Zelf prachtige kaarsen maken

Sfeervol kaarslicht
Sfeer en gezelligheid, daar zijn we dol op. Steeds zijn we op zoek naar manieren om het nog sfeervoller en leuker in huis te maken. Het kan al leuk zijn in huis wat kaarsen decoratief neer te zetten. En kaarsen zijn er in allerlei soorten, vormen en maten. Natuurlijk is het nog veel leuker om die kaarsen ook te branden. Het elektrisch licht wat dempen, kaarsen aan. Het kaarslicht geeft toch altijd wat extra sfeer en gezelligheid. Daarnaast kan het bijna meditatief werken als je naar het vlammetje van de kaars blijft kijken. Gezellig, sfeervol, meditatief, dat is allemaal al heel wat. Kan het misschien nóg leuker? Jazeker, dat kan. Je kunt de kaarsen ook nog zelf gaan maken!Kaarsen maken moeilijk?
Of het moeilijk is om kaarsen zelf te maken? Als je je een beetje voorbereid is het helemaal niet zo ingewikkeld. Waarschijnlijk is het 't moeilijkst om de goede materialen bij elkaar te leggen. En aangezien je waarschijnlijk al van alles in huis hebt zal ook dát wel meevallen. Kortom, niets staat je in de weg om het eens te gaan proberen.Bestanddelen van een kaars
Kaarsen bestaan ofwel uit bijenwas, ofwel uit paraffine en stearine. Je laat een kaars branden door het lontje aan te steken, die moet er dan dus ook in zitten. Het klinkt allemaal nogal simpel en dat is het in de basis dan ook.Benodigdheden
- Bijenwas, of paraffine en stearine. Je kunt ook heel goed restjes van oude kaarsen gebruiken. Als je een aantal oude kaarsen hebt verzameld, dan kun je door kleuren te combineren ook leuke effecten creëren.
- Lont (ook wel 'pit' of 'wiek' genoemd)
- Grote pan, met water
- Bak om de was of paraffine en stearine in te smelten
- Fornuis, kookplaat o.i.d.
- Doekje waarmee je het hete keukengerei kunt aanpakken
- Vorm (kaarsenvorm, blikje, yoghurtbakje, jampotje. etc.)
Dompelkaarsen of vormkaarsen
Je hebt grofweg twee manieren om zelf kaarsen te maken:- Dompelen
- Smelten en een vorm gebruiken
Dompelen
Een hoge pan of bak wordt gevuld met gesmolten was. Hierin houd je steeds even de lont, waardoor er was aan blijft zitten. Haal de lont eruit, laat even koelen. Houd de lont opnieuw in de pan. Doe het kort, zodat de was aan de lont er niet afsmelt. Haal 'm er weer uit. Herhaal dit tot je kaars dik genoeg is. Je kunt daarna je kaars nog eens onderdompelen in een bak met gekleurde was, zodat je kaars een mooi kleurtje krijgt. Laat afkoelen en je kaars is klaar.

Dompelen is een prima manier om kaarsen te maken die één à twee centimeter dik mogen zijn. Wil je dikkere kaarsen maken, dan is dompelen wel een omslachtig en langdurig karweitje. Je kunt beter een vorm of mal gebruiken. Voordeel van een vorm is, dat je ook andere modellen kaarsen kunt maken dan 'lang en dun'. In de handel zijn mallen te krijgen die o.a. kubusvormige, balkvormige, kegelvormige, piramidevormige en bolvormige kaarsen opleveren. Er zijn nog veel meer mogelijkheden.
