De eerste boeren in Europa, de verspreiding van de landbouw
Na de laatste ijstijd rond 8000 V.C. gaven de mensen in Europa het rond zwervende bestaan van jagers-verzamelaars op en gingen zich vestigen in permanente gemeenschappen.
Landbouwrevolutie
Een groep jagers komt net terug van een succesvolle jachtexpeditie. Ze zijn tevreden over hun resultaat, maar ook vermoeid van de lange toch en willen graag even rusten op een schaduwrijke plek langs de rivieroever, waar hun vrouwen en kinderen op hen wachten. De jagers hebben enorme dorst: de zon heeft de hele dag gebrand, maar ze hebben tijdens de jacht geen water gevonden en er is ook niets waarin ze water hadden kunnen meenemen. Later, bij het kampvuur, verkwikt door eten en drinken, morren sommige mannen mogelijk over hun continue, vermoeide trektochten.
Konden ze maar altijd in hun veilige kamp aan de oever van de rivier wonen. Maar waar zouden ze dan van moeten leven? De leefstijl van de jagers-verzamelaars was onafhankelijk en egalitair, maar het leven zal zelden eenvoudig zijn geweest.
Het idee om zich permanent te vestigen had duidelijk aantrekkingskracht, met name toen het klimaat tegen het einde van de laatste ijstijd verbeterde. De landbouw revolutie begon met het veranderende denkwijze, die ertoe leidde dat rondtrekkende jagers-verzamelaars zich op den duur wilden vestigen. In de daaropvolgende millennia bouwden ze een leven op als boeren en veefokkers. Het begin van de verstrekkende sociale en economische veranderingen die we nu kennen als de Neolithische revolutie.
De effecten van klimaatverandering
Aan het einde van de ijstijd stegen de temperaturen relatief snel tot hedendaagse niveaus. Gletsjers smolten en de zeespeigel steeg, zodat laagliggend land werd overstroomd. Rond deze tijd werd Engeland gescheiden gescheiden van het continent en rond 7750 v.C. doorbrak de Middellandse Zee de Bosporus en stroomde het water naar de Zwarte Zee. De kustlijn van de Zwarte Zee verschoof meer dan 1 Km landinwaarts, zodat de daar wonende herders met hun kudden hun nederzettingen moesten verlaten. De stammen trokken langs de Donau richting Midden-Europa en voerden daar de landbouw in.
Bewijs voor deze migratie is het feit dat de oude sporten van Europese landbouw in de zuidoosthoek van het continent zijn gevonden. Bovendien kwamen de meeste vroege gecultiveerde planten, zoals emmerkoren en gerst, niet van nature in Midden-Europa voor, ze moesten van elders zijn meegenomen.
In de zelfde tijd dat de eerste boeren naar Midden-Europa trokken, veranderde ook de vegetatie in het gebied ten gevolge van de klimaatsverandering. Het warmere weer leidde tot het ontstaan van eiken, berken en iepenbossen.
Hoe de landbouw in Midden-Europa ook begon, de belangrijkste factor voor de ontwikkeling ervan was de gedachte om zaden, graankorrels en knollen te verzamelen en in de grond te stoppen. Dorpelingen die die moeite namen, konden de volgende herfst de opbrengst oosten en deze provisie opslaan voor de komende wintermaanden.
Uitvindingen
De seizoenen en vooral de loop van de zon waren van groot belang voor de boerengemeenschappen, want daarop stemden ze het moment van zaaien en oosten af. Sensationeel bewijs dat de Neolithische mensen al lange tijd de hemel observeerden, werd in 2002 gevonden, toen Duitse archeologen bij een opgraving in de vallei van de rivier de Saale het waarschijnlijk oudste astronomische observatorium van Europa bloodlegden. Het circa 7000 jaar oude bouwwerk bestond uit drie ronde houten omheiningen, waarvan de openingen waren uitgelijnd net de zonsopkomst en zonsondergang bij zomer en winterzonnewende.
De landbouw leidde ook tot andere uitvindingen, zoals de ontwikkeling van nieuw stenen gereedschap. Al snel ontdekte men dat het mogelijk was om graan te oosten met de eenvoudige vuurstenen messen.
Daarom ontwikkelden ze de eerste sikkels - gebogen stukken hout of gewei waarin een lemmet werd geklemd dat met dennenhars werd vastgelijmd. Met dit nieuwe gereedschap konden bundels graan veel gemakkelijker worden geoogst.
Een andere uitvinding uit die tijd was de bijl met geslepen blad. Hadden mensen tot nu toe alleen gespleten en behakt, nu leerden ze hoe ze de bladen op steenplaten konden slijpen. Met deze nieuwe bijlen konden de boeren veel sneller en met minder inspanning bommen vellen. De vraag naar boomstammen nam om diverse redenen toe. Zo werden er van uitgeholde boomstammen boomstamkano's gemaakt, die gebruikt werden voor visvangst.
Huizen
Het meeste hout werd gebruikt voor de huizenbouw. Circa 7500 jaar gelden begonnen mensen in Midden-Europa hun primitieve lemen hutten te verruilen voor steviger bouwwerken van stenen en leem. Er verschenen ook sterke gemeenschapsgebouwen, vooral in de kuststreken en langs de rivieroevers. Deze grote, rechthoekige bouwwerken hadden meestal vijf rijen palen en waren doorgaans 40 m lang en 5 tot 8 meter breed.
De muren waren gemaakt van gevlochten tenen of van gespleten hazelaarberken of populierentakken. Het geheel werd bedekt met vochtige klei of koeienmest, Die bij het drogen hard werd.
Er werd gekookt in koepelvormige ovens die op een vuurvaste ondergrond van klei of steen stonden; de rest van de vloer was bedekt met ruwhouten vloerdelen.
Handel in vuursteen
De handel in vuursteen floreerde in de Neolithische periode. Kleur en samenstelling van vuursteen worden bepaald door zijn vindplaats en zo kan relatief eenvoudig worden herleid welke weg het vuurstenen gereedschap door Europa aflegde. Een vuursteen mijn bij het huidige Maastricht voorzag klanten in een straal van ongeveer 400 km van vuursteen. Scandinavisch vuursteen kwam diep in Midden-Europa terecht.
Rond 4000mv.C. woonden de meeste mensen in permanente woningen. Ze werkten in georganiseerde groepen en konden zich nu op grote bouwwerken richten die kenmerkend werden voor de daaropvolgende Megalitische periode.
© 2009 - 2024 Ray14125, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen
Chips - De GeschiedenisChips, iedereen kent dit tussendoortje wel en is eigenlijk niet weg te denken uit de schappen van de supermarkt. Maar wa…
Van jager-verzamelaar tot boerVroeger leefden mensen als jager-verzamelaar. Mensen trokken rond en pasten zich aan aan de seizoenen. Langzaam verander…
Boeren laten na het etenEen boer laten na het eten wordt in China als een positief teken gezien: het eten heeft gesmaakt,. In veel andere landen…