Zelf kleding naaien voor beginners
Sinds kort maak ik zelf (een deel van) mijn eigen kleding. Als ik mensen er over vertel hoor ik steeds weer: “Dat je dat kan!” “Wow, dat is vast heel moeilijk” “Knap van je, ik zou dat nooit kunnen”. En dat terwijl het eigenlijk helemaal niet moeilijk is. In artikel wil ik laten zien hoe makkelijk kleding maken eigenlijk is. Het T-shirt dat ik ga maken is mijn 3e zelfgemaakte kledingstuk.
Basisbenodigdheden
Zorg dat je wat basisbenodigdheden in huis hebt. Een naaimachine, scherpe schaar, potlood, overtrekpapier, spelden en een tornmesje heb je sowieso nodig. Als je nog nooit zelf iets gemaakt hebt is het verstandig eerst wat te oefenen met de naaimachine onder begleiding van iemand die het al kan. Een naaimachine is simpeler dan het lijkt, maar je moet even weten hoe het werkt. Als je netjes rechte naden kan stikken, kan je ook kleding maken.
Tijdschrift kopen
Koop een zelfmaakmode tijdschrift, bijvoorbeeld de Knip of de Burda. In deze tijdschriften staan patronen van kleding. Als je erg handig bent kan je ook zelf patronen tekenen, maar voor beginners zijn de tijdschriften heel handig.
Patroon kiezen
Kies een leuk, maar simpel patroon uit. De Knip heeft een stippensysteem, patronen met 1 stip zijn het makkelijkst, 2 stippen iets moeilijker enzovoorts. Voor je eerste kledingstuk is een patroon met 1 stip het handigst. Dit zijn patronen zonder bijvoorbeeld ritsen en knopen. Het is misschien niet het allermooiste ooit wat je gaat maken, maar je eerste kledingstuk is toch vooral om te oefenen. Kies patroon uit waarvoor je geen rekbare stof nodig hebt(bij de werkomschrijving staat welke stof je het best kan gebruiken), rekbare stof is moeilijker met verwerken dan niet-rekbare stof. Hoeveel stippen een patroon heeft, welke stof je het best kan gebruiken etc staat in de werkomschrijving.
Maat bepalen
Bepaal je maat. De maat die zelfmaakmode tijdschriften gebruiken is niet altijd hetzelfde als de gewone confectiematen. Laat iemand je helpen bij het opnemen van je maten, als je het alleen doet meet je vaak scheef en kom je niet op de goede maten uit. In het tijdschrift staat een tabel waarin staat wat je moet opmeten, waar je precies moet meten en hoe dat uitkomt in de kledingmaten die zij aanhouden. Kijk ook naar de lengtemaat! De Knip bijvoorbeeld gaat uit van iemand met een lengte van 1,68. Ben je kleiner of groter dan zal je de patronen misschien moeten verkorten of verlengen.
Stof kopen
Koop stof. In het tijdschrift wat je gebruikt staan bij de patronen meestal tips voor welke stof je het best kan gebruiken, en hoeveel stof je nodig hebt voor welke kledingmaat. Koop het liefst een effen stof of een stof met een wild patroon, met een net patroon zoals bijvoorbeeld streepjes zie je sneller als het iets scheef zit. In het tijdschrift staat ook welke fournituren je nodig hebt. Daarnaast is het handig om tegelijk met het kopen van je stof ook garen te kopen, dan weet je zeker dat de kleuren bij elkaar passen. Voor een beginner is stof zoals fleece makkelijk, omdat het niet rafelt en bijna niet rekt.
Patroonblad opzoeken
Zoek het juiste patroonblad op in het tijdschrift, dat staat bij de werkomschrijving. Zo’n patroonblad kan er heel lastig uitzien, maar na even puzzelen valt het meestal wel mee. Bij de werkomschrijving staat welke patroondelen je nodig hebt, daarbij staat een zoeknummer. Zoek het goede nummer op op het patroonblad. Hier onder zie je hoe een patroonblad er uit ziet.