Een vorm gebruiken
We gaan stap voor stap een kaars maken met behulp van een vorm, ook wel mal genoemd. De stappen staan hieronder op volgorde, maar zoals je zult zien, je kunt hier en daar wat schuiven in de volgorde.Stap | Beschrijving |
---|---|
De mal | Kies de mal of vorm die je wilt gaan gebruiken. Als je deze heel dunnetjes met olijfolie invet, zul je straks de kaars er iets gemakkelijker uit kunnen halen. |
Lont | Kies de lont (pit, wiek). Een dikke kaars heeft een dikkere lont nodig dan een dunnere. |
Lont in de mal | Als je een kaarsmal gebruikt, dan kun je de lont er door heen halen. Laat de lont aan de 'bovenkant' van de kaarsmal enkele centimeters uitsteken. Let op: kaarsen worden in zo'n mal op z'n kop volgegoten, dus die bovenkant zit eventjes onderin! Stop de bovenkant dicht, dat kun je met wat kneedgum doen bijvoorbeeld. Als je dit niet doet, dan zal bij het gieten van de kaars het kaarsvet hier er weer uitlopen. Dat schiet niet zo op, dus. |
Lont in een vorm | Als je een potje, blikje, doosje of iets dergelijks gebruikt, dan zal er geen gaatje inzitten om de lont door te steken. Deze gebruik je dus andersom: onderkant onder, de open kant waarje het kaarsvet in kunt gieten zit, logisch, aan de bovenkant. Plak de lont aan op de bodem van je vorm vast. |
Lont vastzetten | Aan de gietkant ligt je lont nog los. Je kunt 'm tijdens het gieten vasthouden, maar dat is niet echt handig. Beter is de lont vast te binden aan een staafje, dat je over de mal legt. Zo kun je de lont mooi in het midden laten uitkomen. Het mooist is het als je een speciale naald gebruikt, die je door de lont heen kunt steken. |
Het echte werk | Zo, alles staat klaar, de beurt is aan het kaarsvet. Voor het je kaarsvet kunt gieten, zul je het eerst moeten smelten. |
Materiaal | In de handel kun je paraffinekorrels kopen. Deze kun je het beste mengen met ongeveer 10% stearine, dat je ook in korreltjes kunt kopen. Restjes van oude kaarsen kun je ook heel goed gebruiken. Het is beter als je bij je restjes toch altijd zo'n 10% nieuw materiaal gebruikt. |
Houd het schoon | Voor je met het smelten begint, zorg dat je schoon werkt. Spetters kaarsvet wil je niet op je kleren krijgen. Ook aanrecht en keukenvloer zijn er niet blij mee. Dek eventueel wat af. |
Smelten | Smelt het kaarsvet. Er zijn speciale smeltpannen in de handel die bedoeld zijn om kaarsvet in te smelten. Heb je die niet, dan kun je met eigen pannetjes aan de slag. Je kunt het beste oude pannen gebruiken, die je daarna niet meer voor de aardappels nodig hebt. Zet liever geen pan met kaarsvet rechtstreeks op het fornuis. Door de hoge temperatuur van de pan zou het kaarsvet in brand kunnen vliegen. Smelt het kaarsvet daarom in een kleinere pan, die in een met water gevulde grotere pan staat. Gebruik liever ook geen kunststof, dat zou bij hogere temperaturen kunnen vervormen, of zelfs smelten! |
Gieten | Giet het gesmolten kaarsvet voorzichtig in je mal. Je hoeft het niet in één keer te doen, je kunt eventueel ook laagjes met verschillende kleuren maken. |
Bijvullen | Als het vet stolt, dan ontstaat er een soort kuil. Prik voorzichtig wat gaatjes rond de lont, en vul het gat op. |
Afkoelen | Laat je werk goed afkoelen. Zolang de kaars te warm is zul je 'm niet goed uit de mal kunnen krijgen. Een afgekoelde kaars kun je voorzichtig uit de vorm kloppen of trekken. |
Kleur | Als je liever gekleurde kaarsen maakt, dan kun je gebruik maken van gekleurde kaarsrestjes. Even een navraagronde doen bij familie en vrienden levert waarschijnlijk al snel een aardige voorraad op, waarmee je vooruit kunt. Heb je andere, of fellere kleuren nodig, dat kan ook. Je kunt speciale kleurstaafjes kopen. Een klein stukje hiervan toevoegen aan je gesmolten kaarsvet levert vaak al felgekleurde kaarsen op. |
Geur | Je kunt je kaarsen extra aantrekkelijk maken, door er een geurtje aan toe te voeren. Je kunt beter niet met je eigen geurtjes aan de gang, maar gebruik maken van speciale kaars-geuren. In de winkel waar je ook je overige kaarsmaak-benodigdheden vandaan haalt, kun je verschillende geuren aanschaffen. |
Extra mogelijkheden | Met speciale wasstiften kun je teksten, tekeningen of figuren op je kaars aanbrengen. Met wasfiguurtjes, die je uit wasvelletjes kunt snijden, kun je je kaars helemaal naar eigen smaak afmaken. Daarnaast zijn er nog heel wat mogelijkheden, waarmee je zelf kunt experimenteren. Kleine steentjes of knikkers die je in je kaars hebt verwerkt kunnen leuke effecten geven. Houd er bij het branden van je kaarsen wel rekening mee dat deze materialen veilig terechtkomen. |
