Wilhelminamunten uit 1948
Tot ver in de jaren zeventig van de twintigste eeuw zat tussen het muntgeld met daarop de beeltenis van koningin Juliana zo nu en dan ook nog een munt met het portret van koningin Wilhelmina. Deze munten hadden allemaal het jaar 1948 als aanduiding en waren niet te vinden bij de guldens en de rijksdaalders. In die tijd verzamelden mensen deze muntjes en legden ze deze apart. Door de introductie van de euro en daarmee de vervanging van al het gulden-geld in januari 2002 verdween de kans om een 1948-muntje in de portemonnee te vinden. Het jaar 1948 is het eerste naoorlogse jaar waarin er weer nieuw geld in omloop werd gebracht én was tevens het laatste jaar dat Wilhelmina koningin der Nederlanden was.
Vervanging van zinken oorlogsgeld
Door de geldsanering die de Duitse bezetter in 1941 in Nederland doorvoerde waren alle bronzen, zilveren en gouden vooroorlogse munten uit de roulatie verdwenen. De Nederlanders waren verplicht om het om te ruilen tegen nieuw aangemunt geld. Het grootste deel van het zilver en goud werd echter niet ingeleverd, maar opgepot. De
nieuwe munten waren van zink en waren ontworpen door een nationaalsocialistische kunstenaar. Na de bevrijding van Nederland van de Duitse bezetters in mei 1945 besloot de regering dat het zinken geld uit de bezettingstijd vervangen moest worden. Het duurde nog tot 1948 voordat de nieuwe munten in omloop gebracht konden worden.
1948
Op 15 april 1948 werd in het Staatsblad de nieuwe muntwet afgekondigd. Een aantal munten uit de vooroorlogse periode kwamen hierin niet meer terug, namelijk de halve cent, de 2 1/2e cent, de halve gulden, de gouden 5 en 10 gulden. Nieuw was dat de 10 en 25 cent niet meer van zilver gemaakt zouden worden maar van nikkel. De gulden en 2 1/2e gulden werden nog wel in zilver aangemunt, maar voor het jaar 1948 zouden deze niet gemaakt worden.
Het jaar 1948 was ook het laatste jaar dat Wilhelmina koningin van Nederland was. Gedurende de periodes van 14 oktober tot 1 december 1947 én van 14 mei tot 30 augustus 1948 werd Wilhelmina wegens gezondheidsklachten door haar dochter Juliana vervangen als staatshoofd. Juliana trad dus op als regentes.
In een radiotoespraak kondigde Wilhelmina op 12 mei 1948 haar abdicatie aan. Van 1898 tot 1948, een periode van vijftig jaar, was Wilhelmina monarch. Op 4 september 1948 deed zij troonsafstand, twee dagen later gevolgd door de officiële inhuldiging van Juliana.
Ontwerp door professor Wenckebach
Het ontwerp van de munt is aan de hand van professor Ludwig Oswald Wenckebach (1895-1962). Wenckebach was een medailleur, beeldhouwer, lithograaf, kunstschilder, houtsnijder en illustrator. In 1936 werd hij buitengewoon hoogleraar beeldhouwkunst bij de afdeling Bouwkunde aan de Technische Hogeschool Delft (TH). Hij maakte na de oorlog enkele oorlogsmonumenten waaronder in 1959 het beeld
Sint Joris en de draak dat te vinden is bij de Martinikerk in Groningen. Verder is hij verantwoordelijk voor het ontwerp van het Verzetskruis 1940-1945 en voor een groot aantal legpenningen en munten, waaronder die uit 1948 met de beeltenis van koningin Wilhelmina.
De in 1948 geslagen munten
In 1948 zijn meer dan 250 miljoen nieuwe munten geslagen en in omloop gebracht. In de tabel staan per munttype de aantallen en specificaties. Op alle munten staat het muntmeesterteken
visje. Deze staat voor Dr. J.W.A. van Hengel, muntmeester van 1945 tot en met 1969. Voor het
Jaarboek voor het Koninklijk Nederlandsch Genootschap voor Munt- en Penningkunde, volume 35 (1948) schreef Van Hengel trouwens het artikel De muntwet 1948. De onderlinge verschillen in doorsnede tussen de munten van één en vijf cent (stuiver) is vier millimeter, evenals die tussen tien cent (dubbeltje) en vijfentwintig cent (kwartje). Dit is het minimum verschil dat gemakkelijk te voelen en te herkennen is door blinden.
Tabel: Kenmerken van de in 1948 geslagen en in omloop gebrachte Wilhelmina-munten
Munttype | Aantal | Rand | Gewicht | Materiaal | Diameter |
1 cent | 130.400.000 | glad | 2,0 gram | brons | 17 mm |
5 cent | 23.600.000 | glad | 3,5 gram | brons | 21 mm |
10 cent | 69.200.000 | gekarteld | 1,5 gram | nikkel | 15 mm |
25 cent | 27.400.000 | gekarteld | 3,0 gram | nikkel | 19 mm |
Totaal | 250.600.000 | | | | |