activiteiten zal het hele jaar overlopen worden.

Het jaar in één dag/week: activiteiten

Een grote kalender maken en hierop de feestdagen aanduiden

Teken of print één blad af per maand voor een kleine groep (maximum twaalf kinderen) of enkele bladeren per maand voor een grotere groep. Laat bovenaan een ruimte voor een tekening of fotocollage. Leg een aantal magazines van verschillende maanden van het jaar ter beschikking van de kinderen. Bij de kleine groep geef je elk kind een maand, bij de grote groep deel je de verschillende bladeren willekeurig uit. Kinderen kunnen ook in groepjes per twee of meer werken. Leg hen nu uit dat ze voor de maand die ze gekregen hebben een mooie tekening moeten maken of een fotocollage. Januari zal iets met ijs en sneeuw zijn, februari met Valentijn, maart met Carnaval, april met Pasen of aprilvissen, mei met jonge dieren en bloeiende planten, juni met examens en boeken, juli en augustus met vakantie, september met school, oktober met herfst en Halloween, november met Allerheiligen en december met de Sint en Kerstmis. Laat ze nu rustig een half uurtje zoeken en werken. Daarna worden de kalenderbladeren opgehaald en opgehangen. Nu is het kwestie om het juiste feest bij de juiste datum te zetten. Ook verjaardagen van de aanwezigen kunnen op de kalender gezet worden. Dit maakt het ook mogelijk om kennis te maken en om te weten hoe oud iedereen is en wanneer iedereen verjaart. De spits is er af. Tijdens de dag/week kan er na elke activiteit een feestdag worden afgevinkt op de kalender(s). Je kan ook werken met stempels.

Ideeën en tips per maand

Januari: tijd voor wat actie

Januari is meestal een maand waarin er sneeuw ligt. Tijd voor een sneeuwballengevecht dus! Maar hoe hou je een sneeuwballengevecht in pakweg juli wanneer er geen sneeuw ligt? Geen nood, we maken de sneeuwballen zelf! Hiervoor nemen we de overgebleven magazines of kranten. Laat de kinderen grote proppen maken met het papier en vraag hen ze allemaal op een hoop te leggen. Verdeel de kinderen in twee groepen en geef de twee groepen evenveel proppen papier. Go! Probeer zoveel mogelijk mensen van de andere groep te raken! Mag het iets vuiler? Maak dan kleinere proppen en zet twee potten verdunde verf klaar in twee verschillende kleuren. Geef iedereen een witte t-shirt. Go! Tel daarna hoeveel keer iedereen geraakt is geweest door de tegenpartij!

Februari: Valentijn

Na het hevige gevecht is het tijd om terug wat tot rust te komen en voor wat liefde en vrede. Hoewel rust... je zal toch nog wat moeten bewegen! Bedoeling is om een aantal opdrachten uit te voeren om zo veel mogelijk hartjes te veroveren. Met die hartjes heb je recht op een lekkere zelfgebrouwen roze-rode milkshake (rode vruchten of grenadine) met eventueel een (versierde) Valentijnscupcake. Ofwel maakt de leiding de cupcakes, ofwel kunnen ze samen gemaakt worden als er tijd voor is. Stuur de groep er op uit om de volgende opdrachten uit te voeren:

• vraag aan vijf mensen om je een kus te geven met rode lippenstift op de lippen (niet afvegen! de kussen worden geteld!)
• teken elk tien hartjes op de grond met rood krijt (de leiding komt controleren!)
• schrijf voor vijf mensen een Valentijnswens of -groet op een papiertje. Probeer zo origineel mogelijk te zijn
• spring op en neer tot je rood genoeg ziet om een hartje te verdienen
• zoek drie rode voorwerpen
• zoek drie mensen die je mag knuffelen. Maak er een selfie van als bewijs
• vind vijf woorden (letters waarmee je woorden moet maken, zijn bijvoorbeeld: romantisch - valentijn - liefde - kus - hart)
• neem de mooiste Cupido-pose aan
• maak de puzzel van het rode hart (een omslag met hierin een verknipt rood hart dat je terug moet maken)

Voor elke correct uitgevoerde opdracht krijg je een hart. Wanneer er vijf opdrachten naar keuze correct zijn uitgevoerd, heb je dus vijf harten verzameld. Tijd voor een versnapering! De milkshake maak je als volgt: neem aardbeien, frambozen en rode bessen. Doe ze in een blender samen met vloeibare yoghurt en eventueel een paar ijsblokjes. Mixen en klaar! Speel je dit spel in een seizoen waarin rood fruit te duur is, gebruik dan grenadinesap, rode confituur of diepvriesfruit.

Maart: carnaval

Maart is de carnavalsmaand bij uitstek! Tijd voor een feestje! Neem krijtjes en grimeer elkaars gezicht. Een clown, een leeuw, een elfje of zomaar een gekke creatie. Daarna wordt er leuke muziek opgezet en wordt er gedanst en gek gedaan. Maak het nog leuker met ballonnen. Breng de ballonnen aan met een touwtje aan de enkels van de kinderen. Nu moeten ze proberen elkaars ballonnen stuk te trappen. Of klem een ballon ter hoogte van de borst tussen twee kinderen. Bij wie blijft de ballon het langste zitten terwijl je gek doet?

April: Pasen

Tijd voor het middagmaal. Het middagmaal zal in het teken van Pasen staan: een omelet, een roerei of een hardgekookt ei met verse groentjes en aardappelen. Als toetje een half chocolade eitje gevuld met vanillepudding.

