10 tips voor de videocamera
Een videocamera kan gebeurtenissen vastleggen die je met plezier later kan terugzien. Het is jammer als de film slecht is gemonteerd met veel schuddende beelden. Dan kan het bezoek heel verveeld worden. Als je een paar simpele maar professionele tips in achting neemt kun je iedereen verbazen met een mooie film!
Let op! Dit artikel is geschreven vanuit de persoonlijke visie van de auteur en bevat mogelijk informatie die niet wetenschappelijk onderbouwd is en/of aansluit bij de algemene zienswijze.Inhoudsopgave:
Eenvoudige aanwijzingen
We hebben bijna allemaal een videocamera. Beelden opnemen is niet zo moeilijk. Het verschil in kwaliteit met beelden die op televisie worden vertoond is vrijwel altijd groot. Dat komt omdat deze mensen een opleiding hebben gevolgd voor het maken van kaders die aangenaam zijn om naar te kijken. Zonder een hele studie ervan te maken is het met behulp van simpele tips die professionele cameramensen gebruiken, mogelijk om de kwaliteit van je opnames aanzienlijk te verhogen. Een belangrijke voorwaarde voor het maken van een film is dat je de beelden monteert. Zo kun je een uur ruwe opnamen tot een interessante film van 10 à 15 minuten maken. Om de beelden mooi te kunnen monteren, moet je eerst mooi gefilmd hebben.
10 tips voor video
- Gebruik een statief. Een goed statief is belangrijk voor het maken van rustige, stabiele beelden. Met een statief blijft het beeld vooral rustiger als je inzoomt. De kijker zal langer zijn aandacht vast houden als het beeld stabiel is.
- Zoom niet teveel in. Gebruik de zoomfunctie vooral om het kader te veranderen. Het is niet leuk om naar zoomshots te kijken. Het is moeilijker monteren in een zoombeweging.
- Bedenk voor je gaat filmen een invalshoek. Je kunt van tevoren nadenken over een paar vragen die je wilt stellen. Monteer de film als een verhaal.
- Maak opnamen met verschillende kaders. Close-ups, totaalshots, en alles er tussen in. Zo kun je beter monteren tussen de verschillende shots. Hou er rekening mee dat je niet kunt monteren van en totaalshot naar een ander totaalshot, want dan ontstaat er en “springer” tussen de shots; dat houdt in dat de shots niet mooi opeenvolgen.
- Hoofdruimte: zo klein mogelijk. Hoofdruimte is de ruimte tussen het hoofd en de rand van het bovenkader van je beeld. Er zijn erg veel regels om een persoon zo goed mogelijk in beeld te brengen. De belangrijkste is dat je let op de hoofdruimte. Als de hoofdruimte op het midden van het beeld begint, lijkt het net of het totaal niet interessant is wat de persoon zegt. Als het hoofd een klein beetje los van het kader komt aan de bovenkant, lijkt de persoon serieus.
- Superclose-up; geen hoofdruimte: bij super close-ups zie je alleen de ogen, neus en mond van een persoon. Deze beelden zijn heel indrukwekkend, je voelt je dichtbij de persoon staan. Op televisie maken cameramensen vaak een super close-up wanneer mensen gaan huilen.
- Oefenen met huisdieren. Als je toch goed wilt leren filmen met de camera, of het nou uit de hand is of op statief, kun je proberen huisdieren te filmen, en ze zo netjes mogelijk scherp in beeld te houden. Een andere mogelijkheid is om een modelspoortreintje te volgen, zo rustig mogelijk, terwijl het kader gelijk blijft. Omdat het treintje zo beweegt zal je de zoomfunctie moeten gebruiken om het kader gelijk te houden. Dat maakt het extra moeilijk. Ook zal je met je hand de scherpte moeten bijhouden, als je tenminste een camera hebt waarmee dat kan. Op deze manier leerden cameramensen in Hilversum vroeger filmen.
- Hoe iemand scherp te houden die van veraf op je af komt rennen. Met een semiprofessionele camera waarbij je handmatig kunt scherp stellen, kun je eerst snel automatisch op een punt ver weg scherp stellen en daarna de camera in de manual focus stand zetten. Je zult zien dat de rennende persoon dan scherp blijft. Laat je de stand op automatisch focussen staan, dan is de camera vaak te laat met focussen en zijn de beelden onscherp.
- Film iedereen op ooghoogte. Dit is een stelregel waar je natuurlijk mee kunt spelen. Het is vooral belangrijk om als je kinderen of dieren filmt, die een stuk kleiner zijn, je door je knieën gaat. Een kat kun je filmen door de camera op de grond te zetten. Dan ben je net onder de ooghoogte van de kat. Als je iemand filmt onder de ooghoogte, kikkerperspectief, komt zijn aanwezigheid indrukwekkender voor. Als je iemand boven de ooghoogte filmt, vogelperspectief, lijkt iemand onbelangrijker.
- Als je binnenshuis filmt, doe dan alle lichten in de kamer aan, ook al is het overdag. De kamer lijkt op televisie veel mooier. Licht betekent scherpte dus al het licht wat je gebruikt levert een beter plaatje op.
Lees verder