Patroon overtrekken
Leg je overtrekpapier op het patroonblad en neem de patroondelen die je nodig hebt over op het overtrekpapier. Let erop dat je de goede maat overneemt, meestal staat aangegeven bij de werkomschrijving (en op het patroonblad) welke lijn je moet volgen voor welke maat. Neem ook alle extra tekentjes, tekst etc over op je overtrekpapier, en schrijf er op welk patroondeel het is. Als het patroon fijn is kan je het nog een keer gebruiken, maar dan moet je uiteraard wel weten wat alles is. Ik schrijf er op welk tijdschrijft, maand, jaar, patroonnummer en patroondeel het is (bv: Knip, oktober 2009, trui 10, patroondeel 15) zodat ik het later makkelijk terugvind in een stapel patronen. Op de foto zie je het patroondeel overgetekend op het overtrekpapier met alle tekentjes en aanduiding welk patroondeel het is.
Patroondelen vastspelden
Knip je patroondelen uit het papier en speld je patroondelen vast op de verkeerde kant van je stof (wat straks de binnenkant wordt). Bij de werkomschrijving staat hoe je de patroondelen op de stof moet leggen, houd je daar ook aan! Zo weet je zeker dat het patroon dat op de stof staat overal de goede kant op zit (en niet bijvoorbeeld lengtestrepen op de rug en breedtestrepen op je buik) en ook dat de stof overal dezelfde kant op rekt (als je rekstof gebruikt).
Vaak wordt de stof dubbelgevouwen voor je de patroondelen er op speld. De kant waar de vouw zit heet de stofvouw, de andere kant (met de twee losse delen) heet de zelfkant. Meestal moet je een (of meer) patroondelen aan de stofvouw vastspelden, speld dan echt op de vouw. De meeste patroondelen zijn maar de helft van, bijvoorbeeld, een voor kant van een T-shirt. Door het op de stofvouw te spelden heb je als het uitgeknipt is de hele voorkant, en zijn de linker en rechterkant identiek. Op de foto zie je een patroondeel dat ik gebruik vastgespeld op de stofvouw.
Stof knippen
Knip je stof uit. Bij de werkomschrijving staat of je nog naden moet aanknippen of niet, meestal moet dit. Je knipt dan ruim om het patroon heen, zodat je aan alle kanten nog een centimeter of 2 over hebt. Dat randje gebruik je om de naden te maken.
Naailijn tekenen
Pak een kleermakerspotloodje (te koop bij stoffenwinkel of op de markt) en trek een lijn zo dicht mogelijk om het patroon heen. Dit is makkelijk als je straks gaat naaien omdat je precies over de getekende rand heen kan naaien. Haal vervolgens het patroon los van je stof en vouw je stof open. Leg de goede kant naar beneden op tafel en speld je patroon vast op de helft waar je nog geen lijn hebt gemaakt het je kleermakerspotlood. Teken opnieuw langs het patroon af, zodat je nu langs heel de rand van je stof een lijntje hebt lopen precies waar straks de naden moeten komen.
Je kan de papieren patroondelen nu van de stof af halen, je hebt ze niet meer nodig. Het is slim om de delen gelijk met een paperclipje aan elkaar te zetten. Mocht je het een fijn patroon vinden en het nog eens willen maken met andere stof dan heb je alle onderdelen gelijk netjes bij elkaar en hoef je niet opnieuw alles te tekenen.
Spelden
Leg de delen die je aan elkaar wil naaien met de goede kanten van de stof op elkaar, je kledingstuk zit als het ware binnenstebuiten. Speld de delen die je straks aan elkaar wilt naaien (bijvoorbeeld de zijkanten en schoudernaden van een t-shirt) netjes aan elkaar. In de werkomschrijving staat welke naden je als eerste moet vastnaaien, daar zie je dus ook wat je aan elkaar moet spelden.