1 april valt natuurlijk ook in april. Hier kan je aprilvissen spelen. Hang op de rug van ieder kind een kartonnen of plastieken aprilvisje. Nu moeten de anderen proberen zo veel mogelijk visjes af te trekken bij de anderen zonder dat hun eigen visje wordt afgetrokken. Wie zijn visje verliest, valt af en moet opzij gaan staan. Wie heeft de meeste visjes gevangen en wie blijft als laatste over? Dit kunnen heel goed twee verschillende kinderen zijn.

De Paashaas is langs geweest! Wie verzamelt de meeste verstopte eieren?

Mei: jonge dieren en bloeiende planten

Een variant op het standbeeldenspel. De kinderen lopen vrij rond op muziek, behalve één kind. Wanneer de muziek stopt, moeten ze stokstijf stil blijven staan en een dier uitbeelden. Denk aan de olifant met zijn slurf, de giraf met zijn lange nek, de luiaard die ondersteboven hangt, de slang die kronkelt, de kikker met zijn typische zithouding, de vogel met zijn vleugels open, etc. Het kind dat niet meeloopt, moet nu raden wat de andere kinderen zijn. Wanneer het kind het fout raadt, wordt dat standbeeld het kind dat moet raden. De muziek gaat terug aan en het spel gaat verder.

Juni: examentijd

In juni is het examentijd. Tijd voor een woordzoeker. Maar niet op papier. Neen, dat is te saai. Er moet bewogen worden. Op een bord een lijst met woorden. De woorden liggen verstopt over het terrein of in het clubhuis. De kinderen worden in twee groepen verdeeld. Welke groep vindt de meeste woorden? De beloning krijg je in juli en augustus.

Juli - augustus: vakantietijd!

De beloning voor de woordzoeker is natuurlijk een lekker zomers ijsje. Voor wie dit niet lust, is er een sappige appel. Het is nu ook tijd om een aantal zomer- en balspelen te spelen met de hele groep. Wat dacht je van Chinees voetbal, dikke Bertha of vlaggenstok? Bij goed weer kan er natuurlijk ook een waterspelletje af.

September: terug naar school

September. De vakantie is gedaan en het is tijd om de boekentas terug op te diepen. Natuurlijk moet hier van alles in. Zoek de spullen die in de boekentas liggen op het terrein. Wie heeft als eerste alles gevonden?
De lijst van de te vinden spullen:

• pennenzak
• blad papier
• pen
• potlood
• gom
• brooddoos
• boek
• buspas (kopie)
• sleutel (om terug naar huis te kunnen)
• fietsslot

Oktober: Halloween

Eind oktober is het Halloween. Tijd voor een vies spelletje. De leiders hebben een pot vieze spaghetti klaargemaakt, eventueel met vuurrode tomatensaus. In de brij zitten allerlei kleine dingetjes verstopt: spinnetjes, snoepjes, plastieken vliegjes, etc. Wie durft er in de brij graven? Wie haalt er het meeste uit op één minuut?

November: Allerheiligen en Wapenstilstand

November is een sombere maand. Ook de feesten in november zijn luguber: Allerheiligen en Wapenstilstand. We spelen dan maar een grappig zombiespelletje. Neem een paar oude lakens en snijd er repen van. Verdeel de kinderen in twee groepen. De kinderen gaan in twee rijen staan. Leg vooraan evenveel repen klaar voor elke groep. Kind 1 van elke groep gaat klaar staan. Na het startsein neemt kind 2 de repen en wikkelt kind 1 in als een zombie. Bedoeling is dat alle repen opgebruikt worden. Een leider ziet hierop toe. Daarna gaan de windels terug af. Kind 1 gaat achteraan in de rij staan, kind 2 wordt de zombie met behulp van kind 3. Zo gaat het verder tot ieder kind van de rij ingewikkeld is geweest. De groep die het eerste alle kinderen tot zombies heeft omgetoverd, wint!

December: Sinterklaas en kerst

December is een echte feestmaand. Keuze te over dus voor leuke spelletjes. Voor Sinterklaas kan je een Pietendiploma proberen te halen. Ook kan je een wedstrijdje Sinterklaasliedjes zingen organiseren. Zing een stukje en laat de kinderen ontbrekende woorden invullen. Wie het niet weet, valt af. Wie blijft er over? Vooral in juli of augustus is dit leuk, want de kinderen zijn nu helemaal niet met Sinterklaas bezig. En daarna is het dan eindelijk kerstmis. Met kerst spelen we het kerstmanspel. Hiervoor heb je wit laken nodig. Een kind verstopt zich onder het laken. Dit kind is de slapende Kerstman. De andere kinderen lopen rond de Kerstman heen en komen steeds dichterbij. Ze mogen de Kerstman niet aanraken. Plots schiet de Kerstman wakker, schudt het laken van zich af en rent achter de kinderen aan. Wie eerst getikt wordt, wordt de slapende Kerstman. Zo gaat het verder tot iedereen moe is.

Quiz over de maanden

In de verschillende maanden gebeurt er heel wat. Wil je een rustig moment inlassen, dan kan je ook een quiz organiseren met vragen over de maanden. Wie wint, krijgt een mooie beloning. Bijvoorbeeld een kalender met voor elke maand een leuke foto van de bijbehorende, net uitgevoerde activiteit.

Waarschijnlijk is dit veel te veel om op één dag af te werken. Kort de spelletjes dus in of maak een keuze. Voor een weekprogramma zullen nog extra spelletjes moeten worden verzonnen en toegevoegd. Een leuke speurtocht doet het altijd!

Veel plezier!