Waterscouting: Wat en hoe
Iedereen heeft wel eens gehoord van scouting, padvinderij of iets in die richting. Alle scoutinggroepen in Nederland zijn deel van een grote vereniging: Scouting Nederland. Bij scouting denken veel mensen aan door een bos lopen met een kaart, plantjes bestuderen en zelf tenten maken. De tak van scouting waar dit artikel over gaat, is echter gefocust rond iets anders: de kunst van zeilen, roeien en wrikken.
Wat is er anders aan waterscouting?
Er zijn veel verschillen tussen "normale" scoutinggroepen en waterscoutinggroepen. Het grootste verschil is duidelijk: Waterscouting werkt met water, en andere scoutinggroepen niet. Natuurlijk zwemmen sommige groepen wel eens, maar bij waterscouting draait alles om varen. Je zult, als je besluit om bij de waterscouting te gaan, verschillende dingen leren:
- Zeilen op kleine boten
- Roeien op kleine boten
- Wrikken op kleine boten
- Boten onderhouden
- Sociale contacten leggen
Waterscouting is voor de rest grotendeels hetzelfde als normale scouting, wat inhoud dat je op kamp gaat, vuur maakt en zelf eten kookt. Ook speel je vele spellen, zoals bulldog (ruwere versie van schipper mag ik overvaren) en bijvoorbeeld buskruit.
De opbouw van een waterscoutinggroep
Waterscoutinggroepen zijn hiërarchisch ingedeeld, net als de meeste andere takken van scouting. Dit betekent dat er verschillende rangen zijn die commando voeren over elkaar. Bovenaan staat de staf/leiding: Dit zijn de volwassenen die de scoutinggroep runnen en alles regelen. Íédereen luistert altijd naar de staf. Daaronder staan de bootsmannen*. Deze zijn elk leider van hun eigen bemanning, die een bak wordt genoemd. alleen de bemanningsleden van een bak moeten naar hun bootsman luisteren, hoewel lagere rangen uit andere bakken vaak ook naar andere bootsmannen luisteren. De bootsmannen zijn de meest ervaren en oudsten van de groep, en worden door de staf aangewezen. Onder de bootsmannen staan nog een aantal rangen, die steeds minder te zeggen hebben**: Eerst de kwartiersmeester, dan het eerste bakslid, dan het tweede bakslid, enz. enz.
* Er bestaan natuurlijk ook bootsvrouwen
** Natuurlijk is een bak geen dictatuur en beslist iedereen mee met bijvoorbeeld de kleuren van de boot.
De scoutingboten
In het lijstje hierboven staat "kleine boten". De boten die hiermee bedoeld worden, zijn lelievletten. Lelievletten zijn stalen boten, van ongeveer 5,6 meter lang en 1,80 meter breed. Deze boten worden eigenlijk alleen voor scouting gebruikt, maar zijn hier dan ook perfect voor: Dat komt door het feit dat ze gemaakt zijn van staal in plaats van polyester. Daardoor kun je er ruw mee om gaan zonder dat ze kapot gaan. Ook handig voor de scouting: Er kan een mast met zeil en fok op, er zijn plaatsen en mogelijkheid om met zes man te roeien en er zit een wrikgat achterin, waardoor mer drie verschillende vervoersmogelijkheden kunnen worden beoefend op een boot.
Zeilen
Het zeilen op een lelievlet kan met twee tot vier man gedaan worden, en er daarnaast dan nog ruimte in de boot voor eventuele passagiers. Er is bij waterscouting tijdens het zeilen, naast een verantwoordelijke volwassene, altijd een iemand op de boot die de leiding heeft over wat er gebeurt. Deze taak wordt meestal volbracht door de bootsman en deze zit dan ook vrijwel altijd achter het roer, en geeft het commando over de bemanningsleden die de twee zeilen bemannen.
Roeien
In een Lelievlet kan, door middel van dollen, geroeid worden met maximaal zes man. Dollen zijn kleine steuntjes die in de zijkant van de boot worden geplaatst om de riemen (roeispanen) vast te houden tijdens het roeien. Bij het roeien is nog een grotere
team spirit aanwezig dan bij het zeilen, omdat iedereen hetzelfde tempo aan moet houden wil het geen zooitje worden. Om dit te regelen, is de persoon die aan het roer zit (Meestal de lichtste of minst sterke) continu aan het roepen. Hij/zij roept een tweetonig ritme waar de roeiers in meebewegen,
bijvoorbeeld: Geeeeee-lijk! of Eeeeeen-Twee!, om te zorgen dat de roeiers tegelijk bewegen.
Wrikken
Wrikken is, als een van de weinige dingen bij scouting, echt een solo-onderdeel. Bij wrikken gaat een persoon op het achterdek (of in de kuip) van de boot staan, stopt een grote riem genaamd de wrikriem in het wrikgat, en maakt er 8-vormige beweginkjes mee, dit zorgt ervoor dat de boot vooruit wordt geduwd, en is een snelle manier om korte afstanden af te leggen over water.
De twee seizoenen
Bij waterscouting zijn er twee seizoenen: het zomerseizoen en het winterseizoen. In het zomerseizoen ga je het water op, varen en op kamp. Dit is zo omdat dan natuurlijk de zon schijnt en het lekker weer is. In het winterseizoen, daarentegen, doe je heel andere dingen: De boten worden de kant op gehaald, geschuurd, opnieuw geverfd en geteerd, eigenlijk gewoon onderhouden. Daar zul je dus ook middagen mee bezig zijn, maar het is het waard!
Waarom bij waterscouting?
Bij scouting gaan is sowieso iets dat voor veel mensen leuk is, maar bij waterscouting gaan is voor sommigen nóg leuker. Dit komt omdat je naast standaard scouting-dingen (kampen, vuur maken, spellen) ook nog vaart. Dit geeft een echte kick en ook een geweldig gevoel als je over het water suist. Bij de waterscouting krijg je ook nog meer een gevoel van een team zijn, omdat je een bemanningslid bent van een boot, waar ze je nodig hebben en andersom. Waterscouting is daarom meer een teamsport dan de andere scoutingtakken.