Proeflapje naaien
Pak je naaimachine erbij! Voor je daadwerkelijk je kledingstuk in elkaar gaat zetten is het handig om een proeflapje te maken. Neem een reststukje van dezelfde stof als je kledingstuk, vouw het dubbel en naai het aan elkaar. Is de naad netjes (geen lussen, stof niet naar elkaar getrokken/gerimpeld) dan kan je je kledingstuk gaan naaien. Zo niet, probeer wat te veranderen aan de instellingen van je naaimachine, bijvoorbeeld de bovenspanning of steeklengte en probeer het nog eens. Net zo lang tot je werk er netjes uitziet.
Naaien van je kledingstuk
Naai je kledingstuk in elkaar. Houd de volgorde aan die in de werkomschrijving staat, die spreekt voor zich. Wacht nog even tot de volgende stap voor je de zoompjes maakt. Gaat er toch iets mis? Geen paniek, pak je tornmesje, haal de naad los en probeer het nog een keer. Je kunt ook voor het naaien het kledingstuk met grote steken met de hand aan elkaar rijgen en eerst kijken of het goed past voor je het met de naaimachine aan elkaar zet.
Naden controleren
Draai je kledingstuk goed om (tot nu toe zat hij binnenstebuiten). Loop alle naden die je genaaid hebt even langs, het kan zijn dat een van de lappen stof ondanks de spelden een beetje verschoven is, en dat je hierdoor de stukken niet precies op elkaar hebt genaaid. Je ziet dan een gat in de naad, is dat het geval keer dan je kledingstuk binnenstebuiten en naai het opnieuw aan elkaar. Is het een klein gaatje dan kan je er een extra naadje in stikken, heb je echt een groot stuk los zitten dan kan je beter de naad helemaal loshalen en opnieuw vaststikken. De naad is netjes, zonder hobbels of gaten.
Kledingstuk passen
Pas het kledingstuk. Als je goed gemeten hebt pas het kledingstuk waarschijnlijk prima, is het toch iets te breed maak dan een naad iets verder van de kant af. Is het te klein, haal je naden los en stik de naden iets dichter naar de kant nog een keer.
Zomen
Tevreden met hoe het past? Maak dan de zoompjes onderlangs je trui/broekspijpen/mouwen. Dit doe je door de stof dubbel te vouwen, en dan nog eens dubbel te vouwen. Let erop dat je niet verder vouwt dan tot het lijntje van het patroon dat je eerder getekend hebt, anders wordt je mouw/broekspijn oid wat korter dan het originele patroon. Vervolgens je zoompje netjes spelden en vastnaaien.
Het is verstandig eerst nog een proeflapje te maken. Bij een zoompje naai je 3 lagen stof op elkaar en bij gewone naden 2 lagen, het kan daarom zijn dat je je machine iets anders moet instellen. Ik maak daarom eerst nog een proeflapje waarin ik 3 lagen stof op elkaar vastnaai.
Afwerking
Maak de laatste kleine dingen af, bijvoorbeeld het aanzetten van knopen of het opstrijken van een leuk plaatje, en dan is je kledingstuk af!
Algemene tips
- Naaimachines zijn niet eng of ingewikkeld, het is echt een kwestie van proberen en zeker als er iemand met je meekijkt die het al wel kan dan heb je de basis zo onder de knie. Ik ben zelf ook nog écht een beginner, dit is pas mijn derde kledingstuk en ik volg geen les, en ik vind het echt niet moeilijk. Er zijn vast dingen die handiger of beter kunnen, maar met dit topic wil ik aangeven dat je met een beetje klooien al een heel eind komt
- Wil je niet zelf beginnen of heb je geen naaimachine? Er zijn ook naailessen, google maar eens op naailes/naaicursus en je woonplaats dan vind je hoogstwaarschijnlijk wel wat. Voor sommige lessen moet je je eigen machine meenemen, maar er zijn ook lessen waar je een machine kan huren.
- Er is ook een forum over zelf kleding maken: http://www.sancho.nl Heb je vragen dan kan je daar altijd terecht
- Als je je aanmeld op http://www.burdafashion.com dan kun je onder downloads --> easy fashion een aantal simpele patronen mét werkomschrijving gratis downloaden. De site is in het Duits, maar er staan ook Nederlandse omschrijvingen bij.