recensieIk kom terug – Adriaan van Dis
‘Ik kom terug’ is een roman van Adriaan van Dis. De schrijver hoorde in de laatste maanden van het leven van zijn moeder haar verhalen en besloot ze, met instemming van moeder Marie, op te schrijven. Tijdens haar leven was ze zo gesloten als een oester en toen de dood naderde opende ze langzaam en spuide haar levensverhalen. Van Dis zat bij haar aan tafel met notitieblokje en pen in de aanslag en schreef het allemaal op om er in romanvorm een prachtig portret van te maken. Dat werd ‘Ik kom terug.’
Van Dis-boek over zijn moeder
Ik kom terug
‘Ik kom terug’ is een uitspraak van de moeder van Adriaan van Dis, Marie, die gelooft dat ze na haar dood terugkomt. Van Dis is de schrijver die het verhaal over het leven van zijn moeder opschrijft. Als eerbetoon, als monument. Misschien zelfs wel als afrekening met een moeder waar de zoon weinig aanhankelijkheid van heeft mogen voelen. De moeder komt uit het zuiden van het land en trouwt ‘over de kleurlijn’ met een Indische man. Bij hem krijgt ze drie dochters. Later, als de eerste man dood is, gemarteld en onthoofd, krijgt ze een kind bij een nieuwe liefde. Dat is Adriaan. Met deze man trouwt ze niet en daarom wordt Adriaan als bastaard beschouwd. Zo wordt hij ook door de familie en kennissenkring behandeld en de moeder als de oneerbare vrouw.
Moeder en zoon
De relatie tussen moeder en zoon was slecht. Als oudere man met een nog oudere moeder - ze is bijna 100 - gaat Van Dis bewust niet heel dicht bij haar wonen, maar komt wel regelmatig in het rusthuis op bezoek. Daar ontstaat het plan om de eeuw van zijn moeder op te schrijven aan de hand van wat zij uiteindelijk loslaat over haar leven. De moeder voelt zich zelfs vereerd, maar vraagt hem wel haar een zachte dood te bezorgen: niet al te hard over haar te oordelen en schrijven. Heel veel van wat zijn moeder in die laatste maanden van haar leven vertelt is nieuw voor de zoon. Ze wil haar verhalen kwijt. Ze zegt daarover:
‘Een dode moet licht reizen’.
Rusthuis
Moeder zit in een rusthuis en kwakkelt met haar gezondheid. Ze heeft een hele bibliotheek met boeken waar ze esoterische kennis uit haalt. Ze past de adviezen toe, maar ze is heel oud en krijgt dus steeds meer klachten. Marie verdraagt dat slecht en wil niet meer leven en vraag haar zoon pillen te regelen zodat ze uit kan stappen. Dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan. Met het idee dat ze niet zo heel lang meer te leven heeft begint ze tegen Adriaan te praten over alles wat ze heeft meegemaakt. Haar leven als kind bij haar vader zonder haar moeder, die in het kraambed van haar broertje stierf. Haar huwelijk en verhuizing naar Indië, haar verblijf in een jappenkamp – Adriaan van Dis schrijft dit consequent met een kleine letter, alsof de jappen geen hoofdletter verdienen – de ontberingen die zij en haar drie dochters hebben doorstaan en het nieuws over de verschrikkelijke dood van de vader van de dochters.
Oorlogen en tropenjaren
Het verhaal beslaat zo ongeveer de hele twintigste eeuw, met twee oorlogen en strijd in Indië. Eindelijk komt boven water wat moeder doorstaan heeft en waarom ze is zoals ze is. De moeder lijkt harteloos, wil zelfs niet over haar twee overleden dochters praten, maar blijkt wel degelijk een hart te hebben. Al meer dan 90 jaar bewaart ze een foto van haar moeder, die niemand te zien krijgt. Het is een van haar geheimen. Adriaan ontdekt de foto van zijn oma pas na Marie’s dood.
Adriaan van Dis
Adriaan van Dis (1946) is opgegroeid in Bergen in een gezin met drie halfzussen met een Indisch tintje en ouders met een Indische geschiedenis en oorlogsverleden. Van Dis debuteerde in 1983 met Nathan Sid, waar hij de Gouden Ezelsoor voor won. Hij reisde veel, onder meer naar Afrika en spreekt Afrikaans. Hij schreef er de reisromans Het beloofde land en In Afrika over. In 1994 kwam de roman Indische duinen uit, die veel succes oogstte. Van Dis kreeg er in 1995 de Gouden Uil en de Trouw Publieksprijs voor.
Hij schreef nog Dubbelliefde, Op oorlogspad in Japan en Familieziek. In 2004 was het boekenweekessay Onder het zink van zijn hand. In 2007 verscheen De wandelaar en Leeftocht. Daarna verschenen nog Tikko en Stadsliefde, waarin Parijs centraal staat. De boeken van Adriaan van Dis zijn in vele talen vertaald. De schrijver is bekend van televisie als presentator van het literaire programma Hier is Adriaan van Dis. Hij treedt regelmatig op als gast in het praatprogramma De Wereld Draait Door.
Autobiografisch
‘Ik kom terug’ is een autobiografisch getinte roman. Of alles werkelijk zo gebeurd is als Marie vertelt wordt niet helemaal duidelijk en Adriaan weet zelf ook niet of hij alles kan geloven wat ze zegt. Dat doet er ook niet zoveel toe. Hoofdzaak is de verhouding tussen moeder en zoon die Van Dis prachtig beschrijft. De zoon zoekt nog altijd naar waardering van zijn moeder, maar ze is hard geworden door haar ervaringen. Dat ontdekt Adriaan al luisterende. Hij ontdekt niet alleen hardheid, maar ook scherpzinnigheid en humor en dat weet Adriaan van Dis op krachtige en humoristische wijze op te schrijven. Het boek is wrang maar heeft zeker ook grappige kanten. Wat de geschiedenis van moeder is wordt pas gaandeweg in het boek duidelijk en op de laatste bladzij wordt ook het laatste geheim geopenbaard.
Het boek levert mooie zinnen op die je zou willen onthouden om ze af en toe op het juiste moment zelf te gebruiken. Dit is er zo een:
"Dat is de ouderdom," zei ze sarcastisch, "je karakter slijt niet als je ouder wordt, het kookt in, de kern komt boven. We worden allemaal een bouillonblokje van onze eigen soep."
Adriaan schreef een prachtig boek over zijn moeder, met verhalen die ontroeren en waar je ook regelmatig om kunt lachen. Al lezende begrijp je wat een narigheid die afstandelijkheid voor de schrijver is geweest. Toch kwam hij steeds terug bij zijn moeder. Wat een geluk dat hij dit project met zijn moeder heeft kunnen volbrengen. Adriaan van Dis heeft Marie daarmee een prachtig papieren graf gegeven.
Ik kom terug
Adriaan van Dis
Uitgeverij Atlas Contact
Eerste druk november 2014
ISBN 978 90 254 4346 7