Hoe schrijf je een boek of film in 30 dagen?
Hoe schrijf je een boek of film scenario in 30 dagen? Sommige schrijvers doen er maanden of zelfs jaren over een hun verhaal te schrijven en denken dat hoe langer je aan een boek of film scenario werkt, hoe beter het zal zijn. Vaak gebruiken deze schrijvers echter een verkeerde methode. Wist je trouwens dat sommigen van de beste auteurs en scenaristen (John Saul, Sylvester Stallone) hun verhaal op korte tijd schrijven.
Week 1
Structuur
Waarschijnlijk heb je in dit stadium al een vaag idee over het onderwerp waarover je wilt schrijven, maar heb je geen idee over de details of het einde. Als het je bedoeling is om het schrijfproces zo snel mogelijk te laten verlopen, dan baseer je je het beste op de structuur van een boek of film die al bestaat. Om origineel te blijven, moet je als vergelijking een boek of een film nemen waarvan het verhaal enigszins verschillend is. Als je een filmscenario wilt schrijven over haaien, is het dus beter dat je niet Jaws als voorbeeld neemt tenzij je absoluut van plagiaat wilt beschuldigd worden. Kijk daarentegen of er geen survival of monsterfilm bestaat waarvan je de structuur kan overnemen. Deze methode zorgt er niet alleen voor dat je niet meer hoeft na te denken over de structuur van je boek of film, maar je zal er ook uit leren hoe een verhaal of boek efficiënt wordt opgebouwd.
Beschrijf elk hoofdstuk of elke scène met een korte zin, bijvoorbeeld ‘koppel krijgt auto-ongeval’. Meer hoef je op dit moment niet te doen.
Personages
Nu je de structuur en het algemene thema van het verhaal kent, is het belangrijk dat je de personages gaat uitwerken. Neem om te beginnen een gelijk aantal personages als in je voorbeeld verhaal en kijk ook welke informatie je over hen te weten komt en op welke manier dit wordt duidelijk gemaakt. Probeer vervolgens zoveel mogelijk details over hun leven en karakter te verzamelen. Het maakt niet uit of je die informatie ooit zal nodig hebben of niet. Hoe beter je je personages kent, hoe gemakkelijker en sneller je je boek of film zult kunnen schrijven.
Week 2
Freewriting
Freewriting betekent dat je alles neerschrijft wat er in je hoofd opkomt, zonder dat je daarbij nadenkt of zaken corrigeert. Dit doe je het beste in zeer korte periodes. Zet je wekker bijvoorbeeld op 20 minuten. Begin met hoofdstuk of scène 1 en stop geen enkele seconde met schrijven. Maak je niet ongerust dat de dingen die je schrijft onbruikbaar zijn. Na 20 minuten (het mag ook korter zijn), doe je het beste iets helemaal anders.
Bij freewriting wordt er gebruik gemaakt van de rechterhersenhelft die ervoor zorgt dat je creatiever bent. Als je je linkerhersenhelft gebruikt, wordt je analytischer en dus ook kritischer en zal het schrijfproces trager verlopen. Uiteraard is het goed om je manuscript kritisch te bekijken, maar dit doe je het beste van zodra je eerste freewriting versie af is. Tijdens freewriting is het dus verboden om te stoppen om na te denken wat de beste scène zou zijn, om zaken te herschrijven, te analyseren, te verbeteren, etc. Schrijf gewoon wat in je opkomt en stop niet. Sta jezelf toe héél slechte dingen te schrijven en dingen die niet logisch zijn in het verhaal. Je zult verstelt staan hoeveel goede zaken je toch hebt geschreven met deze techniek en hoeveel je werkelijk kunt gebruiken.
Week 3
Corrigeren en herschrijven
Nu is het tijd om de linkerhersenhelft te gebruiken. Je mag eindelijk logisch, kritisch en analytisch worden. Lees je verhaal of boek verschillende keren opnieuw. Concentreer je op dialogen, schrijfstijl, etc. Spelling en grammatica zijn voor later. Het belangrijkste is dat je verhaal leesbaar wordt en op een echt boek of een echt film scenario begint te lijken.
Stuit je bij het herschrijven op een probleem waarvoor je niet meteen een oplossing vindt, dan kan je verschillende dingen doen:
- Noteer verschillende woorden op een blad papier, liefst een combinatie van woorden uit de scène als woorden die er niets mee te maken hebben. Kijk daarna of deze woorden niet tot een oplossing leiden. Stel dat je een reden moet verzinnen waarvoor een personage naar buiten moet gaan en je hebt onder andere de woorden ‘telefoon’, ‘konijn’, ‘minnares’ en ‘ladenkast’ genoteerd. Misschien krijgt de persoon dan een telefoontje van zijn minnares om te zeggen dat haar konijn gestorven is en gaat hij even naar buiten om zijn gesprek privé verder te zetten.
- Probeer de scènes en hoofdstukken op een andere plaats in het verhaal te zetten en kijk of dit tot nieuwe mogelijkheden leidt.
- Als je geblokkeerd bent, is het mogelijk dat je niet naar de juiste oplossingen zoekt. Je hoofdpersonage heeft bijvoorbeeld de sleutel van zijn huis verloren en hij moet absoluut binnen zijn om een belangrijk dossier in te kijken, maar je vindt geen goede oplossing om zijn sleutel terug te vinden. In plaats van je hoofd te breken over verschillende manieren om de sleutel terug te vinden, is het misschien gemakkelijker om het dossier oorspronkelijk op een andere plaats te leggen.
Week 4
In de laatste week werk je aan spelling, grammatica en het schrappen van overbodige woorden. Het is nodig om je boek verschillende keren te herlezen, waarbij je je telkens op slechts één of twee te corrigeren punten concentreert. Het inhuren van een professionele editor of corrector is zeker geen overbodige luxe.